Interventies

Inteventies
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inteventies

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen

  • Interventies
  • Aan de slag/ VSA

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Interventies
verpleegkundige interventies:

  • NIC (Nursing Intervention Classification) is een classificatie van verpleegkundige interventies (handelingen en verrichtingen).  Een verpleegkundige interventie is elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundige oordeel en klinische kennis uitvoert

Slide 4 - Tekstslide

Interventie indeling
  • Voorlichting en instructie geven
  • Begeleiden bij zelfzorg
  • Voorwaarden scheppen voor zelfzorg zorgvrager
  • Overnemen van een gedeelte van de zelfzorg
  • Geheel overnemen van de zelfzorg
  • Monitoren
  • Zorg voor coördinatie en continuiteit

Slide 5 - Tekstslide

Voor goede interventies kijk je naar de oorzaak van het probleem.

Probleem: Risico op huidbeschadiging/decubitus
Oorzaak: Voeding? Ziekte? Ondergewicht? Mobiliteit?

Afhankelijk van je oorzaak kies je dan je interventies


Slide 6 - Tekstslide

Voorwaarden
  • Moet veilig en passend zijn voor deze zorgvrager gezien zijn leeftijd, gezondheid en zelfzorgmogelijkheden.
  • Moet uitgevoerd kunnen worden met de aanwezige hulpmiddelen.
  • Moet samengaan met de wensen van de zorgvrager.
  • Moet samengaan met andere therapeutische afspraken.
  • Moet gebaseerd zijn op verpleegkundige kennis en ervaring.
  • Moet passen in het beleid van de zorgsetting

Slide 7 - Tekstslide

 Interventies wat is belangrijk?
  1. ACCEPTABEL  
  2. VERPLEEGKUNDIG 
  3. RELEVANT 
  4. UITVOERBAAR 
  5. EENDUIDIG  
  6. DUIDELIJK 

Slide 8 - Tekstslide

Dus dat betekend......
De interventie is eenduidig geformuleerd, dus maar voor één uitleg vatbaar.
Elke interventie beschrijft specifiek en concreet de wenselijke acties:
  • welke personen betrokken zijn (verpleegkundige, mantelzorg, andere disciplines);
  • welke middelen nodig zijn;
  • wanneer de activiteit moet plaatsvinden (tijdstip);
  • hoe vaak de activiteit moet plaatsvinden (frequentie);
  • hoe lang de activiteit uitgevoerd moet worden (tijdsduur, tijdsplanning).


Slide 9 - Tekstslide

De verpleegkundige interventie is voorzien van:
  • een datum;
  • de paraaf van de verantwoordelijke verpleegkundige;
  • de begindatum van de actie als deze langer dan één dag zal duren (of de datum van de eenmalige actie).

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag/VSA
Theorie lezen.
Verdieping opdr 1:  Opdracht: Verpleegkundige interventies

Subgroepen. 
10.00 uur nabespreken

Slide 11 - Tekstslide