Verpleegdoelen vaststellen

Verpleegdoelen vaststellen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Verpleegdoelen vaststellen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les 
Er komen multiple choice vragen,
open vragen en wordwebs aan bod. Bij de open vragen zijn natuurlijk meerdere antwoorden juist.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Het stellen van doelen" is fase 3 in het verpleegkundige proces.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een doel?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een doel?
antwoord
Een doel is een gewenste situatie, iets dat je uiteindelijk graag wilt of hoopt te bereiken

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verpleegdoelen?
antwoord
Verpleegdoelen zijn doelen die de zorgvrager wilt, kan of moet bereiken om te komen tot de gewenste situatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een doelstelling?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Waarom is een doelstelling zo belangrijk

Slide 10 - Woordweb

Zonder een doel te stellen kun je eigenlijk nergens aan beginnen; je weet immers niet wat je wilt bereiken of hoopt te bereiken, dus weet je ook niet wat je moet doen . 

Daarnaast is het belangrijk als je samenwerkt om dit doel aan elkaar kenbaar te maken en allemaal hetzelfde voor ogen te hebben.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij het stellen van een doel dient de diagnose als uitgangspunt.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een voorbeeld van een zorgvraag?
A
Mw. P is niet in staat zelfstandig naar het toilet te gaan
B
Mw P heeft teveel pijn aan haar rug
C
Mw P heeft een trombosebeen
D
Mw P wilt ondersteuning bij de adl

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf hierbij een passend verpleegdoel

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent RUMBA ?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De RUMBA-criteria zijn alleen in bepaalde zorgsituaties te gebruiken
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak hier het verpleegdoel dat je gemaakt hebt nu volgens de RUMBA

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen (tijd) kan (patiënt), (concreet gedrag)

tip voor Rumba 
Na 2 weken kan Dhr Janssen zelfstandig zijn bloedsuiker meten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welk hulpmiddel kun je gebruiken voor het maken van een verpleegdoel?
A
Coëlho
B
Vademecum
C
Carpenito
D
Stappen van Bakker

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meetbaarheid van een doel wordt beschreven in het gedrag van de verpleegkundige
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Omaha System werkt met scoreschalen en niet met doelstellingen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen de verpleegkundige besluitvorming wordt één classificatiesysteem gebruikt
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een classificatiesysteem kun je zien als een hulpmiddel dat door alle verpleegkundigen begrepen wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eigen casus
Je werkt als wijkverpleegkundige bij Opella in Bennekom. Sinds vorige week is Mw. Broekman in zorg. Zij is 85 jaar en is al 55 jaar gelukkig getrouwd met Dhr. Broekman (75 jaar). Ze hebben vier kinderen en tien achterkleinkinderen die allemaal in de buurt wonen. Ze geniet erg van haar kleinkinderen. Ze staat volop in het leven. Ze is actief bij een kerk, waarbij ze een paar keer per week ouderen bezoekt die niet meer naar de kerk kunnen. Haar man was directeur bij een groot bedrijf, waardoor ze het financieel nu goed hebben. Ze heeft al jaren Reumatoïde Artritis. Ze is onder behandeling van de Reumatoloog van Ziekenhuis Gelderse Vallei. Verder is er nog geen hulp nodig geweest. Tot voor kort kon ze zichzelf nog goed redden met hulp van haar man. Maar nu zit ze al maanden te tobben. Het is een vrouw die niet snel klaagt en altijd de positieve kanten ziet. Haar motto is ‘niet klagen maar dragen’. De huisarts merkte dat het haar nauwelijks nog lukte om zichzelf te douchen vanwege de stijfheid en pijn. De huisarts heeft haar overgehaald om toch thuiszorg in te schakelen om te helpen met douchen. Hier heeft ze uiteindelijk mee ingestemd. Nu kom jij of een collega drie keer per week mw. helpen met douchen en aankleden.

 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanmorgen hielp je mw. met douchen. Ze probeerde zoveel mogelijk zelf te doen, maar je zag dat het haar moeite kostte. Vooral de knoopjes open en dicht doen kostten moeite. Je zag aan haar gezicht dat mw. de pijn verbeet, maar volgens haar ging het allemaal wel. Het viel je op dat ze ruime kleding draagt. Toen ze gedoucht en wel klaar was, begon ze aan het ontbijt dat haar man voor haar had klaargemaakt. Met veel moeite lukte het haar om het brood aan de vork te krijgen en haar kopje thee op te pakken om te drinken.

Haar man liet je bij de voordeur uit en hij knoopte nog even een praatje aan. Hij maakte zich zorgen over zijn vrouw. Volgens haar man heeft ze namelijk al een paar weken behoorlijke pijn, vooral in haar ontstoken gewrichten in haar polsen. Hij vindt ook dat zijn vrouw veel vermoeider is de laatste maanden, waardoor ze haar sociale leven nauwelijks kan volhouden. Van zijn vrouw mag hij dit niet tegen je zeggen, vandaar dat hij nu, aan de deur, dit snel aan je toevertrouwt. Ondertussen komt mw. achter hem de gang in. ‘Bertus, wat sta je daar met die zuster te smoezen?’ zegt ze. Gehaast groet dhr. je en wat verbouwereerd sta je even later op de stoep.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies