H3 Stromingen (3), de regering regeert (4)

3.3 en 3.4
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.3 en 3.4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kan ik:
  • het verschil tussen actief en passief kiesrecht uitleggen
  • het verschil uitleggen tussen politiek links en politiek rechts
  • uitleggen wat er na de verkiezingen gebeurt
  • kenmerken van de drie belangrijkste politieke stromingen herkennen en noemen
  • het verschil uitleggen tussen politieke partijen gebaseerd op een politieke stroming, populistische partijen en one-issuepartijen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les kan ik:
  • uitleggen wat de regering doet.
  • weet ik wat de koning doet
  • weet ik wat er op Prinsjesdag gebeurt 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhalen
en stencil nakijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht: benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd kunnen inzetten om kiezers voor zich te winnen.
Het filmpje volgt in de volgende dia . Daarna kun je de vraag beantwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht: benoem twee middelen die politieke partijen tijdens verkiezingstijd kunnen inzetten om kiezers voor zich te winnen.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvan maken deze mensen gebruik?
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppel het juiste antwoord aan een links of rechts mensbeeld.
Links
Rechts
Gelijkheid
Vrijheid
Kleine overheid
Grote overheid

Slide 12 - Sleepvraag

Terugblik hoofdstuk 2
Koppel het juiste antwoord aan een links of rechts mensbeeld.
Links
Rechts
Hoge belastingen
Opkomen voor kwetsbare mensen
Lage belastingen
Eigen verantwoord-elijkheid
Milieu
Strenger straffen

Slide 13 - Sleepvraag

Terugblik hoofdstuk 2
Politiek
Draait om de vraag: hoe wil je dat de samenleving eruitziet? Jouw opvattingen daarover bepalen bij welke politieke stroming jij het beste past. 

Er zijn drie grote politieke stromingen: liberalisme, sociaal-democratie en christen-democratie
Een politieke stroming is een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SP
Groen Links
PvdA
DENK
D66
50Plus
ChristenUnie
CDA
SGP
VVD
PVV
Forum voor Democratie
Links
Rechts
Midden

Slide 15 - Sleepvraag

Terugblik hoofdstuk 2
Liberalisme
economische vrijheid
De vrijheid om een bedrijf te beginnen en er op je eigen manier geld mee te verdienen met zo min mogelijk regels
persoonlijke vrijheid
De vrijheid om te leven zoals jij wilt.
De meest liberale partij is de VVD.
Ook D66, PVV en FvD hebben liberale standpunten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-democratie
Solidariteit
Solidariteit betekent dat je klaarstaat voor mensen met wie het niet zo goed gaat. Bijvoorbeeld omdat ze niet genoeg geld helpen om eten te kopen.
Gelijkwaardigheid
Sociaal-democraten zeggen: de overheid moet ervoor zorgen dat geld, kennis en macht eerlijker worden verdeeld. De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft.
In Nederland zijn de Partij van de Arbeid, de SP en GroenLinks sociaal-democratisch.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christen-democratie
Christelijke geloof
De christen-democratische stroming heeft het christelijke geloof en de Bijbel als uitgangspunten.
Naastenliefde
Vooral de waarde 'naastenliefde' is voor christen-democraten belangrijk. Burgers moeten elkaar helpen, in goede en in slechte tijden. 
Christen-democratische partijen in Nederland zijn het CDA en de ChristenUnie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet altijd in een hokje
'One-issue' partijen
De Partij voor de Dieren vindt één thema het allerbelangrijkste: het verbeteren van dierenrechten. Daarom noem je hen een 'one-issue'-partij.
Populistische partijen
Sommige partijen horen niet bij één stroming. De PVV is bijvoorbeeld net als de SP voor goede uitkeringen voor werklozen (sociaal-democratisch) en wil net als de VVD zo weinig mogelijk regels voor bedrijven (liberaal). De PVV wordt vaak een populistische partij genoemd. Zij luisteren alleen maar naar wat het volk wil, niet naar wat de experts denken.
Partijen die moeilijker in een hokje te plaatsen zijn: PVV, FvD, PvdD, Denk, 50Plus

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 De regering regeert
Opdracht mindmap 
Maak een mindmap waarin de volgende woorden staan:
ministers, kabinet, regeringspartijen, regeerakkoord, staatssecretaris, ministerpresident, wetsvoorstel, staatshoofd, troonrede, miljoenennota, rijksbegroting

Maak een foto van de mindmap en deel hem via TEAMS

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
opdrachten:
Nakijken met nakijkbladen
par 3: 4, 5, 6, 9, 10 en 11
par 4: 1, 3, 5, 7, 9, 10, 12

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies