V1_H6 Spannende tijden

Gelukkig nieuwjaar!
Hoofdstuk 6
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Gelukkig nieuwjaar!
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Spannende tijden
Hoofdstuk 6

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren? Je leert
> herkennen in welke tijd een verhaal zich afspeelt
> berekenen wat de vertelde tijd van een verhaal is
> zien hoe verhalen spannend zijn gemaakt

Voorbereiding voor de spreekbeurt.

Slide 3 - Tekstslide

Reinhart de vloek van het zwaard
Samen lezen, blz. 171

Slide 4 - Tekstslide

Reinhart de vloek van het zwaard
1) Het verhaal speelt zich niet af in onze tijd. Waaraan zie je dat?

Slide 5 - Tekstslide

Hele verhalen voor een halve soldaat
Samen lezen, blz. 177

Slide 6 - Tekstslide

Hele verhalen voor een halve soldaat
2) In welke tijd speelt dit verhaal zich volgens jou af?

Slide 7 - Tekstslide

Tijd waarin een verhaal zich afspeelt

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tijd waarin een verhaal zich afspeelt
Sommige verhalen zijn tijdloos. Dit zijn verhalen waarin het draait om een boodschap die altijd herkenbaar is voor iedereen. De schrijver laat weinig zien van de tijd, zoals in een sprookje dat begint met 'Er was eens …'.

Slide 10 - Tekstslide

Vertelde tijd
Tijd die voorbijgaat in een verhaal heet vertelde tijd
Gaat een verhaal bijvoorbeeld over zeven uur 's morgens tot elf uur 's avonds, dan is de vertelde tijd veertien uur. 
De vertelde tijd kan ook een paar dagen, een week, een jaar of (bijna) een heel leven zijn.


Slide 11 - Tekstslide

Vertelde tijd

Om de vertelde tijd te weten, let je op aanwijzingen:
- is het ochtend, middag of avond?
- hoe laat is het?
- is het een dag of een week later?
- wordt er een maand, een seizoen of een leeftijd van een persoon genoemd?

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken
1) Maak opdracht 7a t/m e en 8a t/m c en 8e, blz. 180 + 181

Slide 13 - Tekstslide

Pak je leesboek en je schrift

1) Kun je al aangeven in welke tijd het verhaal in jouw leesboek zich afspeelt?

2) Waaraan kun je zien dat het deze tijd is (jaartal, omgeving, historische figuren en gebeurtenissen, gewoontes / voorwerpen / kleding en eten)? 

3) Kun je al aangeven wat de vertelde tijd van het verhaal in jouw leesboek is? Hoe heb je dat berekend?
Deze informatie heb je nodig voor je spreekbeurt!

Slide 14 - Tekstslide

Spannende tijden
Hoofdstuk 6

Slide 15 - Tekstslide

Wat ga je leren? Je leert
> herkennen in welke tijd een verhaal zich afspeelt
> berekenen wat de vertelde tijd van een verhaal is
> zien hoe verhalen spannend zijn gemaakt

Voorbereiding voor de spreekbeurt.

Slide 16 - Tekstslide

SO's
Somminge leerlingen > aanvullen niet gemaakte opdrachten
Andere leerlingen > lezen in leesboek of werken aan spreekbeurt
IEDEREEN WERKT IN STILTE

Slide 17 - Tekstslide

Spanning
Wie kan er een voorbeeld noemen van een spannend stukje uit zijn of haar boek?
Wat maakt dit stukje spannend?

Slide 18 - Tekstslide

Spanning
Alles wat je benieuwd maakt naar het vervolg of de afloop van een verhaal is spanning. Spanning zorgt ervoor dat je verder wilt lezen. Een schrijver kan verschillende technieken gebruiken om spanning op te bouwen.


De hoofdpersoon bevindt zich in een bedreigende situatie of gevaarlijke omgeving. Denk hierbij niet alleen aan gebeurtenissen, maar ook aan relaties.









Slide 19 - Tekstslide

Spanning
Het verhaal krijgt een onverwachte wending: er gebeurt iets wat je niet had verwacht.

Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, een onderbreking van het verhaal op een beslissend moment.

De schrijver wekt vermoedens in het verhaal. Je moet verder lezen om erachter te komen of je vermoedens juist of onjuist zijn.



Slide 20 - Tekstslide

Spanning
De ontknoping van het verhaal laat op zich wachten, er is sprake van uitstel.

Welke technieken heeft de schrijver van Reinhart gebruikt om het verhaal spannend te maken?

Gevaarlijke situatie?
Cliffhanger?
Vermoedens?






Slide 21 - Tekstslide

Spanning
Vind je Hele verhalen voor een halve soldaat spannend?
Waarom wel of niet?
Zijn er spanningstechnieken gebruikt?








Slide 22 - Tekstslide

Hele verhalen voor een halve soldaat
1) Samen lezen, blz. 183
2) Maak opdracht 11 a t/m d, blz. 185

Slide 23 - Tekstslide

Genre
Fictie is er in veel vormen:

korte verhalen
leesboeken'gedichten
teksten van liedjes
tv-series
cabaret
toneelstukken

Slide 24 - Tekstslide

Genre
Fictie is er in veel vormen:
korte verhalen
leesboeken
gedichten
teksten van liedjes
tv-series
cabaret
toneelstukken

Slide 25 - Tekstslide

Genre
Deze vormen kun je verdelen in verhaalsoorten, bijvoorbeeld een verhaal over avonturen of over de oorlog.
Zie blz. 183 voor de verschillende genres.

Slide 26 - Tekstslide

Pak je leesboek en je schrift

1) Beschrijf twee spannende momenten en geef aan welke technieken de schrijver hiervoor gebruikt heeft. Gebruik de theorie op blz. 182.

2) Kun je al aangeven in welke tijd het verhaal in jouw leesboek zich afspeelt?

Waaraan kun je zien dat het deze tijd is (jaartal, omgeving, historische figuren en gebeurtenissen, gewoontes / voorwerpen / kleding en eten)?


3) Kun je al aangeven wat de vertelde tijd van het verhaal in jouw leesboek is? Hoe heb je dat berekend?

Deze informatie heb je nodig voor je spreekbeurt!

Slide 27 - Tekstslide

historisch figuur
histoische gebeurtenis
jaartal
beschrijving van gewoontes, voorwerpen of kleding
beschrijving van de omgeving
Barentsz knikte: 'Alles strijken, behalve de schoverzeilen!'
Vanaf de Hoek van Begeerte ging het mis.
1596 - Jan, Laurens en Pieter voeren als matroos mee...
Met drie man liepen ze voor het schip uit om met bijlen en koevoeten een weg vrij te maken.
De volgende ochtend hingen enorme ijspegels als ruige snorren aan het want...

Slide 28 - Sleepvraag