Hoofdstuk 4 Van politie naar officier

hoofdstuk 4
kader en tl
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 4
kader en tl

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

basis

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

noodweer en noodweer exces

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leerdoelen
Je kent de 5 hoofdstaken van de politie en kunt daarbij de nodige bevoegdheden noemen

Je weet wat de Officier van Justitie doet in het strafproces

Slide 7 - Tekstslide

Taken politie
  1. Handhaven openbare orde
  2. Hulpverlening
  3. Opsporing 
  4. Preventie (voorkomen)
  5. Dienstverlening (advies en service)

 Rechter-commissaris is rechter met speciale taken (telefoon, observeren, woning doorzoeken)
Onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester
afhandelen van verkeersongeval
Onder de verantwoordelijkheid van de Officier van Justitie
Maatregelen om misdaad te voorkomen
Maatregelen die burgers kunnen nemen om inbraak te voorkomen

Slide 8 - Tekstslide

Wat mag de politie doen?
Handelingen die de politie in bepaalde situaties mag doen
Een verdacht staande houden
Bekeuring geven
Aanhouden
Vasthouden
Fouilleren


identificatieplicht voor iedereen van 14 jaar en ouder
Arresteren en meenemen naar het bureau
Rechter-commissaris
Soms mag de politie alleen iets doen met toestemming van de OvJ of van de rechter-commissaris. Het gaat dan om bv telefoon afluisteren, iemand observeren of een woning doorzoeken

Slide 9 - Tekstslide

Rechtshandhaving                                     Rechtsbescherming

- Het handhaven van rechtsorde.
- Burgers worden beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur van de overheid.

Slide 10 - Tekstslide

Officier van justitie 
speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijst zoekt tegen een verdachte en een straf eist. 

Opsporingsonderzoek leiden
beslist of verdachte naar de rechter gaat
eist een straf en voert deze uit. 

Slide 11 - Tekstslide

proces verbaal

Agenten hebben een eigen visie over de gebeurtenissen. Ook dat staat in het proces verbaal vastgelegd. Agenten moeten de waarheid vertellen en mogen dus niet liegen om de verdachte later veroordeeld te krijgen.
Een proces verbaal vormt de basis voor het verdere onderzoek dat gevoerd gaat worden door de politie en Justitie.
Een verdachte geeft een verklaring af. Dit komt in het proces verbaal te staan. De verdachte mag de boel bij elkaar liegen en mag zelfs weigeren te ondertekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Wel of niet naar de rechter?
Officier van Justitie heeft 3 opties

Seponeren 
= geen rechtsvervolging
(onvoldoende bewijs, voldoende gestraft, afkicken)
Schikken = geldboete (vaak met lichtere zaken)
Vervolgen= rechtszaak

vernieling en winkeldiefstal. Rechters houden zo meer tijd over voor de zware criminaliteit
Officier van Justitie wordt openbare aanklager genoemd

Slide 13 - Tekstslide

Aantekening  
Officier van justitie kan drie dingen beslissen na een opsporingsonderzoek: 
  1.  Seponeren: geen verdere rechtsvervolging bij te weinig bewijs of als de verdachte al genoeg gestraft is 
  2. Schikken : geldboete
  3. Vervolgen: zaak voor de rechter brengen. 

Slide 14 - Tekstslide

Rechtsbescherming of rechtshandhaving?
De politie mag je niet zomaar oppakken
A
rechtsbescherming
B
rechtshandhaving

Slide 15 - Quizvraag

Rechtsbescherming of rechtshandhaving?
De politie mag je niet zomaar oppakken
A
rechtsbescherming
B
rechtshandhaving

Slide 16 - Quizvraag

Bij een rechtszaak heb je recht op een advocaat
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 17 - Quizvraag

Je moet erop kunnen vertrouwen alle verdachten dezelfde behandeling krijgen
A
rechtsgelijkheid
B
rechtszekerheid
C
rechtshandhaving

Slide 18 - Quizvraag