Voorzetsels 3e 4e nv met pers.vnw.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma t/m eind schooljaar
Grammatica:                                                                         Film:
- Voorzetsels met 3e en 4e naamval                         - Isi & Ozzy (tijd over) 
- Persoonlijk voornaamwoord 
- Trappen van vergelijking
- Vertaling van 'naar' en 'bij'
- Het werkwoord 'werden'
- Voegwoorden
- De voltooid tegenwoordige tijd
- W-vraagwoorden

Slide 2 - Tekstslide

HAVO
- P. 13/14/62: Voorzetsels 3e en 4e naamval
- P. 21/69: Persoonlijk voornaamwoord
- P. 81/82: Trappen van vergelijking
- P. 110: Vertaling van 'naar' en 'bij'
- P. 118: Het werkwoord 'werden'
- P. 140: Voegwoorden
- P. 131: De voltooid tegenwoordige tijd
- W-vraagwoorden (extra blad)


Belangrijk! Noteren!!
VWO
- P. 67: W-vraagwoorden
- P. 68: Voorzetsels 3e en 4e naamval
- P. 81: Persoonlijk voornaamwoord
- P. 60: Trappen van vergelijking
- P. 114: Vertaling van 'naar' en 'bij'
- P. 115: Het werkwoord 'werden'
- P. 128: Voegwoorden
- P. 104: De voltooid tegenwoordige tijd


Belangrijk! Noteren!!

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetsels met 3e en 4e naamval
Welke functies hebben voorzetsels in de zin?

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels met 3e en 4e naamval
Welke functies hebben voorzetsels in de zin?
- Voorzetsels leiden een naamval in.
- Voorzetsels zorgen ervoor dat hetgeen wat naar het voorzetsel volgt verandert.


Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsels met 3e en 4e naamval
We onderscheiden in twee groepen voorzetsels:
- Keuzevoorzetsel (leerjaar 3)
- Voorzetsels met een vaste naamval

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels met 3e en 4e naamval
Voorzetsels met de vierde naamval:
ohne, für, gegen, um, durch
Voorzetsels met derde naamval:
aus, bei, mit, nach, seit, von, zu

Belangrijk om deze uit je hoofd te leren.

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord is een van de dingen, die kan veranderen voor een voorzetsel.

Welke woorden kunnen nog veranderen door een voorzetsel?

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord is een van de dingen, die kan veranderen voor een voorzetsel.

Welke woorden kunnen nog veranderen door een voorzetsel?
- Lidwoorden, vraagwoorden
- der, die, das, wer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

HAVO

Hoofdstuk 5
L1: 9, 10, 11 (af deze les)
L2: 1, 10, 11, 12
L3: 1
VWO

Hoofdstuk 5
L2: 9, 10, 11 (af deze les)
L3: 1 (af deze les)
L4: 7, 8, 9 
L5: 1, 8, 9, 10, 11, 12

Extra oefenen?
H6 L5: 10

Slide 11 - Tekstslide

HAVO 
Huiswerk voor volgende les

Hoofdstuk 5
L1: 9, 10, 11 (af deze les)

VWO
Huiswerk voor volgende les

Hoofdstuk 5
L2: 9, 10, 11 (af deze les)
L3: 1 (af deze les)

Slide 12 - Tekstslide