Temperatuurregulatie

Lichaamstemperatuur
Saturatie meten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lichaamstemperatuur
Saturatie meten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
- hoe houdt het lichaam temperatuur op peil?
- indicaties om temperatuur te meten
- EWS: Early Warning Score
- verschillende manieren van temperaturen
- te lage lichaamstemperatuur
- te hoge lichaamstemperatuur
- saturatie meten
- symptomen die wijzen op zuurstoftekort



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaamstemperatuur stabiel houden
 Het lichaam produceert warmte door een proces van stofwisseling in met name de hersenen, de lever en de spieren.
Via bloedsomloop wordt warmte over lichaam verdeeld.  
Temperatuurregulatiecentrum in hersenen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem eens redenen
om temperatuur te meten

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wijze van temperatuur opnemen
in het rectum (rectaal);

in de mond (oraal); (tel 0,3 graden erbij op) (3 minuten meten)
onder de oksel (axillair); (0,5 graden erbij)
in het oor (tympanisch);
via voorhoofd of slaap.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kippenvel
De haren op de huid gaan overeind staan en houden meer lucht vast, wat isolerend werkt. Er is dan sprake van 'kippenvel' en soms rillen.

  • ondertemperatuur; < 36,5
  • onderkoelingsverschijnselen (hypothermie); < 35
  • bevriezingsverschijnselen.

Gevaarlijk: temperatuur lager dan 32 graden Celsius -> verminderde spieractiviteit, niet meer rillen.  
Temperatuur onder de 28 graden Celsius: kans op een ademstilstand en daardoor overlijden.


Slide 7 - Tekstslide

Onder de 32 graden Celsius kan het hart geen goede spieractiviteit meer ontwikkelen; prikkels worden dan nog maar moeizaam doorgegeven. Als de lichaamstemperatuur onder de 28 graden Celsius zakt, wordt de situatie kritiek en dat kan uiteindelijk overlijden tot gevolg hebben.
Bevriezingen

  • eerstegraads bevriezing, waarbij roodheid en later een bleekgrijze huidverkleuring optreedt die gepaard gaat met een stekende pijn;
  • tweedegraads bevriezing, met blaarvorming die gepaard gaat met een stekende pijn;
  • derdegraads bevriezing, waarbij sprake is van een spierwitte huid die hard aanvoelt en waarbij de zorgvrager geen pijn ervaart; hierbij is het in het ergste geval mogelijk dat een heel lichaamsdeel afsterft.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen bij bevriezing
Gecontroleerd opwarmen:
  • warm drinken aanbieden, maar alleen als de zorgvrager bij bewustzijn is;
  • lichaamsdelen van de zorgvrager voorzichtig opwarmen met eigen lichaamswarmte (huid-op-huidcontact);
  • de zorgvrager een warm bad of douche aanbieden als dat fysiek nog mogelijk is;
  • de zorgvrager op een elektrisch opwarmmatras leggen en langzaam de temperatuur verhogen;
  • de zorgvrager in een isoleerdeken wikkelen als er geen opwarmmatras voorhanden is.




Slide 9 - Tekstslide

voorkomen dat eerst de huid opwarmt en daarna pas het lichaam zelf. Als de huid opwarmt, trekt het bloed naar de huid toe en dus weg van de organen. Daardoor koelt het lichaam nog verder af.
Welke zorgvragers lopen risico
op ondertemperatuur?

Slide 10 - Woordweb

zoals baby's, mensen met diabetes mellitus, mensen met hartfalen en mensen met schildklierproblemen. 

Verder kunnen dakloze mensen ondertemperatuur oplopen, maar ook mensen met een bepaalde psychiatrische aandoening of met dementie, omdat zij bijvoorbeeld buiten rondzwerven en niet meer weten hoe zij thuis moeten komen. Er kan zelfs onderkoeling optreden als iemand bovendien nat, onvoldoende gekleed of dronken (alcoholist) is of bepaalde medicijnen gebruikt.

Alcohol verdooft het spier- en bindweefsel in je lichaam.
Te hoge lichaamstemperatuur
  • verhoging; 37,5 en 38 graden Celsius
  • koorts; 38 graden Celsius of hoger
  • hyperthermie.

Klachten bij geleidelijke temperatuurverhoging: hoofdpijn, spierpijn, gebrek aan eetlust, lusteloosheid, moeheid en slaapproblemen.
Koortsstuip: Lichamelijke reactie op een sterke stijging van de lichaamstemperatuur waarbij verschijnselen kunnen optreden die lijken op een epileptische aanval. (6 maanden - 6 jaar)
Koude rilling: Periode in het koortsverloop waarin de zorgvrager het beurtelings koud en warm heeft.



Slide 11 - Tekstslide

Zenuwuiteinden in de huid geven bij een verhoging van de temperatuur een seintje aan de hersenen. De hersenen sturen vervolgens een berichtje naar de drie miljoen zweetklieren in het lichaam om zweet af te gaan scheiden. Dit zweet verdampt op de warme huid, waardoor het lichaam weer afkoelt en de temperatuur daalt.

Door de hogere lichaamstemperatuur groeien bacteriën en virussen minder goed.
Sepsis
Bloedvergiftiging: Ernstige (soms dodelijke) ontstekingsreactie van het lichaam als gevolg van een infectie in het bloed, die meestal wordt veroorzaakt door bacteriën of hun producten.

Klachten:
verlaagde bloeddruk;
hoge ademhalingsfrequentie;
snelle hartslag;
koorts;
algehele malaise;
verward reageren. 
Als de bloeddruk zo laag wordt dat het bloed niet meer goed wordt rondgepompt, krijgen delen van het lichaam onvoldoende zuurstof. Hierdoor kunnen organen onherstelbaar beschadigen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hyperthermie
Sterk verhoogde lichaamstemperatuur:
Oververhitting, met verschijnselen als vermoeidheid, concentratieverlies, hoofdpijn, spierkrampen, duizeligheid en misselijkheid.

Hitte-uitputting, met verschijnselen als hevig zweten, bleke huid, kramp, snelle hartslag en flauwvallen.

Hitteberoerte, met verschijnselen als een hoge hartslag, misselijkheid, een hoogrode kleur op het gezicht, droge huid, stuiptrekkingen en bewustzijnsverlies. Er kunnen shockverschijnselen of toevallen ontstaan die lijken op epileptische aanvallen. Uiteindelijk kan een circulatiestilstand optreden.


Slide 13 - Tekstslide

afgekoeld met een koeldeken, koelbad of koudwaterkompressen, terwijl ook een ventilator aanstaat. Als de zorgvrager bij kennis is, kun je oral rehydration salts (ORS) aanbieden. Dit is een poeder met zouten. Opgelost in water wordt het snel opgenomen door het lichaam. Wel moet je de zorgvrager kleine slokjes tegelijk geven en alert zijn op braken en verslikken.
Saturatie meten
Percentage hemoglobine (Hb) dat volledig is verzadigd met zuurstof; bij gezonde mensen tussen de 95% en 100%.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je aan iemand
zien bij zuurstoftekort?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen die wijzen op zuurstoftekort
  • benauwdheid, meer dan bij de inspanning hoort;
  • versnelde ademhaling, ook in rust;
  • gebruik van hulpademhalingsspieren en hoge ademhaling; buikademhaling doet niet meer mee;
  • hartritmestoornissen en snelle pols; deze voelt de zorgvrager vaak zelf;
  • verhoogde bloeddruk, mede door angst voor de benauwdheid die is ontstaan;
  • hyperventilatie: dit is een versnelde of verdiepte ademhaling;
  • verwardheid door te weinig zuurstof in de hersenen.






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies