Die ontwikkeling kun je beschrijven aan de hand van het conflictmodel, dat uit vier fasen bestaat:
De eerste fase is evenwicht. Het leven van de hoofdpersoon is ‘normaal’ – alles is al een tijd hetzelfde.
In fase twee gebeurt er iets wat het leven van de hoofdpersoon ingrijpend verandert. Er ontstaat een conflict (probleem). De ouders van de hoofdpersoon gaan bijvoorbeeld scheiden, de hoofdpersoon wordt ziek of moet verhuizen.
De derde fase is ontwikkeling. De hoofdpersoon moet in actie komen om goed met de verandering te leren omgaan.
In de laatste fase is er een oplossing van het conflict of is er een nieuw evenwicht.
De hoofdpersoon is veranderd of heeft een belangrijke les geleerd.