Een akkoordenschema maken

• Muziek
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Een akkoordenschema maken

HV4/5/6

KUMU

Herhaling akkoorden

Een akkoord is een samenklank van 3 tonen of meer. 

- majeur-akkoorden: 4 + 3 stappen  (grote terts + kleine terts)

- mineur-akkoorden: 3 + 4 stappen (kleine terts + grote terts)

toonladder van C majeur

Trappen noteren we in Romeinse cijfers

Ga in een tweetal naar de piano en speel de akkoorden van de vorige slide. Welke trappen zijn majeur, welke mineur en welke is anders?

Trappen

I      majeur

II     mineur

III    mineur

IV   majeur

V    majeur

VI   mineur

(VII)  verminderd (2 kleine tertsen)

Voorbeeld (toonladder van C):

C 

Dm

Em

F

G

Am

(Bdim)*

*deze gebruik je niet!

Opdracht

• Maak in tweetallen een akkoordenschema van 8 maten volgens de trappenleer die net is besproken. Gebruik trap VII niet.
  
• Denk bewust na over je harmonisch ritme. (Wanneer / hoe vaak wissel je van akkoord?)
• Eindig je schema op trap I (voelt af!) of trap II of V (voelt 'onaf').
• Kies zelf de toonsoort (alles behalve C majeur)

Meer 'kleur'? 

-Voeg bij mineur-akkoorden een 7 toe (oftewel: een hele toon (2 stappen) onder de grondtoon, bv. bij een cm-akkoord: bes). Noteer als Cm7

-Voeg bij majeur-akkoorden een 9 toe (oftewel: een hele toon (2 stappen) boven de grondtoon, bv. bij een C-akkoord: d). Noteer als D9

De 

kwintencirkel

De kwintencirkel vertelt je welke vaste voortekens in een bepaalde toonladder zitten.

Buitencirkel: majeurtoonladders, binnencirkel: mineurtoonladders.

Welke toonladder wordt gebruikt op de vorige dia?

Bouw het akkoord dat staat op de derde trap van de toonladder van E majeur

Bouw het akkoord dat staat op de 6e trap van de toonladder van E majeur

Omkeringen

Als je de akkoordtonen in een andere volgorde speelt, verandert het akkoord niet, maar gebruik je een omkering. 
Vraag: waarom kunnen omkeringen handig zijn?

Voorbeeld: het C majeur akkoord (C):
C - E- G

E - G - C

G- C - E

Opdracht 1

-Pak je boekje '4 chords', blz. 4. 

-Maak opdracht C. Waar staat: 'zoek uit op gehoor', mag je als extra hulpmiddel ook de kwintencirkel gebruiken. 

-Doe ook de twee extra opdrachten. 

Opdracht 2: componeren

1. Kies een majeurtoonsoort en zoek de bijbehorende voortekens op (kwintencirkel).

2. Maak een akkoordenschema van 4 of 8 maten met de standaard 4 chords (HV4) of alle trappen behalve trap VII (V5). De volgorde en het harmonisch ritme (waar en hoe vaak de akkoorden wisselen) bedenk je zelf. Noteer je schema in akkoordsymbolen.

3. Speel je akkoordenschema en probeer een melodie te improviseren (neuriënd / zingend)