Duits Wiedervereinigung 3. Oktober
1 / 27
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Was weißt du von dem Fall der Mauer?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
De regering in de DDR was erg streng en bepaalde veel. Wat kon je nog wel zelf bepalen
A
Bücher: welke boeken je wil lezen.
B
Musik: welke muziek je graag luistert
C
Meinung: wat je ergens van vindt.
D
Bettzeit: hoe laat je naar bed wil gaan.
Slide 9 - Quizvraag
Steeds meer mensen verlieten de DDR. Wat gebeurde er toen?
A
De BRD ging de grenzen steeds beter bewaken.
B
De DDR zorgde voor steeds meer grensbewaking.
Slide 10 - Quizvraag
Was geschah am 13 August 1961 in Berlin?
A
De grenzen werden gesloten, en de muur werd gebouwd.
B
Er werden plannen gemaakt om een muur te bouwen.
C
Er was een grote opstand
Slide 11 - Quizvraag
Waar zorgde de bouw van de muur voor?
A
Voor veel extra werkgelegenheid en dus meer koopkracht.
B
Dat je je vrienden en familie die in dezelfde stad woonde niet meer kon zien.
C
De waarde van de DDR-munt (Pfennig) steeg ineens enorm.
D
Eindelijk kon je weer vrij reizen.
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel jaar heeft de muur Berlijn gescheiden (alleen getal opschrijven).
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke verschillen zie/hoor je tussen Oost en West Berlijn?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Die Deutsche Demokratische Republik lag in Ost-Deutschland.
A
richtig
B
falsch
Slide 21 - Quizvraag
Ost Deutschland
West Deutschland
Slide 22 - Sleepvraag
West-Berlin lag in West-Deutschland
A
richtig
B
falsch
Slide 23 - Quizvraag
Zusammenfassung/ samenvatting
De Berlijnse muur
In 1961
De grens
In totaal tijdens vluchtpogingen
was 155 meter lang en werd gebouwd zodat inwoners van de DDR niet konden vluchten.
werd de muur dwars door Berlijn gebouwd.
werd ook "Todesstreifen" genoemd
stierven meer dan 140 mensen.
Slide 24 - Sleepvraag
Was ist "die Stasi"?
A
Het leger van heel Duitsland.
B
De geheime politie van de DDR.
C
De militairen van de BRD.
Slide 25 - Quizvraag
Die Menschen in der DDR waren zufrieden mit der Regierung.
A
richtig
B
falsch
Slide 26 - Quizvraag
Was hast du heute gelernt?
