2.2 Organen van planten

Goedemorgen!
Vandaag:

* Lezen & huiswerkcontrole
* Uitleg basisstof 2.
* Opdrachten maken
* Herhaling
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Vandaag:

* Lezen & huiswerkcontrole
* Uitleg basisstof 2.
* Opdrachten maken
* Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Lezen basisstof 2.2 
Organen van planten

Begin met lezen van basisstof 2.2 op:
bladzijde 86 t/m 89
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen basisstof 2.2


1. Je kunt de organen van een plant beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Hebben planten organen?

Welke zijn dit?
Wortels, stengels en bladeren

Slide 4 - Tekstslide

Wortels
Wortels groeien in de grond

De meeste planten hebben een 
hoofdwortel, en daarnaast zijwortels.

Op de zijwortels zitten wortelharen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wortelstelsel
Heeft 3 taken:

1. Water en voedingsstoffen opnemen uit de bodem
2. De plant stevig vastzetten in de grond
3. Reservestoffen opslaan

Slide 7 - Tekstslide

Stengels
Tussen de wortels en de bladeren zitten stengels.

Taak:
1. Vervoer van stoffen
2. Stevigheid geven aan de plant

Slide 8 - Tekstslide

Bladeren

Een blad bestaat uit een 
bladschijf en een 
bladsteel.


Slide 9 - Tekstslide

Vatenstelsel
In een stengel lopen lange en dunne buisjes: 
de vaten.

Vaten bij elkaar noem je een vaatbundel.

Deze beginnen vanaf de wortels en 
brengen voedingsstoffen naar 
het blad.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten bij deze basisstof:
Opdracht 5 doen we over







samen.
Maak opdracht:
1 t/m 9

Dit is huiswerk!
Klaar?
Maak de samenhang 
of
oefen de flitskaarten in de online leeromgeving
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Heeft een plant organen?


A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen orgaan van een plant?
A
bladeren
B
wortels
C
takken
D
stengels

Slide 13 - Quizvraag

Vormen alle botten van een mens samen:
Een cel, een orgaan, een orgaanstelsel of een organisme?
A
Cel
B
Orgaan
C
Orgaanstelsel
D
Organisme

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het grootste orgaan van de mens?
A
Darmen
B
Lever
C
Maag
D
Huid

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen orgaan van een plant?
A
de bodem
B
de stengel
C
de wortel
D
de bloem

Slide 16 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan van
een mens getekend. Tot welk
organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het spierstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 17 - Quizvraag

Organen van planten zijn:
A
hart - stengel - wortel
B
maag - hart - long
C
Celkern - bladgroenkorrel - celwand
D
stengel - wortel - blad

Slide 18 - Quizvraag

Dit is een orgaan van de mens.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel
B
Tot het bloedvatenstelsel
C
Tot het verteringsstelsel
D
Tot het zenuwstelsel

Slide 19 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een dwarsdoorsnede door de romp van een mens.
Welke organen horen bij het verteringsstelsel?
A
1 en 2.
B
3 en 4.
C
1 en 3.
D
2 en 4.

Slide 20 - Quizvraag

Volgende les:

Gaan we verder aan:
Samenvatten
Huiswerk:
Opdracht 1 t/m 9

Slide 21 - Tekstslide