Herhaling H2 II

Welkom!

Neem rustig plaats en leg pen & papier alvast op je tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H2 Burgers en stoommachines
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Neem rustig plaats en leg pen & papier alvast op je tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H2 Burgers en stoommachines

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag!
  • Herhalen H2 
  • Belangrijke begrippen
  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Ingrijpende verandering in de productiemethode, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines
A
Industriële revolutie
B
Sectoren
C
Productie
D
Industriële samenleving

Slide 3 - Quizvraag

Samenleving waarin meer dan de helft van de bevolking in steden woont en waarin veel mensen werken in de industrie en diensten
A
Industriële revolutie
B
Sectoren
C
Productie
D
Industriële samenleving

Slide 4 - Quizvraag

Kijk naar de afbeelding. Hoe heet dit apparaat?
A
Stoommachine
B
Schietsspoel
C
Spinnenwiel
D
Spinning Jenny

Slide 5 - Quizvraag

Met de komst van de industriële revolutie ontstonden nieuwe producten. Noem drie nieuwe producten die door de industriële revolutie zijn ontstaan

Slide 6 - Open vraag

Kijk naar de afbeelding. Hoe kan je de werkgever herkennen in de foto?

Slide 7 - Tekstslide

Kijk naar de afbeelding. Waarom waren fabrieksbazen blij met de kinderarbeid?

Slide 8 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden
In 1815 werd Nederland samen met België een constitutionele monarchie: Het Koninkrijk der Nederlanden
  • Koning Willem I
  • Staatshoofd: de persoon met de hoogste macht
  • Regeringsleider: de aanvoerder (leider) van de regering

    Taken van koning
  • Benoemen ministers
  • Ontslaan ministers
    Minister moesten gehoorzamen aan koning
  • Uitgaven
  • Het leger
  • De kolonies

Slide 9 - Tekstslide

Het bestuur van Nederland
  • Vertegenwoordigers van het volk zaten in het parlement, dat werd ook wel Staten-Generaal genoemd
  • Het parlement bestond uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
  • De koning koos de leden van de Eerste Kamer
  • De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de Provinciale Staten
  • Eerste Kamer: deel van de Staten-Generaal
    Tweede Kamer: deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers zijn gekozen
  • Provinciale Staten: de volksvertegenwoordigers in de provincie
  • Edelen en regenten kozen de Provinciale Staten
  • Het parlement moest nieuwe wetten goedkeuren, maar had voor de rest weinig macht

Slide 10 - Tekstslide

  • Eerste kamer
  • Tweede kamer
  • Provinciale Staten
  • Ministers
S (Staatshoofd)
R (Regeringsleider)
M (Meeste macht)  

Slide 11 - Tekstslide

'Het parlement moest in 1815 nieuwe wetten goedkeuren’.
Door deze zin lijkt alsof Nederland democratisch was in 1815, maar dat was het niet onder Koning Willem l.
Leg uit waarom Nederland in 1815 niet zo democratisch was.

Slide 12 - Open vraag

Ontevredenheid
In Nederland groeide de ontevredenheid over het bestuur

  • De meeste Nederlanders mochten niet kiezen
  • Het parlement had weinig invloed op de regering
  • Burgers streefden naar vrijheid in de politiek, zij heette liberalen
    1830: Belgische liberalen komen in opstand en stichtten eigen koninkrijk -- België
  • 1840: Willem II wordt nieuwe koning Nederland
  • 1848: Burgers gaan demonstreren tegen overheid


  • Tweede Kamerlid Thorbecke gaat nieuwe grondwet schrijven

Slide 13 - Tekstslide

Grondwet 1848
In de nieuwe grondwet, kwamen nieuwe grondrechten te staan, zoals:
  • Vrijheid van pers
  • Vrijheid van onderwijs
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van vereniging
  • Vrijheid van vergadering

Nederland kreeg ook een parlementair stelsel
  • Burgers mochten leden van de Tweede Kamer en de Provinciale Staten kiezen
  • De Eerste Kamer werd gekozen door de Provinciale Staten

Slide 14 - Tekstslide

Grondwet 1848
  • Koning bleef staatshoofd
  • Minister-president (premier) werd regeringsleider
  • Minister-president was voorzitter van ministerraad of het kabinet
  • De regering moest het parlement goed informeren en mocht niets doen zonder de toestemming van het parlement

    Nog meer veranderingen 1848
  • In 1848 mochten alleen mannen met een goed inkomen stemmen
  • In 1917 mochten alle mannen stemmen
  • In 1919 Mochten alle vrouwen stemmen
  • Algemeen kiesrecht
  • Nederland werd een parlementaire democratie

Slide 15 - Tekstslide

  • Eerste kamer                             (S,R,M)
  • Tweede kamer
  • Provinciale Staten
  • Minister-president + ministers

Slide 16 - Tekstslide

Sociale kwestie
Slechte omstandigheden:
  • Te weinig loon
  • Lange dagen (12 uur)
  • Zelden vrij
  • Gevaarlijk werk

  • Kinderen werkten al vanaf hun 6e
  • Armoede en kinderarbeid groeide enorm met de komst van de industriële revolutie
    Arbeiderswijken
  • Hele gezin woonde in één huis
  • Huizen waren krap en vochtig
  • Niet genoeg eten, slechte hygiëne
  • Sociale kwestie: maatschappelijk vraagstuk over de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders 

Slide 17 - Tekstslide

Kinderwetje van Houten
In veel industrielanden, kwamen sociale wetten: wetten om mensen te steunen, die niet goed voor zichzelf konden zorgen

1874: 'Kinderwetje' van Houten
  • Kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer werken in fabrieken
  • Kinderen onder de 12 jaar mochten nog wél op het land werken

  • 1901: Kinderen tot 12 jaar moeten verplicht onderwijs volgen
  • Kinderarbeid verdween

Slide 18 - Tekstslide

In 1874 werd het Kinderwetje van Houten ingevoerd. Deze wet verbood kinderarbeid tot 12 jaar in fabrieken. Leg uit dat veel arbeidersgezinnen in eerste instantie helemaal niet blij waren met deze wet.

Slide 19 - Open vraag

Schoolstrijd
  • In de grondwet van 1848 werd ook godsdienstvrijheid vastgelegd
  • Gelovigen konden nu zelf hun eigen school oprichten
  • Bijzondere school: niet-openbare school

  • Openbare scholen kregen geld van de overheid, maar bijzondere scholen niet
  • Schoolstrijd
  • In 1917 kregen bijzondere scholen ook geld van de overheid
  • Confessionelen: mensen die in de politiek uitgaan van het christelijke geloof

  • 1879: Abraham Kuyper richt de eerste politieke partij op

Slide 20 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat de schoolstrijd inhield

Slide 21 - Open vraag

Emancipatie
A
iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen
B
strijd dat iedereen in Nederland mag stemmen
C
wet voor steun aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen
D
toekenning van gelijke rechten opheffing van achterstanden

Slide 22 - Quizvraag

Feminsten
A
Toekennen van gelijke rechten op opheffen van achterstanden
B
mensen die in de politiek uitgaan van het christelijke geloof
C
iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen
D
iemand die in de politiek streeft naar gelijkheid

Slide 23 - Quizvraag

Aletta Jacobs was een bekende feminist uit de Nederlandse geschiedenis. Zij streed voor allerlei zaken. Kies de twee juiste zaken waar zij voor streed en waar zij succes mee boekte uit onderstaande voorbeelden.
A
Toegang tot hoger onderwijs
B
Algemeen vrouwenkiesrecht
C
Recht op abortus
D
Gratis kinderopvang

Slide 24 - Quizvraag

Belangrijke begrippen
  • Industriële revolutie                                                                                            Liberalen
  • Sectoren                                                                                                                 Sociale kwestie
  • Productie                                                                                                               Confessionelen
  • Industriele samenleving                                                                                     Schoolstijd
  • Ondernemer                                                                                                          Emancipatie
  • Werkgever                                                                                                              Feministen
  • Werknemer
  • Vakbond

  • Tweede kamer
  • Eerste kamer
  • Provinciale staten
  • Minister
  • Minister president

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
  • Morgen SO H2
  • LessonUp goed doornemen
  • Herhalingsopdrachten

  • Poster niet af, je hebt tot vandaag de tijd om het in te leveren. 
  • Lokaal 14
  • Naam groepsgenoten


Succes met leren!!!

Slide 26 - Tekstslide