20240304 Mask BASVMBO leerjaar 1 Thema's crim 04

BASVMBO







Drs. David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVMBO







Drs. David Lindenaar
Docent burgerschap en maatschappijleer & -kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie
david.lindenaar@vonknh.nl


Maatschappijkunde

Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Maatschappijkunde: eindexamen
woensdag 22 mei 2024: 09.00 - 11.00 uur: CE. Zie PTA pagina 42

Wat te leren: zie PTA pagina 37:

  1. Werk
  2. Massamedia
  3. Pluriforme samenleving
  4. Politiek
  5. Criminaliteit

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappijkunde: 
Thema's kgt examenkatern politiek
LESSEN VOOR SO 3:
18-12: 1. De maatschappij en de politiek
20-12: 2. Rechtsstaat, democratie en dictatuur
08-01: 3. Politieke partijen
10-01: 4. Politieke stromingen
15-01: 5. Kabinet en regering
17-01: 6. Het parlement
22-01: 7. Politieke besluitvorming
05-02: 8. Gemeente en provincie
07-02: 9. Nederland en Europa
12-02: 10. De toekomst van de Nederlandse politiek


  
Thema's kgt examenkatern criminaliteit

LESSEN VOOR SO 3:
14-02: 1. Wat is criminaliteit?
26-02: 2. Ons beeld van criminaliteit
28-02: 3. Oorzaken van criminaliteit
04-03: 4. Nederland is een rechtsstaat
06-03: 5. Het strafrecht
11-03: 6. Van politie naar officier
13-03: 7. Voor de rechter
18-03: 8. Straf
20-03: 9. Criminaliteitsbeleid
25-03, 27-03, 01-04, 03-04: ntb
Toetsweek 3: ma 08-04 t/m vrij 12-04

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik op 28-02: 

Les 3. Oorzaken van criminaliteit

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Wie worden crimineel?

Er zijn verschillende factoren die de kans op het
ontwikkelen van strafbaar gedrag vergroten
of juist verkleinen.

Met risicofactoren bedoelen we omstandigheden die de kans op bepaald gedrag vergroten.

Beschermende factoren zijn eigenschappen en omstandigheden die de kans op crimineel gedrag juist verkleinen.



Slide 7 - Tekstslide

3.1 Wie worden crimineel?

Risicofactoren:

  1. Psychische problemen: aangeboren eigenschappen of
    onveilige opvoeding
  2. Foute vrienden / groepsdruk
  3. Alcohol- en drugsgebruik




Slide 8 - Tekstslide

3.1 Wie worden crimineel?
Beschermende factoren:
  1. Werk en onderwijs
  2. Een relatie
  3. Het gezin
  4. Sociale vaardigheden

Slide 9 - Tekstslide

3.1 Wie worden crimineel?


Een recidivist is een persoon die steeds opnieuw strafbare
feiten pleegt.

Van alle opgroeiende jongeren is ongeveer 5 procent
recidivist.


Slide 10 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (1v6)

Aangeleerd-gedragtheorie

Volgens deze theorie zijn criminelen niet slechter dan
andere mensen.

Ze hebben alleen verkeerd gedrag aangeleerd.

De theorie verklaart hoe crimineel gedrag van de ene op de
andere persoon wordt overgedragen.




Slide 11 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (2v6)

Bindingstheorie

Volgens de bindingstheorie hebben mensen met sterke bindingen ervoor dat je goede redenen om crimineel gedrag te vermijden.

Volgens deze theorie zou iemand gemakkelijker tot crimineel gedrag overgaan als hij of zij geen hechte band met mensen en de maatschappij heeft.



Slide 12 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (3v6)

Rationele-keuzetheorie

Volgens deze theorie vragen mensen zich bij alles wat ze doen af: wat levert het mij op? Ook criminelen maken een rekensom: ze wegen de opbrengst af tegen de risico’s. We zeggen ook wel: gelegenheid maakt de dief.


Slide 13 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (4v6)

Etikettentheorie

Sommige groepen krijgen van de maatschappij het ‘etiket’ crimineel opgeplakt. Volgens de etikettentheorie gaan mensen uit deze groepen zich naar dit etiket gedragen.

Hun gedachte is: Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?



Slide 14 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (5v6)

Anomietheorie

Volgens deze theorie wordt het in onze westerse samenleving belangrijk gevonden dat je succesvol bent en een goede maatschappelijke positie bereikt.

Volgens deze theorie is voor sommigen succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.



Slide 15 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit (6v6)
Neutraliseringstheorie

Volgens deze theorie hebben deze jongeren net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.

Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit.

De schuldgevoelens die achteraf komen, negeren ze. Of ze maken het allemaal minder erg dan het is.


Slide 16 - Tekstslide

04-03: 

Les 4. Nederland is een rechtsstaat

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel 04-03:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat

  • 4.1 Wat is een rechtsstaat?
  • 4.2 De scheiding van de machten
  • 4.3 knelpunten in onze rechtsstaat



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat
(pag. 40-51)
opdrachten 01 - 20 + Begrippen en samenvatting

Slide 18 - Tekstslide

Zelfwerktijd 04-03: 

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 50-51: 

Begrippen en samenvatting
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 19 - Tekstslide

4.1 Wat is een rechtsstaat?

Nederland is een rechtsstaat, een land waar de rechten en plichten van de burgers en van de overheid in de wet zijn  vastgelegd.

In een rechtsstaat heeft de overheid twee belangrijke taken:

  1. Rechtshandhaving of het handhaven van de rechtsorde
  2. Rechtsbescherming, burgers worden door de grondwet beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur door de overheid.




Slide 20 - Tekstslide

4.1 Wat is een rechtsstaat?

Kenmerken van de rechtsstaat. Een rechtsstaat 
heeft de volgende kenmerken:

  1. Er is een grondwet waarin de belangrijkste rechten en plichten van de burgers en van de overheid staan.
  2. De burger heeft grondrechten, de belangrijkste rechten die in onze samenleving gelden.
  3. De overheid moet zich aan de wet houden. (=Legaliteitsbeginsel). In een rechtsstaat weet elke burger wat er gebeurt als hij de wet overtreedt. Dit noemen we rechtszekerheid. Ook moet elke burger erop kunnen vertrouwen dat hij niet anders zal worden behandeld of bestraft dan anderen. Dat noemen we rechtsgelijkheid.
  4. De politieke macht is in drieën verdeeld, zodat niet één persoon of instantie alle macht heeft. De rechtsstaat is dus ook gelijk een democratie. Burgers hebben daardoor invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd en op het vaststellen van de grondrechten.







Slide 21 - Tekstslide

Zelfwerktijd 04-03: 

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 40-41

vragen 01-04
timer
8:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 22 - Tekstslide

4.2 De scheiding van de machten


Een belangrijk kenmerk van onze Nederlandse democratie
is de trias politica, de scheiding van de macht in
drie onderdelen.

Om te voorkomen dat de overheid te veel invloed
heeft, is de macht in drieën verdeeld:
  • de wetgevende macht
  • de uitvoerende macht
  • de rechterlijke macht



Slide 23 - Tekstslide

4.2 De scheiding van de machten


Wetgevende macht
De wetgevende macht stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden. De wetgevende macht is in handen van de regering (de ministers en de koning) en het gekozen parlement (Eerste en Tweede Kamer).

Uitvoerende macht
De uitvoerende macht zorgt ervoor dat wetten worden uitgevoerd en nageleefd. In ons land zijn de ministers hier verantwoordelijk voor.

Rechterlijke macht
De rechterlijke macht beoordeelt of de overheid en burgers zich aan de wet houden en doet uitspraak in conflicten.
Deze macht is in handen van onafhankelijke en onpartijdige rechters.




Slide 24 - Tekstslide

Zelfwerktijd 04-03: 

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 42-45

vragen 05-12
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 25 - Tekstslide

4.3 knelpunten in onze rechtsstaat


Wanneer dit dilemma van de rechtsstaat leidt tot
ongelijke behandeling spreken we van discriminatie of klassenjustitie:

mensen uit verschillende sociale klassen en uit
verschillende etnische groepen worden verschillend behandeld.

Voorbeeld: België - Sanda Dia

Slide 26 - Tekstslide

Zelfwerktijd 04-03: 

Les 4: Nederland is een rechtsstaat
Pagina 46-49

vragen 13-20
timer
15:00
Les 4
pag. 40-51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10






11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Begr
Samenv

Ben je klaar? Werk verder.

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik 04-03:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat

  • 4.1 Wat is een rechtsstaat?
  • 4.2 De scheiding van de machten
  • 4.3 knelpunten in onze rechtsstaat



DEZE LES MOET JE HET VOLGENDE AFRONDEN:
Les 4: Nederland is een rechtsstaat
(pag. 40-51)
opdrachten 01 - 20 + Begrippen en samenvatting

Slide 28 - Tekstslide