Verpleegkunde LE 6 week 1

Verpleegkunde LE 6 week 1 (les 1 en 2)
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Verpleegkunde LE 6 week 1 (les 1 en 2)

Slide 1 - Tekstslide

Het resultaat
INDIVIDUEEL

1. Minimaal een 5.5 behaald voor de kennistoets infusie
2. Minimaal een 5.5 behaald voor de kennistoets palliatieve zorg/somatiek/verpleegkunde/communicatie
3. Vaardigheidslijst LEEREENHEID 6
IN GROEPSVERBAND
4. Uitgewerkte PESDIES ter voorbereiding op MDO
5. MDO-gesprek met arts.
Rubric MDO gesprek leereenheid 6 20242025.docx
Rubric gesprek
6. Slechtnieuws gesprek met trainingsacteur week 10 (communicatie)
Observatieformulier slecht nieuws gesprek.docx
7. Informatie carrousel Geloof/cultuur (Voldaan/Niet Voldaan) (communicatie)










Slide 2 - Tekstslide

Introductie leereenheid.
Pittig
Emoties
heb aandacht voor elkaar en elkaars gevoelens. 
Samen in gesprek

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken

Slide 4 - Tekstslide

Palliatieve zorg

Slide 5 - Tekstslide

Ik vind het moeilijk om over dit onderwerp te praten
0100

Slide 6 - Poll

Heb je tijdens je stage of in je eigen omgeving een overlijden meegemaakt?
Ja, ik wil hier wel iets over vertellen
Ja, maar ik wil hier liever niet over vertellen
Nee, ik heb dit niet meegemaakt

Slide 7 - Poll

Wat zijn jullie verwachtingen over deze leereenheid? Wat wil je graag leren?

Slide 8 - Woordweb

Leerdoelen week 1 oriëntatie palliatieve terminale zorg
 Onderdeel: Oriëntatie Palliatieve terminale zorg
Onderdeel: Bevorderen welzijn en comfort:
  • Je kunt uitleggen wat palliatieve terminale zorg inhoudt
  • Je kunt benoemen welke aspecten de kwaliteit van leven beïnvloeden in de palliatieve fase
  • Je kan samenvatten welke verpleegkundige taken je uitvoert in het kader van symptoombestrijding en bieden van comfort

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is het verschil tussen palliatieve en terminale fase? Zoek op (5 min)

Slide 11 - Open vraag

Definitie palliatieve zorg
Het verlengen van het leven van de zorgvrager;
Het verminderen van klachten die het gevolg zijn van de ziekte of aandoening;
Het voorkomen van verergering van klachten die het gevolg zijn van de ziekte of aandoening

Slide 12 - Tekstslide

De start van de palliatieve fase van een zorgvrager wordt gemarkeerd door:
de diagnose van een ziekte of aandoening waaraan de zorgvrager zal overlijden. Ook als de zorgvrager na de diagnose nog een (lange) tijd kan leven, is de palliatieve fase van zijn leven aangebroken. 
een kwetsbaarheid die de zorgvrager heeft ontwikkeld en waardoor hij een grotere kans heeft op het minder goed werken van lichaamsfuncties, op ziekenhuisopname en overlijden. 


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Fasen in de terminale zorg
Pre-terminale fase
Terminale fase
Palliatie in de stervensfase
Stervensfase

Zoek op wat de kenmerken zijn per fase (10 minuten)
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Pre- terminale fase :

Stabiliteit
Ongeveer 3 maanden tot een half jaar

Slide 16 - Tekstslide

Terminale fase

Achteruitgang in conditie en 
lichamelijk functioneren
Enkele weken tot 2 à 3 maanden

Slide 17 - Tekstslide

Palliatie in de stervensfase
 
Is het laatste deel (vaak de laatste 3 maanden) van de palliatieve zorg.

Slide 18 - Tekstslide

Stervensfase

Snelle achteruitgang in
conditie en lichamelijk
functioneren
van enkele uren tot een paar dagen

Slide 19 - Tekstslide

Curatieve zorg:

  • Primaire doel: genezing
  • Behandeling van de ziekte
  • Maximaal reanimeerbeleid
  • Vaak protocollaire zorg Patiënt
  • Meestal ADL-onafhankelijk
  • Uiteindelijk: streven naar  integratie in persoonlijk en  sociaal leven

Palliatieve zorg:

  • Primaire doel: behoud of verbetering van kwaliteit van leven
  • Behandeling van de ziekte indien mogelijk en alleen na zorgvuldige afweging van voor- en nadelen
  • Overeengekomen reanimeerbeleid
  • Zorg op maat
  • Wisselende ADL-(on)afhankelijkheid
  • Uiteindelijk: gericht op kwaliteit van sterven

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een doel van palliatieve zorg?
A
Zo lang mogelijk blijven leven
B
Zo lang mogelijk gezond blijven
C
Kwaliteit van leven
D
Kwaliteit van sterven

Slide 21 - Quizvraag

Genezing =
Palliatieve fase =
Terminale fase =
Zorg in de palliatieve fase is gericht.....
Suprise question =
Stervensfase =
zijn/haar leed wordt verzacht
curatief
wanneer de behandelend arts verwacht dat de zorgvrager binnen drie maanden zal overlijden
het bieden van kwaliteit van leven en in een later stadium op het verzachten van het lijden
Zou het mij verbazen als deze zorgvrager binnen een jaar komt te overlijden?
 breekt aan wanneer het overlijden van de zorgvrager binnen enkele dagen tot een week wordt verwacht.

Slide 22 - Sleepvraag

Hoe zou jij als verpleegkundige richting willen geven aan palliatieve zorg?

Slide 23 - Open vraag

De fasen van palliatieve zorg zijn:
A
Ziektegericht; symptoomgericht; palliatie in de stervensfase en nazorg
B
Ziektegericht; palliatie in de stervensfase; symptoomgericht en nazorg

Slide 24 - Quizvraag

4 dimensies palliatieve zorg

Slide 25 - Tekstslide

Kenmerken palliatieve zorg
  • Kwaliteit van leven en menswaardig sterven staat centraal
  • De dood is een normaal, natuurlijk proces, dat niet vertraagd of versneld hoeft te worden
  • Behoeften van de patiënt staan centraal, eigen regie (stem zorgvrager is beslissend)
  • Zorgvrager benaderen als een gelijkwaardige/medeverantwoordelijke partner
  • Lichamelijke, psychische, sociale en zingevingsaspecten integreren ( de 4 dimensies)
  • Zo dicht mogelijk bij de patiënt organiseren
  • Aandacht voor mantelzorgers
  • Interdisciplinaire samenwerking

Slide 26 - Tekstslide

Braindump
Wat is voor jou kwaliteit van leven?
Welke aspecten beïnvloedden volgens jou de kwaliteit van leven in de palliatieve / terminale fase.?


Schrijf op en overleg daarna met je buurman/vrouw. Bespreek overeenkomsten en verschillen

Slide 27 - Tekstslide

Aspecten die de kwaliteit van leven beïnvloeden in de palliatieve / terminale fase.
Cultuur - religie
Persoonlijkheid: - draagkracht
Levensfase
Lichamelijke gesteldheid
Pijn en de beleving van pijn (lichamelijk en emotioneel)
Sociale omgeving

Slide 28 - Tekstslide

Verpleegkundige taken symptoombestrijding en voorkomen van complicaties
In 3-4 tallen.
Omschrijf of en welke problemen zich specifiek voor kunnen doen bij zorgvragers in de terminale fase. Bedenk ook welke complicaties jij mogelijk kan voorkomen.
Omschrijf wat jij als verpleegkundige kan doen om de best mogelijke palliatieve zorg te bieden. Denk ook aan aanvullende zorgvormen.



Gebruik thieme meulenhof Boek N4 Basiszorg



timer
20:00

Slide 29 - Tekstslide

Vergelijk jullie antwoorden met de site via de QR code.


Slide 30 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

PATZ
Palliatieve zorg thuis
Doelen:
  • tijdig herkennen van mensen met palliatieve zorgbehoeften.
  • de best passende zorg bieden door vooruit denken, plannen en organiseren (proactieve zorgplanning)
  • vergroten van deskundigheid door samen casuïstiek te bespreken en te evalueren.
  • leren van een consulent palliatieve zorg en van elkaar.
  • verbeteren van de samenwerking in de eerste lijn: elkaar kennen, korte lijnen.
  • elkaar steunen bij emotioneel beladen casuïstiek.

Slide 33 - Tekstslide

Dood
Klinisch dood  (schijndood): als iemand geen waarneembare tekenen van leven (meer) vertoont: met name geen hartslag, geen ademhaling, en geen bewustzijn. Hersenfuncties zijn niet (of niet onherstelbaar) beschadigd, reanimatie is mogelijk om weer 'tot leven' te krijgen

Biologisch dood: Toestand waarbij ademhaling, bewustzijn en circulatie afwezig zijn en niet meer op gang kunnen worden gebracht. Onder meer in de context van orgaandonatie, als tegenhanger van hersendood, wordt dit ook wel hartdood genoemd.

Hersendood: Hersenen vertonen geen enkele activiteit meer; organen functioneren wel nog meestal met hulpmiddelen (beademingsapparatuur)


Slide 34 - Tekstslide

5 sterfstijlen STEM (Sterven op Eigen Manier)
sociale
onbevangene
rationele
pro actieve
vertrouwde

Slide 35 - Tekstslide

Sociale sterfstijl

Kenmerken:
  • Zolang het goed gaat hebben we het er niet over
  • Mensen richten zich vooral op de ander, plaatsen zichzelf, niet op de voorgrond, klagen niet
  • Er is behoefte aan gezelligheid



Wat is van waarde voor de sociale:

  • Niet klagen, maar dragen
  • Het moet gaan zoals het hoort, zodat anderen er zich prettig bij kunnen voelen

Slide 36 - Tekstslide

Onbevangen sterfstijl

Kenmerken:
  • Genieten tot de laatste slok
  • Genieten van het leven zolang het kan, veel bezoek van vrienden
  • Zelf de grens op zoeken



Wat is van waarde voor de onbevangene:

  • Alles uit het leven halen wat erin zit
  • Korte concrete informatie geven
  • Niet te ver vooruit kijken

Slide 37 - Tekstslide

Rationele sterfstijl

Kenmerken:
  • Als de zaken maar goed geregeld zijn!
  • Mensen hebben als patiënt een grote behoefte aan professionele kennis, bijv. een second opinion
  • Praten zelden over de dood, besluiten worden genomen op basis van feiten en verstand


Wat is van waarde voor de rationele:

  • Alles goed moet geregeld zijn, vooral voor nabestaanden
  • Feitelijke informatie en onderbouwen met argumenten
  • Er lijkt geen behoefte aan spirituele zorg, maar alles is vooral op praktische zaken gericht

Slide 38 - Tekstslide

Vertrouwende sterfstijl

Kenmerken:
  • Ze weten wat goed voor mij is!
  • Mensen willen anderen niet tot last zijn, goede verzorging en comfort, niet veeleisend
  • Ze zijn sterk gericht op het gezin, zorgzaam en plichtsgetrouw
  • De dood hoort bij het leven, je hoeft het er niet over te hebben ,maar als het zo ter sprake komt is het ook goed.


Wat is van waarde voor de vertrouwende?

  • Belangrijk is, dat een ieder goed voorbereid kan worden op datgene wat komen gaat.
  • Er is een groot vertrouwen in het beleid van de artsen, berustend

Slide 39 - Tekstslide

Proactieve sterfstijl

Kenmerken:
  • Ik bepaal zelf wel wanneer ik eruit stap
  • Mensen willen vooral zelf beslissen over de eindigheid van hun leven.
  • Er is geen taboe om over de dood te praten, eigen regie staat voorop, mondigheid, goed geïnformeerd zijn


Wat is van waarde voor de pro-actieve?

  • Waardig sterven
  • Zo min mogelijk pijn
  • Een zo kort mogelijke lijdensweg

Slide 40 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat palliatieve terminale zorg inhoudt
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

Je kunt benoemen welke aspecten de kwaliteit van leven beïnvloeden in de palliatieve fase
0100

Slide 42 - Poll

Je kan samenvatten welke verpleegkundige taken je uitvoert in het kader van symptoombestrijding en bieden van comfort
Nee
Een beetje
Ja

Slide 43 - Poll

Volgende week
Luister de podcast voor maandag 11/9. Dit is de basis voor lesweek 2


Slide 44 - Tekstslide