H3 Verregaande veranderingen

H3 Verregaande veranderingen
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Verregaande veranderingen

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud: paragrafen & kenmerkende aspecten
3.1. Verregaande veranderingen (historische / actuele oriëntatie)
3.2. Een veranderende mens
3.3. Kunst in de nieuwe wereld
3.4. Het humanisme en Erasmus
3.5. Een kerkelijke scheuring

De kenmerkende aspecten in dit hoofdstuk zijn:
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
- De protestantse Reformatie met splitsing van de kerk als gevolg.

Slide 2 - Tekstslide

3.1. Verregaande veranderingen (historische oriëntatie)
Gevolgen van een veranderende samenleving
De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

- Je kunt uitleggen op welke gebieden van de samenleving hervormingen in de 15e eeuw plaatsgevonden hebben.
- Je kunt continuïteit en verandering onderscheiden.
- Je kunt bewuste en onbewuste veranderingen onderscheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Gebeurtenis: De val van Constantinopel 1453. In 1453 werd de hoofdstad van het Byzantijnse of Oost-Romeinse Rijk belegerd door de Turken. Hier zie je ze klimmen over de muren van de stad Constantinopel. Na de inname van de stad werden de christenen verjaagd. Veel christelijke geleerden vertrokken met Griekse en Romeinse geschriften naar de christelijke, Italiaanse stadsstaten. Bekend vanwege de onderlinge handel.

Slide 4 - Tekstslide

Schilderij: De geboorte van Venus. Schilderij van de geboorte van de Romeinse godin Venus, gemaakt door de Italiaan Botticelli rond 1483. 
Het bijzondere van dit schilderij wordt pas duidelijk wanneer je het vergelijkt met kunst uit de voorgaande jaren in de middeleeuwen. Zie jij de verschillen met het vorige schilderij?

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding
In dit hoofdstuk staan de veranderingen tegen het einde van de middeleeuwen en de periode erna centraal: de veranderingen van de vijftiende eeuw en zestiende eeuw. In het vorige hoofdstuk hebben we de ontdekkingen besproken; in dit hoofdstuk staan de gevolgen van onder andere deze ontdekkingen centraal. We zullen met name kijken naar de hervormers. De hervormers probeerden de cultuur, religie en samenleving van veel Europese landen te veranderen. Soms gebeurde dit bewust, soms onbewust. 

Door de groeiende kennis en welvaart kwam er meer tijd en geld. Hierdoor hadden de mensen gelegenheid zich met andere zaken dan alleen overleven bezig te houden. Kunst, cultuur en politiek kwamen, overal waar de welvaart groeide, tot bloei. Ook het vertrouwen in wat de mens kon en wist groeide. De koningen en andere machtshebbers kregen meer moeite met het onder controle houden van de inwoners van hun land. Dit had ook voor Nederland veel gevolgen. In het volgende hoofdstuk zul je daar meer over lezen.

Slide 6 - Tekstslide

Denken als een historicus: Verandering en continuïteit
In de geschiedenis zijn heel veel zaken voortdurend aan het veranderen. Deze veranderingen worden door historici bestudeerd en beschreven. Toch zijn er ook veel zaken die gedurende korte of lange tijd hetzelfde blijven. Ook dit is onderwerp van studie van het vak geschiedenis. Het verschijnsel dat zaken hetzelfde blijven heet: continuïteit.

Verandering en continuïteit komt in vele vormen voor. Voor een historicus is het belangrijk deze van elkaar te onderscheiden.
  • Soms verandert iets wel, maar niet helemaal. Je moet dan bepaalde elementen kunnen noemen die veranderen, bijvoorbeeld op het gebied van economie, kunst, politiek, et cetera.
  • Soms verandert iets doordat mensen dat willen: een bewuste verandering. Daarnaast zijn er zaken die zonder dat iemand het wil veranderen: dit noemen we een onbewuste verandering. Om te bepalen of een verandering bewust of onbewust is, kijk je naar de oorzaken van de verandering.
  • Continuïteit en verandering kunnen zich ook tegelijkertijd voordoen. In dat geval is er wel verandering, maar blijven bepaalde aspecten hetzelfde.


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden van veranderingen per gebied
Cultuur, bijvoorbeeld: het humanisme/vertrouwen in de mens. 
Religie, bijvoorbeeld: de Reformatie.
Kunst, bijvoorbeeld: de ontwikkeling van het perspectief. 
Politiek, bijvoorbeeld: de zelfstandigheid van de stadstaten in Italië.

Bewust, bijvoorbeeld de opkomst van het humanisme / groeiende kennis. 
Onbewust, bijvoorbeeld het ontstaan van de Reformatie. 

Slide 8 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 9 - Tekstslide

Welke kenmerkende aspecten moet horen bij H3 Verregaande veranderingen
A
- De Europese overzeese expansie.
B
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
C
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.
D
- De protestantse Reformatie met splitsing van de kerk als gevolg.

Slide 10 - Quizvraag

- Noem voorbeelden van veranderingen per gebied.
Cultuur, bijvoorbeeld:
Religie, bijvoorbeeld:
Kunst, bijvoorbeeld:
Politiek, bijvoorbeeld:
- Noem een voorbeeld van een bewuste verandering en van een onbewuste verandering uit deze gebieden.

Slide 11 - Open vraag

3.2. Een veranderende mens
De invloed van de Renaissance op het mensbeeld
De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

- Je kunt de middeleeuwse manier van denken beschrijven.
- Je kunt aspecten van het veranderend mens- en wereldbeeld in de renaissance uitleggen.
- Je kunt uitleggen waarom Florence het centrum van de renaissance was.

De kenmerkende aspecten in deze paragraaf zijn:
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

Huiswerk:
Maak opdracht 1, 3, 5, 6, 7 en de invulsamenvatting 3.2 


Slide 12 - Tekstslide

3.2.1 Het middeleeuwse denken
  • In de middeleeuwen behoorden veel mensen tot een gemeenschap. Deze is afhankelijk van je stand
  • Geloof speelde voor iedereen een belangrijke rol. Je moest de regels van de kerk gehoorzamen om in het hiernamaals te komen. Memento Mori/Gedenk te sterven. Ook de wetenschap behoorde tot de kerk. Kennis was nooit in strijd met de Bijbel
  • In de loop van de vijftiende eeuw veranderden deze opvattingen. 
  • Oorzaken hiervoor waren:
  1. de groeiende welvaart
  2. groeiende zelfstandigheid 
  3. meer kennis over de wereld door de ontdekkingsreizen.

Slide 13 - Tekstslide

3.2.2 De Italiaanse renaissance
  • Italië was in de vijftiende eeuw geen land, maar bestond onder andere uit verschillende stadstaten
  • In de vijftiende eeuw wilden veel burgers van de Italiaanse steden terug naar de tijd van de klassieke oudheid. De Italiaanse burgers zagen veel overeenkomsten met deze periode. Zo waren de kunstwerken sterk individualistisch. Ook stond het leven op aarde centraal. 
  • Deze herwaardering van de klassieke oudheid (Grieken & Romeinen) wordt de renaissance genoemd. Er kwam een nieuw mensbeeld. Carpe diem/Pluk de dag. De renaissance bleef beperkt tot de mannelijke elite
  • Een uitspraak: 'Een mens kan alles doen, als hij maar wil.'

Slide 14 - Tekstslide

3.2.3 De stad Florence
  • Florence was een van de bekendste renaissancesteden. De stad was het centrum van de internationale handel en vanwege de politieke vrijheid woonden er veel wetenschappers en kunstenaars in de stad. 
  • De burgers waren er rijk vanwege de handel en het geld vooral de familie De Medici.

Slide 15 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 16 - Tekstslide

Noem drie oorzaken waarom het middeleeuwse denken veranderde in de vijftiende eeuw.

Slide 17 - Open vraag

Leg uit waarom het Romeinse gezegde 'pluk de dag' past bij de renaissance. Geef twee voorbeelden.

Slide 18 - Open vraag

Leg uit hoe de renaissance zich dankzij de bankiersfamilie, De Medici, in Florence kon verspreiden.

Slide 19 - Open vraag

3.3. Kunst in de nieuwe wereld
De invloed van de renaissance op de kunst
De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

- Je kunt uitleggen hoe de kunst in de 15e eeuw een minder kerkelijk karakter krijgt.
- Je kunt voorbeelden noemen van veranderingen in de bouwkunst en schilderkunst in de renaissance.
- Je kunt de veranderingen in de literatuur in de renaissance uitleggen.

De kenmerkende aspecten in deze paragraaf zijn:
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid.

Huiswerk:
Maak opdracht 1, 3, 4, 5, 7, 8 en de invulsamenvatting 3.3

Slide 20 - Tekstslide

3.3.1 Verspreiding
  • Van oudsher was de kerk de grootste opdrachtgever van kunstenaars. 
  • Maar in de vijftiende eeuw kwamen daar rijke handelaren en machtige heersers bij.
  • Het kerkelijk karakter van de kunst werd daardoor steeds minder. Kunstenaars schreven nu hun naam op hun kunstwerken, omdat kunstenaars trots waren op hun werk. = Voorbeeld verandering schilderkunst in de renaissance. 

Slide 21 - Tekstslide

Muurschildering (fresco): Gewelf van de Sixtijnse kapel. De Sixtijnse Kapel is een van de bekendste ruimtes in het paleis van de paus. Het plafond is beroemd vanwege de fresco's van Michelangelo. Die kreeg van de paus de opdracht de beschildering te doen. De paus wilde een schildering van de twaalf apostelen, maar Michelangelo koos ervoor Bijbelse taferelen af te beelden. In 1512 werd de kapel voltooid. 
Bewijs hoe je de renaissance-ideeën terugziet in het schilderij.

Slide 22 - Tekstslide

3.3.2 Beeldende kunst en architectuur
  • Schilders als Michelangelo en Leonardo da Vinci veranderden de kunst. Voorbeelden veranderingen schilderkunst in de renaissance. 
  1. Figuren werden niet langer als symbool weergegeven, maar als realistische wezens. 
  2. Schilders als Michelangelo verwerkten perspectief en diepte in hun werk waardoor de geschilderde werken heel echt leken.
  3. Ook kwam er een centrale rol voor de menselijke emoties.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

3.3.2 Beeldende kunst en architectuur
  • In de architectuur was er vooral veel technische vooruitgang zichtbaar. Dit had prachtige gebouwen tot gevolg, zoals de koepel van de kathedraal van Florence.
  • Voorbeelden van veranderingen in de bouwkunst in de renaissance:
  1. Koepel (m.b.v. beton)
  2. Bogen (m.b.v. beton
  3. Zuilen 

Slide 25 - Tekstslide

3.3.3 Literatuur
  • Ook op het gebied van de literatuur volgde men de klassieken. Veranderingen in de literatuur in de renaissance.
  • Zo werd er meer geschreven over specifieke onderwerpen. Zoals de maatschappij waarin de schrijvers leefden. Dante schreef zijn boek, De goddelijke komedie, over zijn reis tussen de hemel en de hel.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Test jezelf

Slide 28 - Tekstslide

Geef aan wat de grootste verandering in de kunst was als je de kunst van de middeleeuwen met de kunst uit de renaissance vergelijkt.

Slide 29 - Open vraag

Leg uit wat er door het gebruik van perspectief in de kunst veranderde.

Slide 30 - Open vraag

Noem verschillen tussen de literatuur van de middeleeuwen en de literatuur die tijdens de renaissance ontstond.

A
In de middeleeuwen was er vooral/alleen aandacht voor de Bijbel en andere oude christelijke geschriften.
B
Er ontstonden nieuwe literaire werken. Er werd over meer onderwerpen geschreven.
C
De mens kwam veel meer voorop te staan.
D
Andere genres, zoals de dichtkunst, maakten een opleving door.

Slide 31 - Quizvraag

3.4. Het humanisme en Erasmus
Een korte verdieping in één aspect van de Renaissance
De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

- Je kunt het veranderde mensbeeld uitleggen.
- Je kunt de rol van Erasmus binnen het humanisme uitleggen.
- Je kunt uitleggen waarom de homo universalis bij het humanisme past.

De kenmerkende aspecten in deze paragraaf zijn:
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.

Huiswerk:
Maak opdracht 1, 3, 4, 6 en de invulsamenvatting 3.4


Slide 32 - Tekstslide

3.4.1 Het humanisme
  • Het mensbeeld veranderde door de renaissance enorm. Niet langer stond het geloof centraal. Mensen lieten zich leiden door hun eigen keuze. Mensen richtten zich op zichzelf en het leven
  • Dit nieuwe zelfvertrouwen waarbij de mens in het middelpunt staat, is een nieuwe houding. Deze houding wordt ook wel humanisme genoemd. Ontwikkeling van jezelf staat hierbij voorop.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

3.4.2 Erasmus
  • Het humanisme begon als een literaire stroming. De humanisten vonden onderwijs erg belangrijk voor de ontwikkeling van de mens. 
  • Humanisten haalden hun inspiratie uit klassieke werken. Een voorbeeld van zo'n klassiek werk kwam van de filosoof Cicero. Cicero legde de nadruk op het individuele van elke mens en leverde kritiek op de samenleving. Erasmus volgde deze lijn. Erasmus leverde kritiek op de kerk in zijn boek Lof der zotheid.
  • De ideale mens was volgens de humanisten de homo universalis. Deze perfecte mens wist alle talenten die had te ontwikkelen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de maatschappij. Een voorbeeld van zo'n mens is volgens historici Leonardo da Vinci.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Test jezelf

Slide 39 - Tekstslide

Noem de belangrijkste verandering van het mensbeeld tijdens de renaissance.

Slide 40 - Open vraag

Bedenk waarom het logisch is dat de humanisten kritiek hebben op de samenleving van de zestiende eeuw.

Slide 41 - Open vraag

3.5. Een kerkelijke scheuring
De Paus, Luther en Karel V en de Reformatie
De leerdoelen van deze paragraaf zijn:
- Je kunt verschillende oorzaken voor de Hervorming/Reformatie noemen en uitleggen.
- Je kunt gevolgen van de splitsing van de christelijke kerk uitleggen.
- Je kunt de rol van Luther binnen de Hervorming/Reformatie uitleggen.
 
De kenmerkende aspecten in deze paragraaf zijn:
- De protestantse Reformatie had de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.

Huiswerk:
Maak opdracht 1, 2, 3, 4, 5, 6, 11  en de invulsamenvatting 3.5


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

3.5.1 Ontevredenheid over de christelijke kerk
In de zestiende eeuw behoorde elke gelovige in West-Europa tot de christelijke kerk. De paus is als leider van deze kerk een belangrijk man. De Duitse monnik Maarten Luther klaagde in 1517 over de kerk:

  • Paus Julius II wilde de vernieuwing van de Sint-Pieterbasiliek betalen door middel van aflaten. Volgens Luther kon alleen God zonden vergeven.
  • Katholieke functionarissen leefden in grote rijkdom. En niet volgens het voorbeeld van Jezus Christus.
  • Ketters werden streng gestraft door de kerk.
  • Het pauselijk wetboek bevatte wetten en regels die niet in de Bijbel stonden.

Slide 45 - Tekstslide

3.5.2 De Reformatie
  • De klachten van Luther leidden tot de Hervorming of Reformatie. Luther schreef 95 stellingen. Luther probeerde hiermee de kerk te veranderen. Luther kreeg veel aanhangers die protestanten genoemd werden. 
  • Paus Leo X accepteerde de kritiek van Luther niet. In 1520 kreeg Luther een bul van de paus waarin stond dat Luther afstand moest doen van zijn ideeën. 
  • Omdat Luther dit weigerde en de bul en het pauselijk wetboek verbrandde verbande de paus Luther en al zijn volgelingen in 1521.

Slide 46 - Tekstslide

Het Heilige Roomse Rijk onder leiding van Karel V
Luther, tijdens zijn verdediging van de 95 stellingen voor de Rijksdag van Worms georganiseerd door Karel V.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

3.5.3 In discussie met keizer Karel V
  • Karel V was vanaf 1520 keizer van het Het Heilige Roomse Rijk. Dit rijk bestond uit verschillende bestuurlijke gebieden die onder leiding stonden van keurvorsten, hertogen en graven.
  • Karel V wilde Luther uit het Heilige Roomse Rijk verbannen, maar daar waren niet alle Duitse keurvorsten het mee eens.
  • Karel V stelde daarop een rijksdag voor om de toekomst van Luther te bespreken. Toen bleek dat Luther zijn woorden niet wilde terugnemen, vaardigde Karel V het Edict van Worms uit. Hiermee werd Luther vogelvrij verklaard.
  • Frederik III bood Luther een schuilplaats in kasteel Wartburg. Luther vertaalde tussen 1522 en 1534 de Bijbel naar het Duits.
  • De Duitse vorsten kwamen in verzet tegen het Karel V en zijn godsdienstbeleid. Hij sloot in 1555 de Vrede van Augsburg waarna Duitse vorsten hun eigen geloof mochten bepalen.

Slide 49 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 50 - Tekstslide

Leg uit waarom de levenswijze van geestelijken leidt tot een discussie tussen Luther en de paus.

Slide 51 - Open vraag

De paus zette Luther uit de kerk. Leg uit waarom dit uiteindelijk leidde tot een splitsing van de christelijke kerk in West-Europa.

Bij vragen met veel verbanden moet je met de formulering van je antwoord rekening houden met veel stappen. Begin je antwoord bij Luther en eindig bij de scheuring van de kerk. Zet elke stap op een aparte regel om het overzicht te behouden en controleer je antwoord achteraf goed!

Slide 52 - Open vraag

Leg uit waarom de Vrede van Augsburg leidt tot godsdienstvrijheid voor de keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk.

Slide 53 - Open vraag