Vaardigheden

Vaardigheden Geschiedenis
nodig voor de toets en altijd bij geschiedenis!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vaardigheden Geschiedenis
nodig voor de toets en altijd bij geschiedenis!

Slide 1 - Tekstslide

Doel: Ik heb bij alle historische vaardigheden minimaal één vraag


Slide 2 - Tekstslide

Historische vaardigheden: wat moet je kunnen?
- Overblijfselen, bronnen
- Onderzoeksvragen
- Feit of mening?
- Bruikbaarheid van een bron
- (Christelijke) jaartelling
- Tijd ordenen. tijdbalk 
- Soorten veranderingen
- Oorzaak en gevolg
- Normen en waarden
Voor je toets:
Bladzijde 8 t/m 11

Eén toetsvraag per vaardigheid

Slide 3 - Tekstslide

Hoe  betrouwbaar is de bron? Waar let je op?
  • Persoon: Wie heeft de bron gemaakt?
  • Tijd: Wanneer is de bron gemaakt?
  • Plaats: Waar is de bron gemaakt?
  • Bedoeling: Wat is het doel van de maker?
  • Informatie: Hoe kwam de maker aan de informatie? 







Slide 4 - Tekstslide

Feit of Mening? 
  • Een feit is iets dat vaststaat, niet kan veranderen.
  • Een mening is iets wat iemand vindt, kan veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

Feit of mening?
Het is belangrijk dat iedereen gaat stemmen
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quizvraag

Oorzaak - Gevolg
  • Oorzaken: direct of indirect
  • Indirect = dingen die al langer spelen

  • Directe = de aanleiding, de  "druppel"

  • Gevolg = resultaat van een gebeurtenis
  • Gevolgen op korte termijn: direct na de gebeurtenis
  • Gevolgen op lange termijn: komen pas later

Slide 7 - Tekstslide

De moord op Franz Ferdinand leidde tot Wereld Oorlog I.
Deze moord was de .... voor WO I
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak

Slide 8 - Quizvraag

Het Verdrag van Versailles zorgde voor veel onvrede bij de Duitse bevolking. Dit was een ....?... oorzaak voor het uitbreken van WO II
A
directe
B
indirecte

Slide 9 - Quizvraag

De Tien tijdvakken
Er valt veel te vertellen over de geschiedenis. Om het overzichtelijk te maken hebben we het ingedeeld in 10 tijdvakken.

Chronologische volgorde.

Slide 10 - Tekstslide

Verandering of Continuiteit
  • continu = wat steeds doorgaat, hetzelfde blijft
  • continuiteit in de geschiedenis is een situatie die (ongeveer) hetzelde blijft.

Slide 11 - Tekstslide

Continuïteit

Het blijft zoals het is
(met misschien een minimale verandering)

Gebruiken, ideeën, regels, voorwerpen, methodes etc.
Discontinuïteit

Er verandert iets 
(ook al blijven er ook dingen hetzelfde)

Gebruiken, ideeën, regels, voorwerpen, methodes etc.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een duif als communicatiemiddel vanuit een tank in 1916

Slide 14 - Tekstslide

Een duif als communicatiemiddel vanuit een tank in 1916
Continuïteit
Discontinuïteit

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gevechtsmachines
Continuïteit: Gemaakt om de tegenstander te beschadigen, zonder zelf veel gevaar te lopen

Slide 17 - Tekstslide

Gevechtsmachines
Continuïteit: Gemaakt om de tegenstander te beschadigen, zonder zelf veel gevaar te lopen
Discontinuïteit: Materiaal (hout, staal, kunststof), van statisch naar rijdend naar vliegend, etc.

Slide 18 - Tekstslide

4 soorten veranderingen

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht vandaag en vrijdag
Opdracht 1) Maak per 'tijdvak' twee toetsvragen en schrijf de vraag (+ het antwoord) op de achterkant van het blad of in je schrift. 

Opdracht 2) Maak per 'V één toetsvraag en schrijf de vraag (+ het antwoord) op de achterkant van het blad of in je schrift.

In totaal heb je na drie lessen 29 toetsvragen gemaakt. Je toets bestaat uit 30 vragen! 

Slide 20 - Tekstslide

Schriftelijke overhoring
- maandag 23 september
- 30 toetsvragen
- bladzijde 6 t/m 11 
- Jullie eigen vragen
- Wissel uit en leer goed!

-Wat kun je het best doen? 
Laat jezelf overhoren of overhoor anderen

Slide 21 - Tekstslide