1.8 Spelling en boektoets

Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Werkboek
- Leesboek
- Schrift
- Agenda
- Etui

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Werkboek
- Leesboek
- Schrift
- Agenda
- Etui

Slide 1 - Tekstslide

Deze week:
- Lezen
- Weektaak opschrijven
- 1.8 Spelling
- Werken aan de weektaak
- Oefenen begrippen boektoets
- Werken aan de weektaak

Slide 2 - Tekstslide

Lezen!
Pak je leesboek en ga lezen. We lezen 20 minuten. 

Geen boek mee? Pak een boek uit de vensterbank.

Belangrijk: Woensdag 9 oktober: PTD Boektoets. 
Je mag niks (geen boek of aantekeningen) meenemen naar de toets. 

Slide 3 - Tekstslide

Let op:
Je hebt nog 1 week om je boek uit te lezen én je voor te bereiden op de toets.

Bedenk goed wanneer je gaat lezen en wanneer je gaat leren.

Slide 4 - Tekstslide

De weektaak
Eerste les van volgende week af:

1.8 Spelling: opdracht 1 t/m 8 en 10a

Belangrijk:
Woensdag 9 oktober: PTD Boektoets

Slide 5 - Tekstslide

1.8 Spelling - uitleg
Je leert:
- de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen;
- leestekens goed gebruiken.

Dit moet je ook toepassen in het PTD H1 (week 46)

Slide 6 - Tekstslide

1.8 Spelling - de persoonsvorm in samengestelde zinnen
Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm:
Hij moet hard leren voor de toets.

Een samengestelde zin bestaat uit meer dan één zin. Elke zin heeft een eigen persoonsvorm:
Ik leer de toets, want ik wil graag een goed cijfer halen.
Hij leert hard, maar hij haalt nooit een goed cijfer.



Slide 7 - Tekstslide

1.8 Spelling - de persoonsvorm in samengestelde zinnen
Hoe kom je achter de persoonsvorm in een samengestelde zin? Gebruik de tijdsproef! Zet de zin in een andere tijd:

Ik ben echt teleurgesteld, omdat je steeds van mening verandert!

Ik was echt teleurgesteld, omdat je steeds van mening veranderde!

Dus: pv = ben en verandert

Slide 8 - Tekstslide

1.8 Spelling - de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen
blijven
ik blijf
jij blijft
blijf jij?
hij/zij/het blijft
wij blijven

worden
ik word
jij wordt
word jij?
hij/zij/het wordt
wij worden
lopen
ik loop
jij loopt
loop jij?
hij/zij/het loopt
wij lopen

Slide 9 - Tekstslide

1.8 Spelling - de persoonsvorm in samengestelde zinnen spellen
Twijfel je of je een t schrijft bij werkwoorden zoals vinden of worden? Vervang het werkwoord door de vervoeging van lopen. Zo hoor je duidelijk of er een t achter moet:

Ik ... (worden) een jaartje ouder.
Ik loop een jaartje ouder. --> geen t, dus: Ik word een jaartje ouder. 

Jij ... (vinden) tomaat vies. 
Jij loopt tomaat vies. --> wel een t, dus: Jij vindt tomaat vies. 

Slide 10 - Tekstslide

1.8 Spelling - Leestekens
De leestekens die je correct moet kunnen toepassen:
- punt
- vraagteken
- uitroepteken
- dubbele punt
- aanhalingsteken
- komma

Slide 11 - Tekstslide

1.8 Spelling - Leestekens
De leestekens die je correct moet kunnen toepassen:
- punt 
- vraagteken
- uitroepteken

Mijn broertje is geslaagd voor zijn examen Nederlands. Weet je met welk cijfer? Een 10!

Slide 12 - Tekstslide

1.8 Spelling - Leestekens
De leestekens die je correct moet kunnen toepassen:
- dubbele punt

Na een dubbele punt volgt een voorbeeld, uitleg, opsomming of citaat.

De app werkt als volgt: typ je unieke code in en je kaart wordt bezorgd.

Slide 13 - Tekstslide

1.8 Spelling - Leestekens
De leestekens die je correct moet kunnen toepassen:
- aanhalingsteken

Aanhalingstekens gebruik je in citaten of om aan te geven dat je iets op een andere manier moet lezen.

Maaike zei: ‘Lekkere ‘vriendin’ ben jij: je roddelt over mij achter mijn rug!’

Slide 14 - Tekstslide

1.8 Spelling - Leestekens
De leestekens die je correct moet kunnen toepassen:
- komma
• tussen twee gezegdes (werkwoorden) in een samengestelde zin;
Als de docent praat, houdt iedereen zijn mond.
• in een opsomming;
Morgen heb ik vier so’s: Duits, Nederlands, wiskunde én biologie!
• tussen twee bijvoeglijke naamwoorden;
Die kleine, groene auto vind ik het mooist.
• bij woordjes als ‘toch’, ‘ja’, ‘hoor’ en ‘oké’.
Ja, ik bel je morgen. Dan had je tijd om te kletsen, toch?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Werk aan je weektaak. We werken in ons werkboek. Geen werkboek mee? Ga lezen in je leesboek. Zorg dat je de volgende les een boek bij je hebt. 


Volgende les: lezen, oefenen met de fictiebegrippen en weektaak afmaken.

Slide 16 - Tekstslide

Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Werkboek
- Leesboek
- Schrift
- Laptop (dicht)
- Etui

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag:
- Lezen
- Oefenen begrippen boektoets
- Werken aan de weektaak

Slide 18 - Tekstslide

Lezen!
Pak je leesboek en ga lezen. We lezen 20 minuten.

Geen boek mee? Pak een leesboek van de vensterbank.


Boek uit? Denk na over de fictiebegrippen je gelezen boek.

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen begrippen boektoets
Log in bij de Blooket

Slide 20 - Tekstslide

Welkom!
Op de hoek van je tafel:
- Werkboek
- Leesboek
- Schrift
- Laptop (dicht)
- Etui

Slide 21 - Tekstslide

Vandaag:
- Lezen
- Laatste uitleg fictiebegrippen
- Vragen over de fictiebegrippen?
- Werken aan de weektaak
- Blooket - fictiebegrippen

Slide 22 - Tekstslide

Lezen!
Pak je leesboek en ga lezen. We lezen 20 minuten. 

Geen boek mee? Pak een boek uit de vensterbank.

Belangrijk: Woensdag 9 oktober: PTD Boektoets. 
Je mag niks (geen boek of aantekeningen) meenemen naar de toets. 

Slide 23 - Tekstslide

De boektoets
Het blokuur van woensdag beginnen we met leren voor de toets en daarna maken we de boektoets. 

Daarna gaan we verder met voorbereiden voor het volgende PTD.

Slide 24 - Tekstslide