H6 Ontwikkelingslanden 6.1 Verschillen in welvaart (Pincode 7e editie)

Welkom! 

H6 Ontwikkelingslanden


6.1 Verschillen in welvaart
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 

H6 Ontwikkelingslanden


6.1 Verschillen in welvaart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Theorie 6.1 Verschillen in welvaart
  • Tussentijds zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.1 Verschillen in welvaart
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • voor een land het inkomen per hoofd van de bevolking inwoner berekenen.  
  • drie redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn. 
  • uitleggen waarom inwoners uit een ontwikkelingsland weggaan.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart vergelijken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomen per hoofd van de bevolking



Voorbeeld:
Denemarken heeft een nationaal inkomen van € 302,5 miljard en heeft 5,9 miljoen inwoners.


  • Stap 1: Nationaal inkomen in miljoenen = € 302.500 miljoen
  • Stap 2: Het inkomen per hoofd van de bevolking is € 302.500 miljoen ÷ 5,9 miljoen = € 51.271


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart vergelijken
Alleen het inkomen per hoofd zegt te weinig over de welvaart.

Je moet ook kijken naar:
  • hoogte van de prijzen
  • de hoeveelheid zelfvoorziening en zwart werk.
  • aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen, zoals onderwijs en gezondheidszorg.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van een arm naar een rijk land
Redenen om te vertrekken uit ontwikkelingslanden:

  • economisch: (beter) werk of beter onderwijs in een ander land
  • politiek: vanwege terreur, burgeroorlog of vervolging



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 2 t/m 11 op blz 170 t/m 173. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Probeer opdracht 1 en 12 nog te maken. 
Daarna help je een klasgenoot,

Slide 9 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 2 blz 171:

Als je wilt weten hoe welvarend een land is, kijk je naar het
nationaal inkomen / inkomen per hoofd van de bevolking.
A
nationaal inkomen
B
inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 171

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 4 blz 171:

Het nationaal inkomen van Luxemburg is ongeveer 7 / 70 keer zo groot als
dat van Eritrea. Het inkomen per hoofd van Luxemburg is ongeveer 7 / 70
keer zo groot als dat van Eritrea.
A
7,7
B
7,70
C
70,70
D
70,7

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 5 blz 171:

Het inkomen per hoofd van de bevolking zegt iets over de welvaart van een land. Noem twee andere manieren waarop je de welvaart van een land kunt
bepalen.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 171:

1 Zelfvoorziening betekent dat mensen in hun behoeften voorzien door
producten te kopen / zelf te maken.
2 Hierdoor kun je in meer / minder behoeften voorzien zonder iets te kopen.
Dit zorgt voor meer / minder welvaart zonder geld te gebruiken.
A
te kopen, meer , meer
B
zelf te maken, meer, minder
C
te kopen, minder, meer
D
zelf te maken, meer meer

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 172:

Het inkomen per hoofd is in Qatar ongeveer 1,5 keer zo hoog als in
Oostenrijk. Kies twee redenen waarom je niet kunt zeggen dat Qatar dan 1,5
keer zo welvarend is als Oostenrijk.
A
De euro is meer waard dan de munt van Qatar.
B
Het kan zijn dat in Oostenrijk de collectieve voorzieningen beter zijn.
C
In Qatar kunnen de prijzen hoger zijn dan in Oostenrijk.
D
Omdat Oostenrijk is lid van de Europese Unie.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 8 blz 172:

a Bereken hoeveel euro de armoedegrens per jaar is.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 8 blz 171:

b Kunnen mensen die in verschillende landen op of onder de armoedegrens
leven ook dezelfde hoeveelheid goederen en diensten kopen? Leg je
antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 172:

1 Ayana uit Oeganda gaat in Nederland studeren.
A
economische
B
politieke

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 172:

2 Emir wordt vervolgd in zijn land. Hij vlucht naar de VS
A
economische
B
politieke

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 172:

3 Jamal is uit Syrië gevlucht vanwege de burgeroorlog.
A
economische
B
politieke

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 172:

4 Safiya uit Somalië zoekt werk in België.
A
economische
B
politieke

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 10 blz 172:

Leg uit wat het gevolg is voor het ontwikkelingsland van waaruit de artsen
vertrekken

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 173:

a Bereken de daling van het aantal asielaanvragen in 2020 ten opzichte van
2019.

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 173:

b Bereken hoeveel procent het aantal aanvragen in 2020 lager was dan in
2019.

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 173:

c In 2020, tijdens de coronaperiode, is het aantal asielaanvragen flink
gedaald. Leg uit hoe dit komt.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6.1 Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • voor een land het inkomen per hoofd van de bevolking inwoner berekenen. √
  • drie redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn. √
  • uitleggen waarom inwoners uit een ontwikkelingsland weggaan.



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies