1.3 Waarvoor zorgde de natuur? (1)

Landschappen in Laag-Nederland


  •      Duinlandschap (de kust)

  •      Zeekleilandschap

  •      Laagveenlandschap
 Landschappen in Hoog-Nederland


  •      Zandlandschap 

  •      Hoogveenlandschap

  •      Rivierkleilandschap

  •      Lösslandschap  


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Landschappen in Laag-Nederland


  •      Duinlandschap (de kust)

  •      Zeekleilandschap

  •      Laagveenlandschap
 Landschappen in Hoog-Nederland


  •      Zandlandschap 

  •      Hoogveenlandschap

  •      Rivierkleilandschap

  •      Lösslandschap  


Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Zand- en Lösslandschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Landschapvorming (1)


Wat heeft de ijstijd te maken met landschapvorming?
  • De ijstijd heeft ons land gevormd.

  • De ijstijd heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat het zand- en lösslandschap zijn gaan ontstaan.


Slide 4 - Tekstslide

Waarom laat ik hier iets zien over de ijstijd?
Landschapvorming (2)
Welke drie elementen hebben onze landschappen gevormd?
  • Water, wind en ijs hebben de landschappen gevormd.

Landschappen die door de natuur zijn gemaakt noem je?
  • Natuurlandschappen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Ijstijd 
(100.000 jaar geleden)


Wat gebeurde er in de ijstijd...
  • Het ijs (de gletsjer) duwde de ondergrond net een bulldozer.

  • Doordat de gletsjer de grond opduwde ontstonden er hierdoor heuvels.

  • Ijs smelt en er blijven heuvels in het landschap achter.  

Slide 6 - Tekstslide

Een stuwwal is een heuvel in het landschap die ontstaan is doordat een gletsjer de grond heeft opgeduwd. 

Het ijs (de gletsjer) duwde de ondergrond net een bulldozer
Ontstaan van de Veluwe/limburg hoogste heuvel.
Toen het ijs gesmolten was bleef een heuvel in het landschap achter (stuwwallen: bestaan uit zand en grind)
In de grond een samengeperste grond van aan en Grind. 

Stuwwallen zijn gevormd door gletsjertongen. Met hun immense gewicht en kracht duwden zij de bevroren bodem tientallen tot soms meer dan honderd meter omhoog. Dit gebeurde tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, ongeveer 150.000 jaar geleden. Toen wisten gletsjers helemaal vanuit Scandinavië tot halverwege ons land door te dringen. Op plaatsen waar de grond weggeduwd was bleven laagten in het landschap achter, die glaciale bekkens genoemd worden.
Stuwwallen (Kaart)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

In welke provincie zit de Veluwe
De Veluwe
  • Mooi resultaat van de stuwwal.
  • Hoogste heuvel is 109,9 meter hoog.

Slide 9 - Tekstslide

Ontstaan. Mooi natuurgebied. Hoge heuvels.

Resultaat van wind, water en ijs. 
Zand- en Lösslandschap

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zand- en Lösslandscap 
Hoe ontstond het zandlanschap? 
  • Ontstond in de ijstijd.
  • De harde wind vanuit het westen nam veel zand mee. 
  • Bedekte vele gebieden in Nederland.

Hoe ontstond het Lösslandschap?
  • De lichtere stofjes, hele fijne korrels (Löss), gingen verder Nederland in.
  • Die kwamen aan in Limburg en vormde een het lösslandschap. 
  • Löss betekent ook: fijne zand.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe ontstond de zandlanschap 
ontstond in de ijstijd.

Harde koude wind bracht wind en waaide zo zand naar de andere gebieden. dekzand dicht aan de ondergrond.

Maar de lichtere stofjes aan, hele fijne korrels gingen naar de hogere gebieden in Nederland. Daar werd het afgezet. Die kwamen aan in Limburg en vormde een klein gedeelte lotslandschap. loss betekent ook: fijne zand
Zuid-Limburg (Löss)
  • Lösslaag tot wel 20 meter hoog.
  • Löss bevat voedingstoffen en is vruchtbaar geschikt voor landbouw.
  • Eerste landbouw begon hier (Zuid-Limburg.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerwerkboek
Blz. 20 
Opdracht 1 en 2

Blz. 21
Opdracht 3 en 4



timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten...
Blz. 18
Opdracht 1 en 2

Blz. 19
Opdracht 3 en 4

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Natuurlandschappen zijn:
  • Landschappen die zijn gevormd door water, wind en ijs.

Het verband tussen de ijstijd en de vorming van landschappen:
  • Vanuit het Noorden schoof de ijslaag halverwege Nederland. Doordat het ijs (de gletsjer) de grond opduwde ontstonden er hierdoor heuvels.

Het ontstaan van het Zand- en Lösslandschap beschrijven. 
  • In de Ijstijd was we een harde wind vanuit het westen en die nam veel zand mee. Bedekte vele gebieden in Nederland (Zandlandschap).
  • De lichtere stofjes, hele fijne korrels (Löss), gingen verder Nederland in. Die kwamen aan in Limburg en vormde een het lösslandschap . 





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies