Communicatie in de zorg

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie 
Je kunt de volgende begrippen uitleggen, er voorbeelden bij geven en toepassen:
  • open en gesloten vragen
  • verbale en non-verbale communicatie 
  • bijzaken en hoofdzaken
  • doorvragen en samenvatten
  • (telefoon)notities maken

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren

Verbale communicatie: met woorden

Non-verbale communicatie: houding, gezichtsuitdrukking


Goed communiceren is een voorwaarde om goede zorg te kunnen bieden !

Feedback: weten of je boodschap over is gekomen

Slide 3 - Tekstslide

Communicatie
Gesloten vragen: kort antwoord bv
Komt u voor een afspraak? of Wat drinkt u in de koffie? 

Open vragen: zelf een antwoord geven, bv. Wat is er gebeurd?


Slide 4 - Tekstslide

Communicatie
Doorvragen : Kunt u uitleggen waarom u dat vindt?

Samenvatten : Klopt het dat ....... of ik begrijp dat u graag op korte termijn een afspraak met de huisarts wilt maken over u klachten aan uw been.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Notitie maken
Hoofdzaken : wat is belangrijk?
Bijzaken : wat wordt er extra verteld?
Objectief : Feiten
Subjectief : Meningen

Slide 18 - Tekstslide

Een oudere patiënt vertelt dat hij uit bed gevallen is.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 19 - Quizvraag

Een patiënt met een gebroken heup vertelt dat hij het ziekenhuis vervelend
vond.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 20 - Quizvraag

Een patiënt met griep vertelt dat hij zo’n vervelende loopneus heeft.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 21 - Quizvraag

Een patiënt met griep vertelt dat hij 41 graden koorts heeft.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 22 - Quizvraag

Een vrouw vertelt dat haar moeder van 90 jaar gevallen is.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf zoveel mogelijk zorgverleners op!

Slide 24 - Woordweb

1e lijns zorg
2e lijnszorg
huisarts
chirurg
Tandarts
fysiotherapeut
orthopeed
maatschappelijk werker
dermatoloog
apotheker
keel-, neus-, oorarts
apotheker
orthodontist
mondhygiënist
gynaecoloog
internist

Slide 25 - Sleepvraag

Intramurale zorg
Tweedelijnszorg
Eerstelijnszorg
Extramurale zorg
Zorg die direct toegankelijk is, zoals die van de huisarts.
Zorg die buiten de muren van de instelling plaatsvindt.
Zorg waar de patiënt een verwijzing voor nodig heeft.
Zorg die binnen de muren van de instelling plaatsvindt.

Slide 26 - Sleepvraag

Non-verbale communicatie

Lichaamstaal

Gezichtsuitdrukkingen

Slide 27 - Tekstslide

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 28 - Quizvraag

Welke vorm van communiceren is het wanneer mensen met elkaar praten?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 29 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om tijdens een gesprek door te vragen?

Slide 30 - Open vraag

Actief luisteren betekent dat je moeite doet om het gesprek goed te volgen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Hoe kun je actief luisteren? Noem twee manieren.

Slide 32 - Open vraag

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Een mail schrijven is een vorm van:
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van passief luisteren?
A
Je knikt als je het begrijpt
B
Je herhaalt wat er wordt gezegd
C
Je zit met je armen over elkaar het gesprek aan te horen
D
Je stelt tussendoor vragen om achter meer informatie te komen

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video

Wat zijn de kwaliteiten van de verzorgende?

Slide 37 - Open vraag