être = zijn PASSÉ COMPOSÉ
j' ai
été = ik ben
geweesttu as été = jij bent geweest
il a été = hij is geweest
nous avons éte = wij zijn geweest
vous avez éte = jullie zijn geweest
ils ont éte = zij zijn geweest
1. let op: hulpww is avoir! 2. let op: geweest = éte