2.2 Democratie in Nederland

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H2 Burgers en stoommachines
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Neem rustig plaats en leg je boeken alvast op tafel
Geschiedenis
Maris College - Klas 2 - vmbo 
H2 Burgers en stoommachines

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag!
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoelen
  • Koninkrijk der Nederlanden
  • Het bestuur van Nederland 
  • Schema I
  • Ontevredenheid
  • Grondwet 1848
  • Schema II
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Hoe maakten mensen vroeger producten
  • Hoe is de stoommachine ontstaan?
  • Welke nieuwe uitvindingen zijn er gedaan door de komst van de stoommachine?
  • Wat is massaproductie?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je uitleggen:
  • hoe Nederland in 1815 werd bestuurd
  • wat veranderde door de grondwet van 1848
  • hoe het kiesrecht werd uitgebreid

Slide 4 - Tekstslide

Koninkrijk der Nederlanden
In 1815 werd Nederland samen met België een constitutionele monarchie: Het Koninkrijk der Nederlanden
  • Koning Willem I
  • Staatshoofd: de persoon met de hoogste macht
  • Regeringsleider: de aanvoerder (leider) van de regering

    Taken van koning
  • Benoemen ministers
  • Ontslaan ministers
    Minister moesten gehoorzamen aan koning
  • Uitgaven
  • Het leger
  • De kolonies

Slide 5 - Tekstslide

Het bestuur van Nederland
  • Vertegenwoordigers van het volk zaten in het parlement, dat werd ook wel Staten-Generaal genoemd
  • Het parlement bestond uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer
  • De koning koos de leden van de Eerste Kamer
  • De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de Provinciale Staten
  • Eerste Kamer: deel van de Staten-Generaal
    Tweede Kamer: deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door burgers zijn gekozen
  • Provinciale Staten: de volksvertegenwoordigers in de provincie
  • Edelen en regenten kozen de Provinciale Staten
  • Het parlement moest nieuwe wetten goedkeuren, maar had voor de rest weinig macht

Slide 6 - Tekstslide

Staatsinrichting van Nederland 1815-1848
Vul de juiste begrippen bij de
 juiste letter
Begrippen:
  • Eerste Kamer
  • Tweede Kamer
  • Ministers
  • Provinciale Staten

Groene pijlen = kiezen of kiest
Rode pijl = moet luisteren naar

Klaar?
Als je klaar bent, vul de letters S (staatshoofd), R (regeringsleider) en M (Meeste Macht) bij de juiste persoon/instelling

Slide 7 - Tekstslide

Ontevredenheid
In Nederland groeide de ontevredenheid over het bestuur

  • De meeste Nederlanders mochten niet kiezen
  • Het parlement had weinig invloed op de regering
  • Burgers streefden naar vrijheid in de politiek, zij heette liberalen
    1830: Belgische liberalen komen in opstand en stichtten eigen koninkrijk -- België
  • 1840: Willem II wordt nieuwe koning Nederland
  • 1848: Burgers gaan demonstreren tegen overheid


  • Tweede Kamerlid Thorbecke gaat nieuwe grondwet schrijven

Slide 8 - Tekstslide

Grondwet 1848
In de nieuwe grondwet, kwamen nieuwe grondrechten te staan, zoals:
  • Vrijheid van pers
  • Vrijheid van onderwijs
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van vereniging
  • Vrijheid van vergadering

Nederland kreeg ook een parlementair stelsel
  • Burgers mochten leden van de Tweede Kamer en de Provinciale Staten kiezen
  • De Eerste Kamer werd gekozen door de Provinciale Staten

Slide 9 - Tekstslide

Grondwet 1848
  • Koning bleef staatshoofd
  • Minister-president (premier) werd regeringsleider
  • Minister-president was voorzitter van ministerraad of het kabinet
  • De regering moest het parlement goed informeren en mocht niets doen zonder de toestemming van het parlement

    Nog meer veranderingen 1848
  • In 1848 mochten alleen mannen met een goed inkomen stemmen
  • In 1917 mochten alle mannen stemmen
  • In 1919 Mochten alle vrouwen stemmen
  • Algemeen kiesrecht
  • Nederland werd een parlementaire democratie

Slide 10 - Tekstslide

Staatsinrichting van Nederland vanaf 1848
Vul de juiste begrippen bij de
 juiste letter
Begrippen:
  • Eerste Kamer
  • Tweede Kamer
  • Minister-president + Ministers
  • Provinciale Staten

Groene pijlen = kiezen of kiest
Rode pijl = moet luisteren naar

Klaar?
Als je klaar bent, vul de letters S (staatshoofd), R (regeringsleider) en M (Meeste Macht) bij de juiste persoon/instelling


Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
2sA en 2sB
  • Opdrachten: 2, 4, 5 en 6
  • Bladzijde: 28-29


2sC en 2sD
  • Opdrachten: 1, 3, 5, 6
  • Bladzijde: 41-43


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
2kA
  • Opdrachten: 2, 4, 5 en 6
  • Bladzijde: 28-29


2kB, 2kC en 2kD
  • Opdrachten: 1, 3, 5, 6
  • Bladzijde: 41-43


Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
Herhaling
  • Hoe werd Nederland bestuurd in 1815?
  • Hoe werd Nederland bestuurd na 1848?
  • Hoe werd het kiesrecht uitgebreid?

Volgende les:
  • Beginnen aan 2.3


Huiswerk:
Staat in magister

Slide 14 - Tekstslide