1.4 Glucose als grondstof

1.4 Glucose als grondstof
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 Glucose als grondstof

Slide 1 - Tekstslide

Energierijke en energiearme stoffen
Energierijke stoffen zijn de stoffen waaruit een organisme is opgebouwd of door organismen worden gevormd. Voorbeelden van energierijke stoffen zijn eiwitten, koolhydraten (zoals glucose) en vetten.  Deze kunnen oa. als brandstof worden gebruikt.

Energiearme stoffen komen zowel voor in organismen als in de levenloze natuur (rotsen, water, lucht). Voorbeelden van energiearme stoffen zijn koolstofdioxide, mineralen en water.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Assimilatie: omzetten van organische stoffen
  • Doel: Een plant kan zichzelf onderhouden en groeien



Slide 4 - Tekstslide

Bij fotosynthese ontstaat glucose. 
Planten kunnen glucose omzetten in andere organische stoffen. 
-koolhydraten, worden naar alle delen van de plant terecht komen 
- zetmeel, wordt tijdelijk opgeslagen in de bladeren of verdikte plantendelen zoals wortels

Slide 5 - Tekstslide

Indicatoren
Zetmeel is een reservestof, deze wordt opgeslagen in de bladeren of wortels.
Zetmeel kun je aantonen met de indicator jood-oplossing
deze kleurt dan donkerblauw / zwart


Slide 6 - Tekstslide


Cellulose, komt voor in de celwanden van planten. Van Cellulose worden verschillende producten gemaakt.

Eiwitten, zit in het cytoplasma van planten en kan worden opgeslagen in de zaden van een boonplant ( voor de vorming van eiwitten heeft de plant nitraat nodig. Dit is een voedingszout.

kleding van wattengras
katoen
lenpur

Slide 7 - Tekstslide

glucose kan ook worden omgezet in vetten.

Slide 8 - Tekstslide


Fotosynthese en Assimilatie zijn de basis van het leven op aarde waarbij voedsel en zuurstof onstaat.

Slide 9 - Tekstslide


De stoffen die bij assimilatie onstaat worden gebruikt als brandstoffen (in alle cellen vindt verbranding plaats), bouwstoffen (een plant moet groeien) en reservestoffen (zaden, bollen en knollen) 
                 
                       Een bol bestaat uit rokken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

aan het werk
Lezen en maken bs. 1.4
Als je 1.3 nog niet af had, dan maak je deze eerst af.

Slide 12 - Tekstslide