Negatieve getallen - voorkennis les 2

Welkom!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les
Je kunt vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen. 
Je kent de rekenvolgorde en kunt deze toepassen. 

Slide 2 - Tekstslide

Op dit moment gaat het rekenen met negatieve getallen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

vermenigvuldigen en delen 
de regels.

positief · positief = positief
positief · negatief = negatief
negatief · positief = negatief
negatief · negatief = positief 
positief : positief = positief
positief : negatief = negatief
negatief : positief = negatief
negatief : negatief = positief 

Slide 4 - Tekstslide

Keer en gedeeld door 
Bij keer en gedeeld door kennen we ook regels. Je maakt de sommen als volgt: 
1. Bereken de keersom / deelsom alsof de minnen er niet staan.
2. Gebruik de regels om te kijken of het antwoord positief of negatief is. 

Voorbeelden:
-3 · -6 = 
stap 1: 3 · 6 = 18
stap 2: negatief · negatief = positief
Dus -3 · -6 = 18. 
(er komt dus geen - voor de 18)
8 : -4 = 
stap 1: 8 : 4 = 2
stap 2: positief : negatief = negatief
Dus 8 : -4 = -2. 
(er komt dus een - voor de 2)

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de uitkomt naar het juiste kader.
positief · positief =
positief · negatief = 
negatief · positief =
negatief · negatief =
positief
negatief
negatief
positief

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de stappen in de juiste volgorde
Stap 1:
Stap 2:
Stap 3: 
vermenigvuldig de getallen, vergeet de minnen.
geef het antwoord
bedenk de regel

Slide 7 - Sleepvraag

6 · -4 =
A
-24
B
24

Slide 8 - Quizvraag

-8 · -8 =
A
-64
B
64

Slide 9 - Quizvraag

-32 : -8 =
A
-4
B
4

Slide 10 - Quizvraag

7 : 1 =
A
-7
B
7

Slide 11 - Quizvraag

-7 · 3 =

Slide 12 - Open vraag

24 : -8 =

Slide 13 - Open vraag

-6 · -6 =

Slide 14 - Open vraag

81 : 9 =

Slide 15 - Open vraag

Keer en gedeeld door 
(extra uitdaging)

Dit werkt door wanneer we meerdere getallen met elkaar vermenigvuldigen. 
Bij een even aantal negatieve getallen --> uitkomst positief
Bij een oneven aantal negatieve getallen --> uitkomt negatief

Voorbeeld:
-2 · 4 · -2 · 1 = 16
uitleg: er zijn twee negatieve getallen, dit is een even aantal, dus de uitkomst is positief. 2 · 4 · 2 · 1 = 16, dus het antwoord is 16

-2 · -1 · -1 · -1 · -2 = -4
uitleg: er zijn vijf negatieve getallen, dit is een oneven aantal, dus de uitkomst is negatief. 2 · 1 · 1 · 1 · 2 = 4 dus het antwoord is -4. 

Slide 16 - Tekstslide

-2 · -1 · -2 · 1 · 4 · -1 =
A
16
B
-16

Slide 17 - Quizvraag

-3 · 1 · -2 · 1 · -1 · -2 · -1 · 1 =
A
12
B
-12

Slide 18 - Quizvraag

Is het volgende antwoord positief of negatief?
-9 · -1 · -34 · 38 · -34 · -3 · 2 · -123 · 23 · -3

Slide 19 - Open vraag

De rekenvolgorde
1. Tussen de haakjes uitrekenen
2. Vermenigvuldigen en delen
3. Optellen en aftrekken

Slide 20 - Tekstslide

voorbeeld:
35 - (9 - 2) · 6 =                                            Stap 1: tussen de haakjes uitrekenen.
35 -      7     · 6 =                                             Stap 2: vermenigvuldigen en/of delen.
35 -         42     =                                              Stap 3: optellen en aftrekken.
-7

Denk eraan! We schrijven de sommen op zoals hierboven, met alle tussenstappen. 

Slide 21 - Tekstslide

Zet de som in de juiste volgorde, de uitkomst is al gegeven:
-7
-3 + (39 - 15) : -6 =
-3 + 24 : -6 =
-3 + -4 =
-3 - 4 = 

Slide 22 - Sleepvraag

De opdracht uitgelegd
                                                                   Waarom deze volgorde?
-3 + (39 - 15) : -6 =                              Stap 1: haakjes wegwerken (39 - 15 = 24)
-3 + 24 : -6 =                                          Stap 2: keer en gedeeld door (24 : -6 = -4)
-3 + -4 =                                                  Tussenstap: + - vervangen door -
-3 - 4 =                                                     Stap 3: plus en min (-3 - 4 = -7)
-7

Slide 23 - Tekstslide

Zet de som in de juiste volgorde, de uitkomst is al gegeven:
-24
-27 + 3 = 
-54 : 2 + 9 : 3 =
-54 : (4 - 2) + 9 : 3=
-27 + 9 : 3 =

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is hier de volgende stap:
- 37 + 36 : -6 =
A
-1 : -6 =
B
1 : -6 =
C
- 37 + 6
D
-37 + -6

Slide 25 - Quizvraag

Waarom D?
Denk aan de rekenvolgorde:
1. haakjes
2. vermenigvuldigen en delen
3. optellen en aftrekken. 
Delen gaat dus voor! 

Slide 26 - Tekstslide

Wat is hier de volgende stap?
-32 : -4 : -2=
A
-8 : -2
B
8 : -2
C
-32 : 2
D
-32 : -2

Slide 27 - Quizvraag

Waarom B?
Bij het delen gaan we van links naar rechts. Dus -64 : -4 bereken we als eerste. 
32 : 4 = 8
negatief : negatief = positief. 
Dus het antwoord is 8, niet -8. 

Slide 28 - Tekstslide

Reken uit, neem de som over en schrijf ook de tussenstappen op!
8 + 15 : 5 =

Slide 29 - Open vraag

Reken uit, schrijf ook de tussenstappen op!
20 - 3 · (4 - 2)
Let op: gebruik 'x' voor keer.

Slide 30 - Open vraag

Bepaal voor jezelf hoe goed je het volgende kan:
Ik kan de rekenvolgorde toepassen bij het maken van een som.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Bepaal voor jezelf hoe goed je het volgende kan:
Ik kan optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll