3B3: Meningen, argumenten en feiten omzetten naar artikel

Welkom
Welkom
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
Zet je camera aan.  
Iets vragen? Gebruik het handje.
Onderwerp: schrijfplan voor betoog maken!

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
1. Schrijfplan maken met:
mening, standpunt en argumenten; 
2. Tekst lezen en herkennen: wat is het...
onderwerp en de hoofdgedachte? Wat zijn de argumenten? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het lesdoel?  
1. Weten hoe je een schrijfplan maakt met:
het onderwerp, de hoofdgedachte en argumenten. 

Slide 4 - Tekstslide

Bekend, benieuwd, bewaard?

Slide 5 - Tekstslide

Bekend: wat weet ik al over onderwerpen, hoofdgedachtes en argumenten?

Slide 6 - Open vraag

Benieuwd: wat wil ik weten over onderwerpen, hoofdgedachtes en argumenten?

Slide 7 - Open vraag

Bewaard: wat weet ik nog van onderwerpen, hoofdgedachtes en argumenten?

Slide 8 - Open vraag

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld? 

Slide 9 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je belangrijke zaken in een tekst?
A
bijzaken
B
hoofdzaken

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een mening (standpunt)?
A
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee eens.
B
Wat iemand ergens van vindt. Controleerbaar. Je bent het ermee oneens.
C
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er eens of oneens mee zijn.
D
Wat iemand ergens van vindt. Niet controleerbaar. Je kunt er niets van zeggen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een argument (reden)?
A
Een uitleg waarmee je een feit verdedigt.
B
Een uitleg waarmee je een mening verdedigt.
C
Een uitleg waarmee je een reden verdedigt.
D
Iets wat je moet controleren.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een feit?
A
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Controleerbaar.
B
Een uitspraak over iets wat waar of niet waar is. Niet controleerbaar.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Basisopzet van betoog

Slide 20 - Tekstslide

Opzet van een betoog

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht: maak zelf een opzet 
Lees de eerste bladzijde van deze tekst 2 op Classroom: 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: maak zelf een opzet 
Stap 1: schrijf het onderwerp 
en de hoofdgedachte op. 
Stap 2: schrijf drie argumenten in de tekst op. 

TIJD: 15 MINUTEN... SUCCES!
timer
15:00

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht: hoe ging het?  
Vraag 1: wat had jij als onderwerp en hoofdgedachte?  
Vraag 2: welke argumenten heb je opgeschreven?  


Slide 24 - Tekstslide

Vraag 1: wat heb je als onderwerp & hoofdgedachte opgeschreven?

Slide 25 - Open vraag

Vraag 2: welke argumenten heb je opgeschreven?

Slide 26 - Open vraag

Vond je deze opdracht moeilijk of gemakkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Wat vond je moeilijk aan de opdracht?

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk voor volgende week: 
Stap 1. lees de tekst die we hebben behandeld nu helemaal. 
Stap 2. schrijf naast het onderwerp en de hoofdgedachte, ALLE  argumenten, voorbeelden en feiten op. 
 
NEEM JE TEKST MEE NAAR DE LES VAN VOLGENDE WEEK!

Slide 29 - Tekstslide

Onderwerpen volgende week: 
Inleiding schrijven
Slot schrijven
Titel en tussenkopjes

Slide 30 - Tekstslide