In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
CASUSSEN
Mariette (37) heeft een dwarslaesie. Ze kan niets voelen of bewegen vanaf het gebied onder haar navel. Ze gebruikt een kloptechniek om haar blaas te legen, dit lukt niet altijd en niet altijd volledig. Ze ruikt regelmatig een vieze geur aan haar urine en heeft vaak verhoging.
Stel de diagnose in jouw eigen woorden met behulp van de PES-structuur.
Slide 2 - Tekstslide
P: Blaasontsteking
E:Niet zelf kunnen legen van de blaas
S:ruikende urine en verhoging
P: Kans op decubitus
E: Niet zelf kunnen bewegen door dwarslaesie
S: rode huid, geïrriteerde huid, wondjes
Slide 3 - Tekstslide
Formuleer een PES en een doel
Meneer Meertens is 56 jaar en is verslaafd aan gokken en alcohol. Daardoor heeft hij vijftien jaar een zwervend bestaan geleid. Hij woont sinds kort, na veel begeleiding en opvang door het Leger des Heils, in een beschermde woonomgeving. Sinds drie maanden heeft hij niet meer aan zijn verslavingen toegegeven en hij let nu voldoende op zijn lichamelijke verzorging. Meneer Meertens kan moeilijk met geld omgaan. Dat is nu het grootste probleem. Hij heeft geen idee wat de dagelijkse zaken kosten en geeft te gemakkelijk geld weg. Hij vraagt hiervoor hulp. Hij vertelt dat hij 'niet goed meer kan denken door de drank'. In zijn dossier staat:
Formuleer met behulp van de PES-structuur een verpleegkundige diagnose en met behulp van de RUMBA-methode minimaal één verpleegkundig doel.
Slide 4 - Tekstslide
P: Niet goed met geld kunnen omgaan
E: verslaving aan alcohol en gokken
S: Weet niet hoeveel alles kost, geeft makkelijk geld uit
P: Slechte uiterlijke verzorging
E: door verslaving aan alcohol en gokken
S: vieze, kapotte kleren
Slide 5 - Tekstslide
Formuleer een PES
Carla (67) is meervoudig gehandicapt en woont in wooninstelling De Watervogel. Ze heeft veel last van spasmen. Haar benen zijn hierdoor zodanig vergroeid dat ze bijna niet meer aangekleed kan worden. Carla heeft veel last van obstipatie, soms heeft ze zelfs een week geen ontlasting. Ze geeft dan veel buikpijn aan. Ze heeft regelmatig een insult. Soms stoot ze hierbij haar hoofd hard tegen de tafelrand.
Stel de diagnose in jouw eigen woorden met behulp van de PES-structuur.
Slide 6 - Tekstslide
P: Obstipatie
E: Meervoudige beperking, weinig bewegen
S: Al meer dan een week geen ontlasting gehad
P: Zelfzorgtekort
E: meervoudige beperking, spasmen in benen
S: Hulp nodig bij wassen en aankleden
Slide 7 - Tekstslide
Formuleer een PES en een doel
Mevrouw Sanders is 87 jaar. Ze is gestruikeld over een stoeptegel en heeft haar heup gebroken. Ze woonde tot dit moment geheel zelfstandig en gebruikte geen medicijnen. Ze is aan haar heup geopereerd en wordt de eerste dag na de operatie gemobiliseerd, onder andere om een longontsteking te voorkomen. Mevrouw Sanders vindt dat veel te snel na de operatie. In het verpleegplan staat:
Slide 8 - Tekstslide
P: Pijn aan de heup
E: operatie aan de heup
S: Geeft aan pijn te hebben, wil niet mobiliseren
P: Kans op een longontsteking
E: Weinig beweging door heupoperatie/slecht doorademen vanwege pijn
S: Benauwd, hoesten, koorts
Slide 9 - Tekstslide
Verpleegdoel vaststellen, RUMBA
S.B. 2021
Slide 10 - Tekstslide
timer
1:00
1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
informatie
formuleren van zorgproblemen
bepalen van doelen
actie
plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren
Slide 11 - Sleepvraag
"Het stellen van doelen" is fase 3 in het verpleegkundige proces.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Wat zijn potentiële verpleegproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.
Slide 14 - Quizvraag
Waar staat de P in PES voor?
A
Verpleegproblemen als uitgangspunt voor de zorg.
B
Etiologie omvat de oorzakelijke factoren
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist
Slide 15 - Quizvraag
timer
1:00
verhoogde gevoeligheid in verband met kleinere vochtreserve en afgenomen dorstprikkel
P: Mw Klasen heeft diabetes E: Transpireert en begint te beven S: Mw raakt snel in een hypo. Is dit juist of onjuist geformuleerd?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Tommie eet elke dag witbrood, patat en drinkt drinkt dagelijks cola. Hij heeft één keer in de week ontlasting. Hij heeft een vervelend vervelend gevoel in zijn buik. Hij zou meer vezels, groente en water moeten nemen. Welke zin hoort bij de letter E van de afkorting PES?
A
Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik
B
Hij heeft één keer in de week ontlasting
C
Hij eet dagelijks witbrood, patat en cola
D
Meer groente, vezels en water moeten drinken
Slide 18 - Quizvraag
TIP bij formuleren van de PES
Stap 1: S ->Welke symptomen zie je
Stap 2: P ->Wat is het (verpleeg)probleem of welke probleem ontstaat?
Stap 3: E ->Wat is de oorzaak?
Slide 19 - Tekstslide
Wat is een doel?
Slide 20 - Open vraag
Doel
Een doel is een gewenste situatie, iets dat je uiteindelijk graag wilt of hoopt te bereiken
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar
Slide 24 - Quizvraag
Bij het stellen van een doel dient de diagnose als uitgangspunt.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quizvraag
wat is een voorbeeld van een zorgvraag?
A
Mw. P is niet in staat zelfstandig naar het toilet te gaan
B
Mw P heeft teveel pijn aan haar rug
C
Mw P heeft een trombosebeen
D
Mw P wil ondersteuning bij de adl
Slide 26 - Quizvraag
Zorgdoel RUMBA
Zorgdoel:
Mw Peeters is, over 1 week, met ondersteuning van de VP, in staat naar het toilet te gaan
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Binnen (tijd) kan (patiënt), (concreet gedrag)
tip voor Rumba
Na 2 weken kan Dhr Janssen zelfstandig zijn bloedsuiker meten
Slide 29 - Tekstslide
De meetbaarheid van een doel wordt beschreven in het gedrag van de verpleegkundige
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Welk hulpmiddel gebruik je om een zorgdoel te formuleren
Voorbeeld RUMBA doel: Mevrouw Dijkers kan zich binnen 8 weken met behulp van een rollator binnenshuis zelfstandig verplaatsen.
Slide 32 - Tekstslide
In het verpleegplan van meneer Akdemir lees je als verpleegdoel: Meneer heeft binnen twee weken meer contacten gelegd met mensen.
Aan welke RUMBA-eis wordt bij dit zorgdoel niet voldaan?
A
R
B
U
C
M
D
B
Slide 33 - Quizvraag
Welk van onderstaande verpleegdoelen is juist geformuleerd?
A
Kevin eet binnen een week zijn maaltijd
B
Monique oefent met lopen drie maal per week onder beleiding van de fysiotherapie
C
Monique loopt over een week zelfstandig met hulp van haar rollator naar de recreatieruimte
D
Dhr. Storm is over een week niet meer agressief
Slide 34 - Quizvraag
Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar
Slide 35 - Quizvraag
Mevrouw Van Zeist geeft aan dat ze problemen heeft met haar ontlasting. Ze heeft één keer per week ontlasting en vindt dit zelf te weinig. De verpleegkundige diagnose ‘obstipatie’ is vastgesteld. Welk verpleegdoel (RUMBA!) kun je opstellen
Slide 36 - Open vraag
Mw. de Vries 84 jaar weduwe. Mw. wordt s ’nachts veel wakker, moet hoesten, door benauwdheid passend bij de COPD waardoor mw. zich overdag niet uitgerust voelt. Formuleer en PES en een RUMBA bij de casus
timer
2:00
Slide 37 - Open vraag
Antwoord
P: Mw. wordt ’s nachts vaak wakker
E: Mogelijk door hoesten, benauwdheid passend bij COPD
S: Mw. geeft aan zich overdag niet uitgerust te voelen
Doel
Mw de Vries slaapt s’nachts minimaal 5 uur achtereen en valt snel weer in slaap na een hoestbui.