Blok 2 Les 8 7.1 - 7.3 Samen kom je verder & Sociale ontwikkeling van baby t/m volwassene

Les 5 Het kind en de groep
         ~Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder~
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 5 Het kind en de groep
         ~Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder~

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel: aan het einde van de les kunnen de studenten
- uitleggen wat het verschil is tussen egoïsme en egocentrisch 
- uitleggen wat de aanleiding is van de koppigheidsfase
- de link leggen tussen de koppigheidsfase van een peuter en de puberteitsfase.
- vertellen wat de volgende woorden betekenen: -peergroup, empathie en groepsdruk 
Vandaag:
- Terugblik op de vorige les
- Start nieuw boek Opvoeding en ontwikkeling (O&0)
- Sociale ontwikkeling van 0 tot en met 21 jaar

Slide 2 - Tekstslide

We hebben het gehad over de PDCA cyclus.
Waar staat de afkorting voor?

Slide 3 - Open vraag

                            PDCA cyclus

Plan: passende doelstelling
 
Do: voer de activiteit uit

Check: kijk terug en evalueer

Act: trek een conclusie wat er nodig te is om te verbeteren



§ 1.4 Methodisch werken
Evaluatie model 2.

Slide 4 - Tekstslide

Op welke leeftijd kunnen kinderen activiteit redelijk zelfstandig plannen?
A
2-3
B
3-4
C
4-6

Slide 5 - Quizvraag

Een leerling uit groep 3 heeft een beloningskaart voor elke pauze die hij zonder vechtpartij doorkomt.

Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit

Slide 6 - Quizvraag

Groep 8 gaat oefenen met een oude cito-toets.

Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit

Slide 7 - Quizvraag

Leerlingen uit groep 8 vragen of ze zelf een sponsorloop mogen organiseren voor de aardbeving in Turkije en Syrië.

Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit

Slide 8 - Quizvraag

Ouders willen graag dat school aandacht besteed aan social media gebruik.

Om wat voor een activiteit gaat het hier?
A
Aanbodgerichte activiteit
B
Vraaggerichte activiteit
C
Vrije activiteit
D
Resultaatgerichte activiteit

Slide 9 - Quizvraag

                                   Sociale vaardigheden ontwikkelen:
- voor zichzelf opkomen,
- om hulp vragen,
- beslissingen nemen,
- omgaan met regels,
- eerlijk delen,
- andere vertrouwen en 
- vriendschappen opbouwen en behouden. 

Vraag: in welke situatie leert een kind dit?
             welke oorzaken zijn er die dit proces kunnen verstoren?
7.1 Samen kom je verder

Slide 10 - Tekstslide

                                         'Eigen ik' ontwikkelen
De sociale ontwikkeling en de 'eigen ik' ontwikkeling hangen nauw samen.

1: herkennen van een op zichzelf staand individu
2: besef van een sociale omgeving (ouders, broers/zussen, opa/oma 
3: zelf stappen zetten in de sociale omgeving

De sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling zijn met elkaar verbonden. 
 
7.1 Samen kom je verder

Slide 11 - Tekstslide

                                        Emotionele ontwikkeling
De sociale ontwikkeling en emotionele ontwikkeling zijn met elkaar verbonden. 

Het kind herkent emoties bij zichzelf en anderen, leert hier grip op te krijgen en er op in te spelen.

Casus: in groep zes heerst geen veilig klimaat. Veel groepjes en buiten de groep vallende leerlingen. Wat zou je als school kunnen doen om dit klimaat te doorbreken?
  
7.1 Samen kom je verder

Slide 12 - Tekstslide

                                   Sociale ontwikkeling 0 tot 2 jaar

- Stemmen en geuren herkennen 
- Imiteren van gedrag: bv gezichtsuitdrukkingen 
- Ontwikkeling van zelfbesef: ik ben ik


                                                Filmfragment: De Rouge test 1.38 min.
                                                Herkennen van hun eigen ik in de spiegel.



7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.

Slide 13 - Tekstslide

                                           Sociale ontwikkeling 2-4 jaar
- Gebruik van het woordje ‘ik’
- Koppigheidsfase ‘Ikke wil dat niet’, ‘ikke zelf doen!’
- Vanaf 3 jaar soms al ‘vaste’ vriendschappen
- Fantasievriendjes
         Vraag: vinden jullie dit reden tot bezorgdheid?
- Egocentrisch
           Vraag: wat is het verschil met egoïstisch?
                        Geen idee? Blz. 187

                                 Filmfragment: ik bepaal zelf.
        


7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.

Slide 14 - Tekstslide

                                 Sociale ontwikkeling 4-6 jaar

Omgeving is belangrijk bij het ontstaan van vriendschappen.

Vanaf leeftijd van 5 worden kinderen steeds socialer. Dit komt o.a. doordat kinderen dan naar de basisschool gaan. Constante oefening van sociale vaardigheden.  

Vraag: wie van jullie heeft een vriendschap die uit deze periode stamt. Hoe kennen jullie elkaar? School of elders? Weet je nog hoe deze vriendschap ontstond?

7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.

Slide 15 - Tekstslide

Lees het stukje 'Inleven in anderen: 6 tot 9 jaar. blz. 188

Vraag: 
- hoe zou jij empathisch vermogen omschrijven?
- wat wordt er bedoeld met identificatie?
- op welke basis worden vriendschappen gevormd?
   twee antwoorden 
7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.

Slide 16 - Tekstslide

Empathisch vermogen
Empathisch vermogen betekent dat een kind zich kan inleven in een ander. Het kind herkent gevoelens van een ander en snapt hoe het daarop moet reageren.
Situaties vanuit een ander perspectief kunnen bekijken.

Identificatie 
Jezelf herkennen in een ander


7.2 Sociale ontwikkeling van baby tot jonge schoolkind.

Slide 17 - Tekstslide

                                Sociale ontwikkeling 9 tot 12 jaar

- socialisatie: houden aan regels en aanpassen aan de groep
- ontstaan van clubjes: Nike club, Twente club, HC club
- verschillen tussen jongens en meiden wordt groter



7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene

Slide 18 - Tekstslide

                                     Losmakingsproces: 12 tot 18 jaar
                                                (puber: 12-15 jaar  adolescent 15-18 jaar)

- peergroup
- houding richting ouders verandert
- conflicten met ouders en docenten
- zelf verantwoordelijkheid willen nemen
- groepsdruk: starten met roken, vapen, winkeldiefstal, alcohol, etc.

Opvallend:
Baby:   ontdekken van eigen ik. 'Ik ben iemand los van mijn papa en mama'
Puber: ontwikkelen van hun eigen ik. 'Wat wil ik? Wie ben ik? Wat vind ik?'

7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene

Slide 19 - Tekstslide

                          Onderscheiden van anderen: 18 tot 21 jaar
                                                      Volwassen

- gemengde vriendengroep (j/m) 
- sociale intelligentie
- volwassenheid: meer jezelf onderscheiden van anderen  



7.3 Sociale ontwikkeling van ouder schoolkind tot volwassene

Slide 20 - Tekstslide

                                       Terugblikken op de leerdoelen van vandaag:   

Lesdoel: aan het einde van de les kunnen de studenten
- uitleggen wat het verschil is tussen egoïsme en egocentrisch 
-uitleggen wat de aanleiding is van de koppigheidsfase
- de link leggen tussen de koppigheidsfase van een peuter en de puberteitsfase.
-vertellen wat de volgende woorden betekenen: -peergroup, empathie en groepsdruk  

Lees bovenstaande door? Kun je het vertellen? Zo niet, check je boek.
Het rad beslist wie de vraag krijgt.

Slide 21 - Tekstslide

                                          Optioneel: aan de slag

Lees paragraaf 7.1 t/m 7.3 nogmaals rustig door.
                                            *Inoefen tip: Arceer belangrijke stukken tekst* 

Maak de opdrachten in je werkboek van paragraaf 7.1  t/m 7.3
  Klaar? Lees paragraaf 7.4 vast rustig door. 



Volgt deze les direct op de volgende les?  Neem dan 10 minuten de tijd om in rust met bovenstaande opdracht aan de slag te gaan.
                         

Slide 22 - Tekstslide