7.1 De Verlichting 4H

7.1 De Verlichting: theorie en praktijk
Hallo H4-4 GES
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

7.1 De Verlichting: theorie en praktijk
Hallo H4-4 GES

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Wat weten jullie nog van tijd de van regenten en vorsten?
2. Wat weet je al?
3. Wat ga je leren?
4. Uitleg en lezen 7.1
5. Werken aan...
6. Weet je genoeg?

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip past het best bij de manier van regeren van Lodewijk XIV?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Centralisatie
D
Vrijheid

Slide 3 - Quizvraag

Wat is géén kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 4 - Quizvraag

Waarom liet Lodewijk XIV alle adel bij hem in Versailles wonen?
A
Hij wilde veel mensen om zich heen hebben omdat hij zich anders eenzaam voelde.
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie.
C
Hij vertrouwde de adel niet en wilde ze goed in de gaten kunnen houden.
D
Om zware koffiedrinkers goed in de gaten te houden. Koffie was duur en mocht dus niet te veel gedronken worden.

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee dingen wilde minister Colbert bereiken? Zie vorige lessonup

Slide 6 - Open vraag

Stelling: In de tijd van Lodewijk XIV was er godsdienstvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Hoe liet Lodewijk XIV Frankrijk achter toen hij overleed in 1715?

Slide 8 - Open vraag

Lesdoelen 7.1:
Leerlingen kennen en kunnen aan het einde van de les uitleggen:


1. Je kunt een beschrijving geven van de standensamenleving in het ancien régime.
2. Je kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was.
3. Je kunt met enkele voorbeelden uitleggen dat verlichte denkers nieuwe ideeën hadden over goed bestuur.

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je eigenlijk
over de Verlichting?

Slide 10 - Woordweb

De standensamenleving

Slide 11 - Tekstslide

Standensamenleving

Eerste stand

Geestelijkheid
- Geen belasting betalen
- Wel voorrechten

Tweede stand

Adel
- Geen belasting betalen
- Wel voorrechten

Derde stand

Boeren en burgers
- Wel belasting betalen
- Geen voorrechten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Voorloper van de Verlichting
  • In de 17e eeuw vond de Wetenschappelijke Revolutie plaats.

  • Wetenschappers gingen anders kijken naar de wereld: observatie en experiment werden belangrijk.
    • Hieruit kwam het rationalisme voort: het steeds meer vertrouwen op eigen verstand (ratio) en niet meer op het geloof.

Slide 14 - Tekstslide

Rationalisme is kennis door onderzoeken met: ????

Slide 15 - Open vraag

Het begin van de Verlichting
  • Dit nieuwe denken werd eerst alleen toegepast op de natuur, maar werd na verloop van tijd ook toegepast op de mens en de maatschappij.

  • Er ontstonden dan vragen zoals:
    Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?

  • Er kwam kritiek op het absolutisme. 'Hoezo heeft één iemand alle macht?'

Slide 16 - Tekstslide

Montesquieu
Bedenker van de Trias Politica:

1. Wetgevende macht (parlement)
2.
Uitvoerende macht (koning, ministers)
3. Rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)

De macht moet verdeeld worden. 
De drie machten moeten elkaar controleren!

Niet de een sterker dan de ander!

Slide 17 - Tekstslide

Wie hoort bij Trias politica
A
Robespierre
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 18 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 19 - Quizvraag

Leg in je eigen woorden uit wat het doel van de Trias Politica is.

Slide 20 - Open vraag

Mark Rutte
"combinatie Kamerlid en staatssecretaris zal niet meer voorkomen"

8 september 2021

Slide 21 - Tekstslide

Leg een verband tussen de uitspraak van Rutte en de Trias Politica

Slide 22 - Open vraag

Rousseau
"Mensen zijn van nature goed, stelde Rousseau, maar de beschaving bederft hen, onderdrukt hun gevoel en perst hen in de mal van conventies en sociale rollen. Met onechtheid, hebzucht en ijdelheid tot gevolg.

Slide 23 - Tekstslide

De Trias Politica van Montesquieu
Het bedenken en maken van wetten (parlement)
Voert wetten en regels uit (regering)
Controleert of mensen zich aan de regels houden (onafhankelijke rechters)
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 24 - Sleepvraag

John Locke
  • Iedereen wordt gelijk geboren.

  • De koning moet rekening houden met de belangen van het volk.

  • Als een koning slecht regeert, mag het volk hem afzetten. 

Slide 25 - Tekstslide

De verlichtingsfilosoof John Locke was een voorstander van het absolutisme.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 26 - Quizvraag

Welke van onderstaande meningen past het beste bij John Locke?
A
De koning is een door God aangestelde vorst
B
de koning moet de grondrechten van de burgers bewaken
C
De monarchie moet worden afgeschaft
D
De koning moet democratisch gekozen worden

Slide 27 - Quizvraag

Adam Smith: verlichting en economie

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Rijke dames organiseerden salons, waar filosofen en schrijvers hun ideeën uitwisselden.
Zo werden de verlichte ideeën verspreid. 
Langzaam ontstond het idee dat er verandering moest komen in Frankrijk (en Europa)

Slide 30 - Tekstslide

Wat was de verlichting?

Slide 31 - Open vraag

Hoe werden de ideeën van de verlichting verspreid?
A
Deze ideeën werden gedrukt in boeken en kranten.
B
Er werd op de radio verteld over deze ideeën.
C
Universiteiten gingen lesgeven over de ideeën.
D
Verlichtte denkers bespraken de ideeën in salons.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is hier afgebeeld?
A
Een bijeenkomst van vrouwen in een salon
B
Een theekransje
C
Vrouwen bespreken ideeën van Verlichtingsfilosofen
D
Vrouwen wisselen de laatste modetrends uit

Slide 33 - Quizvraag

Waarom kon je niet zo maar schrijven wat je wilde in de 18e eeuw?

Slide 34 - Open vraag

Jean-Jacques Rousseau
John Locke
Charles de Montesquieu
De koning krijgt macht uit handen van het volk
De macht moet altijd bij het volk liggen
Trias politica/ scheiding der machten

Slide 35 - Sleepvraag

Lees nog eens paragraaf 7.1

Schrijf op wat je niet snapt!
Of ga door naar het huiswerk

Slide 36 - Tekstslide

Verwerking 7.1
Kennis: 1 t/m 5, begrip: 6 7 8 9 16 18, herhaling: 11 t/m 15, verdieping: 17

Slide 37 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op
die je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog
niet zo goed hebt begrepen

Slide 39 - Open vraag