HH en Quiz marktvormen 3.3

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3.3 Hoe werkt de markt?

Vandaag:

• Herhalen hst 3.3
  
• Nakijken huiswerk: 37 + 39 + 40 + 41
• Verder werken aan hst 3.3.
  

Vandaag:

• Planning t/m toetsweek
• Herhalen hst 3.3
  
• Nakijken huiswerk: 34 + 36 + 37 + 40 + 41
  
• Verder werken aan hst 3.3.
  

Leerdoelen:

Leerdoelen hst 3.3:

• Je weet wat het verschil is tussen een homogeen en een heterogeen product en je kunt voorbeelden noemen.
  
• Je kunt uitleggen wat een perfect werkende markt is.
  
• Je kunt de essentiële verschillen benoemen tussen verschillende marktvormen.
• Je kunt uitleggen hoe bedrijven concurreren in een oligopolistische markt.

Hoe meer aanbieders er op een markt zijn...

1. ...hoe groter de concurrentie is (en dus een hogere prijs voor een product).
2. ...hoe kleiner de concurrentie (en een hogere prijs voor een product).
3. ...hoe groter de concurrentie (en een lagere prijs voor een product).
4. ...hoe kleiner de concurrentie (en een lagere prijs voor een product)

Als je kijkt naar de markt van mobiele telefoons:
Hoeveel vragers denk je dat er zijn?
En hoeveel aanbieders?

1. Weinig aanbieders en weinig vragers
2. Weinig aanbieders en veel vragers
3. Veel aanbieders en weinig vragers
4. Veel aanbieders en veel vragers

Marktvorm

Om te bepalen van wat voor marktvorm er sprake is kijk je naar:

1. het type product: homogeen (gelijksoortige producten) of heterogeen (van elkaar verschillende producten)
2. het aantal aanbieders op de markt

Sleep de goederen naar de juiste plek

Heterogene goederen

Homogene goederen

Kraanwater

Tandpasta

Graan

Ruwe olie

Fiets

Geld

Schoen

Verschillende marktvormen

Marktvormen

Wat is houtskool?

1. Homogeen product
2. Heterogeen product

Wat is een auto?

1. Homogeen product
2. Heterogeen product

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

Welke marktvorm vormen de terrasjes in Den Haag?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

Je wilt een nieuw paspoort aanvragen. Van welke marktvorm is hier sprake?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

Tot welke marktvorm behoren frisdrankfabrikanten?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

Welke marktvorm hoort bij de markt voor graan?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

Wat betekent het als een onderneming een octrooi / patent heeft?

Als een onderneming een octrooi of patent heeft op een bepaald product, tot welke marktvorm kan dat leiden?

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Volkomen concurrentie
4. Monopolistische concurrentie

Huiswerk nakijken

Opgaven 37 + 39 + 40 + 41 

Zelfstandig nakijken 

Vragen? Stel ze!

6 minuten

Klaar? Ga verder met opgave 42

Huiswerk nakijken

Opgaven 34 + 36 + 37 + 40 + 41
Zelfstandig nakijken 

Vragen? Stel ze!

6 minuten

Klaar? Ga verder met opgave 42 t/m 46

Leerdoelen behaald?

Leerdoelen hst 3.3:

• Je weet wat het verschil is tussen een homogeen en een heterogeen product en je kunt voorbeelden noemen.
  
• Je kunt uitleggen wat een perfect werkende markt is.
  
• Je kunt de essentiële verschillen benoemen tussen verschillende marktvormen.
• Je kunt uitleggen hoe bedrijven concurreren in een oligopolistische markt.

Zelf verder werken:

• Leren hst 3.3
  
• Maken opgaven 42 t/m 46

• Dit is tevens je huiswerk voor morgen!