Drieklanken / akkoorden

Muziek theorieles
Drieklanken / akkoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3-6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Muziek theorieles
Drieklanken / akkoorden

Slide 1 - Tekstslide

Muziek - akkoorden

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je na deze video vertellen
over akkoorden?

Slide 3 - Woordweb

Muziek - akkoorden
Wat weet en kun je na deze les?
  •  Je weet welke verschillende akkoorden je moet kennen en hoe deze opgebouwd zijn
  •  Je weet wat we bedoelen met de harmonische functies binnen een toonsoort
  • Je kunt akkoorden en de harmonische functie hiervan in een muziekstuk benoemen

Slide 4 - Tekstslide

Muziek - toonladders
De bekendste toonladders uit de westerse muziek zijn:

De MAJEUR toonladder

en

De MINEUR toonladder
toon·lad·der (de; v(m); meervoud: toonladders)
1. reeks van tonen, zoals ze tezamen een octaaf vormen

Slide 5 - Tekstslide

Muziek - toonladders
MAJEUR - grote terts toonladder
De basisladder (zonder voortekening) is C majeur





Afstanden:          1          1         1/2        1           1           1         1/2

Slide 6 - Tekstslide

Muziek - toonladders
MINEUR - kleine terts toonladder
De basisladder (zonder voortekening) is A mineur





Afstanden:            1            1/2         1             1           1/2          1             1

Slide 7 - Tekstslide

Muziek - toonladders
De kwintencirkel >>
Majeur ezelsbruggetjes
Kruizen:
Geef De Armen Een Bord Fis
1#      2#  3#         4#    5#     6#
Mollen:
Friese Boeren Eten Alle Dagen Gort
1b          2b          3b     4b   5b          6b

Majeur - 1/2 toon = mineurparallel

Slide 8 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
Uit deze toonladders kunnen we akkoorden halen. 
Door met het materiaal uit de toonladders te werken en een tertsenstapeling te maken op elke toon (of ook wel TRAP) in de ladder: 


Slide 9 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
AKKOORD: samenklank van 3 of meer tonen
Drieklanken zijn opgebouwd door het opeenstapelen van tertsen. Een drieklank bestaat uit het stapelen van twee tertsen. 
Een vierklank bestaat uit het stapelen van drie tertsen. 




We kennen grote tertsen en kleine tertsen, verminderde tertsen en overmatige tertsen. De stof die jij moet beheersen, gaat alleen over de drieklanken opgebouwd uit de grote en kleine tertsen. 

Slide 10 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
Zo kennen we de volgende soorten drieklanken: 

majeur-, mineur-, verminderd en overmatig
De termen groot, klein, verminderd en overmatig worden dus ook bij drieklanken gebruikt, 
maar gaan dan over een bepaalde combinatie van intervallen.

Soorten drieklanken: 
Majeur drieklank:                  Een grote terts met daar opgestapeld een kleine terts     (g3 + k3) 
Mineur drieklank:                  Een kleine terts met daar opgestapeld een grote terts     (k3 + g3) 
Verminderde drieklank:     Een kleine terts met daar opgestapeld een kleine terts    (k3 + k3) 
Overmatige drieklank:        Een grote terts met daar opgestapeld een grote terts       (g3 + g3)


Kleine terts = 4 toetsen
Grote terts = 5 toetsen





Slide 11 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
Hoe haal je de drieklanken uit een toonladder? 
Je gaat op een willekeurige noot in de toonladder staan en stapelt vanaf daar twee tertsen op elkaar. Als je van een noot een drieklank maakt, noem je dit geen noot meer maar een ‘trap’. Deze trap geef je aan met een Romeins cijfer, I, II, III, etc..
De eerste noot van de trap is de grondtoon. Hierop stapel je een terts. Deze noem je ook de terts. Hierop stapel je nog een terts. Deze noot noem je de kwint: je stapelt immers twee tertsen boven op de grondtoon en dit noem je een kwint.

Slide 12 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
Elke drieklank heeft drie verschijningsvormen: 

De grondligging; zoals hij uit de toonladder wordt gehaald. (3 + 3) 

De 1e omkering; of ook wel het sextakkoord genaamd, in deze omkering/ligging ligt de terts van de drieklank in de bas. Sextakkoord omdat de omvang een sext is. (3 + 4) 

De 2e omkering; of ook wel het kwartsextakkoord genaamd, in deze omkering/ligging ligt de kwint van de drieklank in de bas. Kwartsextakkoord omdat de omvang een sext is en de kwart “onderin” ligt. (4 + 3) 


Slide 13 - Tekstslide

Muziek - akkoorden

Slide 14 - Tekstslide

Muziek - akkoorden
Bij het bepalen van een akkoord moet je het akkoord altijd vanuit de grondligging bekijken. We maken dus een ‘sneeuwpoppetje’ van het akkoord. 


Check deze video's voor extra uitleg >>>>

Slide 15 - Tekstslide

Muziek - akkoorden




Maak bladzijde 26 uit je groene theorieboekje

Slide 16 - Tekstslide

Is de lesstof over akkoorden je na deze les duidelijk?
Nee, ik snap er nog niets van...
Ik heb nog extra uitleg nodig, maar het komt goed
Ik begrijp het nu redelijk
Ik ben een akkoorden-prof!

Slide 17 - Poll

Muziek - toonladders
EXTRA UITLEG

Slide 18 - Tekstslide