Herhaling Past Simple


Herhaling
Past Simple

=
Verleden tijd
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Herhaling
Past Simple

=
Verleden tijd

Slide 1 - Tekstslide

Wat hoort bij de past simple? 
Sleep ze naar het vak toe. 
ww+ed
2e rij oww
Tomorrow
Yesterday
ww+ing
was/were
am/is/are
Nu bezig
Afgelopen
Is gebeurd

Slide 2 - Sleepvraag

Staat de volgende zin in de past simple?
They walked home last night.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Staat de volgende zin in de Past Simple?
We play basketball every day.
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Past Simple gaat over het verleden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je zet -ed achter het werkwoord als je de past simple moet maken
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je gebruikt het 1e rijtje onregelmatige werkwoorden voor de past simple.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling Past Simple
Past simple = verleden tijd 
Het is in het verleden gebeurd en afgelopen. 
Vorm = werkwoord + ed of 2e vorm oww

Belangrijke woorden in de zin die past simple aangeven:
Yesterday, last night, a month ago, in 2020, in the 16th century, the day before yesterday, last night, en veel meer. 

Slide 8 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Deze moet je uit je hoofd leren.
De onregelmatige werkwoorden staan op blz 32 in je file 1+2.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Opdracht 1
Nu volgen er wat quizvragen.
Kies het juiste antwoord
Gebruik de past simple
Gebruik de lijst onregelmatige werkwoorden in je boek

Slide 11 - Tekstslide

She (to say) she visited the doctor yesterday.
A
say
B
says
C
said
D
sayed

Slide 12 - Quizvraag

They (to know) each other, he told me.
A
knowed
B
knew
C
knows
D
was knowing

Slide 13 - Quizvraag

I (to have) to catch the last train home last night.
A
have
B
had
C
has
D
was having

Slide 14 - Quizvraag

We (to feel) dizzy yesterday.
A
feel
B
feeled
C
felt
D
were feeling

Slide 15 - Quizvraag

I (to put) the ball in the basket last match.
A
put
B
putted
C
puts
D
was putting

Slide 16 - Quizvraag

She (to ask) really silly questions during class yesterday.
A
asks
B
was asking
C
ask
D
asked

Slide 17 - Quizvraag

The boy (to beg) the girl to come back after they had broken up.
A
begged
B
beged
C
begs
D
was begging

Slide 18 - Quizvraag

I (to trust) you with my Phone and now you have broken it.
A
trusts
B
trust
C
was trusting
D
trusted

Slide 19 - Quizvraag

We (to start) a fire because we were cold.
A
start
B
starts
C
was starting
D
started

Slide 20 - Quizvraag

He (to be) afraid of his own dog last year.
A
beed
B
was
C
were
D
was being

Slide 21 - Quizvraag

Harry and Sally (to be) best friends in high school.
A
beed
B
was
C
were
D
were being

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht 2
Nu volgen er wat open vragen
Geef de juiste vorm van het werkwoord.
Gebruik de past simple
Gebruik de onregelmatige werkwoorden lijst in je boek. 

Slide 23 - Tekstslide

The man (to be) in the subway yesterday.

Slide 24 - Open vraag

We (to have) a party last night. It was so fun!

Slide 25 - Open vraag

Greg and Simone (to see) the Titanic film in 1997.

Slide 26 - Open vraag

The bomb (to explode) in the dunes during World War II.

Slide 27 - Open vraag

He (to say) he was going to visit London last year.

Slide 28 - Open vraag

I (to feel) sick after eating all that chocolate.

Slide 29 - Open vraag

The boys (to do) their chores today.

Slide 30 - Open vraag

Opdracht 3
Je gaat nu verder met oefenen op websites. 
Gebruik de lijst met onregelmatige werkwoorden in deze LessonUp en in je boek. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link