verhoudingen les 4 2F

Huiswerk
101- 28 - 38 = 35
24,7 + 14,9 – 4,9 = 34,7
1 x 0,6 + 9 = 9,6
Een zesde deel van 102 is 17
1/3 deel van 5,1 is 1,7
42 – ( 13 + 4) = 25
3 x 0,5 x 8 = 12
2,03 + 9,7 + 2,97= 14,7
Rond 4587,26 af op honderdtallen 4600
 2/5 deel = 40 %

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Huiswerk
101- 28 - 38 = 35
24,7 + 14,9 – 4,9 = 34,7
1 x 0,6 + 9 = 9,6
Een zesde deel van 102 is 17
1/3 deel van 5,1 is 1,7
42 – ( 13 + 4) = 25
3 x 0,5 x 8 = 12
2,03 + 9,7 + 2,97= 14,7
Rond 4587,26 af op honderdtallen 4600
 2/5 deel = 40 %

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Verhoudingstabellen
     - Recepten 
                                               - Vergelijken van hoeveelheden
- Schaal 
                      Examensommen verhoudingen

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan contextsommen.
1. Wat is de vraag?
                                                                           2. Schrijf alle getallen die je nodig hebt uit de tekst of afbeelding op.
                                               3. Welke berekening hoort bij de vraag?
       4. Reken de som uit.
                                                                                   - Schrijf je stappen en berekeningen op kladpapier.                                                               Gebruik indien nodig een rekenmachine.
                     5. Controleer je antwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel euro kost een stuk boerenkaas van 322 gram?
A
7,45 euro
B
4,79 euro
C
4,80 euro
D
4,97 euro

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Marieke maakt boeketten met 2 tulpen, 5 gerbera's en 3 rozen.

Hoeveel van deze boeketten kan Marieke maximaal maken?
A
21 boeketten
B
22 boeketten
C
23 boeketten
D
24 boeketten

Slide 7 - Quizvraag

Richard rijdt vanuit Nijmegen heen en terug naar Barendrecht. Zijn auto gebruikt euro - benzine. Het verbruik is 1 liter op 12 kilometer.
Hoeveel liter verbruikt de auto deze reis?
.............. liter

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel liter verbruikt de auto deze reis? ............ liter

Slide 9 - Open vraag

Bij 2 van de 5 fietsen moet de fietsenmaker een binnenband vervangen.
Hoeveel binnenbanden zijn dat per week?
......................... banden

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel binnenbanden zijn dat per week?
......................... banden

Slide 11 - Open vraag

Welke aanbieding is per dag het goedkoopst?

Slide 12 - Tekstslide


A
Hotel Paradise
B
Hotel Beach Park
C
Hotel Palm Beach
D
Hotel Colorado

Slide 13 - Quizvraag

Aan het werk...
Maken stencil 10 sommen
Maken lestoets 3 en les 4

Slide 14 - Tekstslide