Alimou Rekenen groep 5

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In een doosje zitten 84 schroeven. Een timmerman haalt er 5 uit. Hoeveel blijven er over?

Slide 2 - Open vraag

Uitleg
84 - 5 = ...

79

Slide 3 - Tekstslide

Boer Geurtsen heeft 67 varkens. Boer Wouters heeft 107 varkens. Hoeveel heeft boer Wouters en meer dan boer Geurtsen?

Slide 4 - Open vraag

Uitleg
107 - 67 = ...

100 - 60 = 40
7 - 7 = 0

40 + 0 = 40

Slide 5 - Tekstslide

De moeder van Saar heeft 77 euro bij haar om een voetbal te kopen voor Saar. De voetbal die Saar graag wil hebben kost 50 euro. Hoeveel houdt de moeder van Saar nog over?

Slide 6 - Open vraag

Uitleg
77 - 50 = ...

70 - 50 = 20
7 - 0 = 7

20 + 7 = 27

Slide 7 - Tekstslide

De flat waar de oma van Noah woont is 23 meter hoog. De mast die ernaast staat is wel 2 keer zo hoog! Hoe hoog is die dan?

Slide 8 - Open vraag

Uitleg
23 + 23 = ...

20 + 20 = 40
3 + 3 = 6

40 + 6 = 46

Slide 9 - Tekstslide

Iris heeft 61 postzegels. Stella heeft 40 postzegels. Hoeveel postzegels heeft Stella er minder dan Iris?

Slide 10 - Open vraag

Uitleg
61 - 40 = ...

60 - 40 = 20
1 - 0 = 1

20 + 1 = 21

Slide 11 - Tekstslide

Een verkoper op de markt begint 's morgens met 82 peren. Er komt een klant die er koopt, een klant die er 2 koopt en nog een die er 3 koopt. Hoeveel peren heeft de verkoper dan nog?

Slide 12 - Open vraag

Uitleg
7 + 2 + 3 = 12

82 - 12 = 70

Slide 13 - Tekstslide

Wout moet 95 euro betalen. Hij heeft al 35 euro betaald. Hoeveel briefjes van 10 moet hij nog geven?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg
95 - 35 = ...
60

Dat betaal je met 6 briefjes van 10 euro

Slide 15 - Tekstslide

Sam, James, Bart en Morris moeten 60 Donald Ducks rondbrengen. Ze verdelen het eerlijk, hoeveel moet ieder er rondbrengen?

Slide 16 - Open vraag

Uitleg
60 : 4 kinderen = ...

15
want:
15 + 15 + 15 + 15 = 60 ducks

Slide 17 - Tekstslide

Kian koopt een pakje kauwgom voor 70 cent. Ze betaalt met 4 munten van 20 cent en 1 munt van 10 cent. Hoeveel cent krijgt ze terug?

Slide 18 - Open vraag

Uitleg
De kauwgom kost 70 cent.

4 munten van 20 cent = 80 cent
1 munt van 10 cent = 10 cent
80 cent + 10 cent = 90 cent.

90 - 70 = 20 cent terug

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide