Afweer

Afweer thema 6
 5 havo
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Afweer thema 6
 5 havo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bescherming
inwendig milieu moet beschermt worden 
in het uitwendig milieu zijn veel ziekteverwekkers aanwezig
(virussen, bacterien, schimmels, insecten, paracyten, giftige stoffen)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infectie
Als lichaamsvreemde stoffen het inwendige milieu binnendringen noemen we dit een infectie.

(De stoffen passeren een membraan voordat ze echt in je lichaam zitten)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bacteriële infectie
schimmelinfectie zwemmerseczeem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infectie
  • Virussen en bacteriën veroorzaken infecties
  • Virussen bestaan niet uit niet levend

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ontstekingsreactie en infectie

  • pijn 
  • roodheid
  • zwelling
  • warme plek

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eerste verdedigingslinie
de huid en de slijmvliezen van de mond, anus en geslachtsorganen
mechanische afweer: slijm, speeksel, ondoordringbare laag, goede bacteriën
chemische afweer: lage ph

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melanocyt
- Pigmentcellen
- Maken pigment (melanine)
- Absorberen UV-licht
- Bepalen huidskleur

Sproeten en moedervlekken

Slide 8 - Tekstslide

Beschermen huid tegen zonlicht

Huid, haar en kleur van ogen
Hoeveelheid pigment is genetisch bepaald

UV-licht stimuleert pigmentcellen -> wordt je donkerder

Sproeten: ongelijke verdeling pigmentcellen
Moedervlekken: opeenhoping pigmentcellen die veel pigment produceren

Slide 9 - Tekstslide

Een melanocyt is een bepaald type huidcel dat melanine (pigmenten) producerende organellen bevat. Deze pigmenten worden door de melanocyten afgegeven aan de cellen van de opperhuid. De huidskleur wordt voornamelijk bepaald door grootte en aantal van de pigmentkorrels in de cellen van de opperhuid. Mensen met een donkere huid hebben niet zozeer méér melanocyten dan mensen met een lichte huid, maar de pigmentkorrels zijn groter, en er worden meer pigmentkorrels afgegeven. De productie van pigment neemt toe na bestraling met ultraviolet licht.
Directe afweer

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indirecte afweer

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bst 2 afweer
aangeboren afweer: afweer tegen heel veel verschillende soorten ziekteverwerkers


verworven afweer: ontwikkelt tijdens het leven werkt specifiek tegen 1 soort ziekteverwekker

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BINAS!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
84 I tm N

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

organen van het afweersysteem
thymus (vooral actief bij kinderen, rijping witte bloedcellen( t lymfocyten)
rode beenmerg ( aanmaak witte bloedcellen)
milt (rijping B lymfocyten, opslag bloed, afbraak bloed)
lymfeknopen (opslag B en T cellen, herkenning ziekte verwekkers)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedcellen
Rode bloedcellen hebben geen celkern en kunnen zichzelf niet herstellen.
Ze worden afgebroken in de lever.
Hemoglobine wordt naar het beenmerg gebracht.
Bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg van lange beenderen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

organen immuunsysteem
amandelen, thymus, lymfeknopen, milt, lymfevaten, beenmerg

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aangeboren afweer
macrofagen :witte bloedcellen die lichaamsvreemde stoffen afbreken


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen 
(bijvoorbeeld macrofaag)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wondje - ziekteverwekkers - witte bloedcellen - etter/pus
Een ander woord voor witte bloedcel is fagocyt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verworven afweer
Het immuunsysteem kan ziekteverwekkers (antigenen) herkennen als het antigeen al eens eerder in het lichaam was.
Herkenning gebeurd door receptormoleculen op de celmembranen van lymfocyten.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

receptoreiwitten
elk receptoreiwit kan maar 1 soort antigeen binden. Z zijn dus specifiek.
Elke lymfocyt heeft maar 1 type receptoreiwit!
Het lichaam maakt miljoenen verschillende lymfocyten met elk hun eigen receptor tegen alle verschillende antigenen die het lichaam tegen gekomen is.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn kinderen vaker ziek dan volwassenen?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten lymfocyten: B en T cellen
B cellen blijven zitten in het beenmerg
T cellen gaan naar de Thymus om daar te ontwikkelen

B cellen zorgen voor de humorale afweer (maken antistoffen)
T cellen zorgen voor de cellulaire afweer (maken geïnfecteerde cellen kapot)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke/Verworven afweer


Stamcellen uit rode beenmerg ontwikkelen in beenmerg --> B-lymfocyt

Stamcellen uit rode beenmerg naar thymus --> T-lymfocyt



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat het verschil is tussen en voedselvergiftiging en een voedselinfectie.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

bst 3 immuniteit
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen:
natuurlijk passief
natuurlijk actief
kunstmatig passief
kunstmatig actief

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de uitvinding van de Vaccinatie
eind achttiende eeuw

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Edward Jenner
14 mei 1796 
- stelt vast dat mensen die de koepokken hebben gehad geen mensenpokken krijgen.
-neemt vloeistof van een koepokwrat bij melkster af
-injecteerd deze vloeistof in James Philipps

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 juli 1796
- jenner injecteert James met virulent (actief) pokkenmateriaal.
-James wordt even ziek maar krijgt geen pokken.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1798 
Jenners paper wordt geweigerd door de Royal Society of Medicine
1853
(jenner was toen al dood) Vaccinatie verplichting
1980 WHO verklaart de wereld pokken vrij.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

immuniteit
een ziekte verwekker kan je niet ziek maken omdat het afweersysteem snel werkt. Dit komt doordat het afweersysteem de ziekte herkent omdat het al eerder met de ziekteverwekker in contact is geweest.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke actief immuniteit:
Als je de ziekte gehad hebt.
Je gaat zelf antistoffen maken en wordt niet ziek.

Kunstmatige actief immuniteit:
door vaccinatie.
Je gaat zelf antistoffen maken en wordt niet ziek

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstmatige immuniteit

Vaccinatie (inenting)
- Dode of verzwakte ziekteverwekker wordt ingespoten
- Witte bloedcellen maken antistoffen
- Witte bloedcellen 'onthouden' deze antistoffen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

passieve immuniatie
antistoffen van een ander mens of dier zorgen ervoor dat je niet ziek wordt.
Bv bij slangenbeten (kunstmatig passief)
of
Borstvoeding (natuurlijk passief)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vaccinatie
wat is dat?
A
inenting
B
immuniteit
C
infectie
D
antistof

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bij een vaccinatie ingespoten?
A
antigenen
B
antistoffen

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van kunstmatige passieve immuniteit
A
vaccinatie
B
serum
C
een ziekte doormaken
D
borstvoeding

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies