Organen van dieren + Organen van planten

2.1 : Organen van dieren
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2.1 : Organen van dieren

Slide 1 - Tekstslide

De leerdoelen
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. (de dwarsdoorsnede staat in je opdrachten)
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Slide 2 - Tekstslide

De organen van een mens
.

Slide 3 - Tekstslide

Organen
  • Ons lichaam is opgebouwd uit organen.
  • Orgaan: deel van een organisme met één of meer functies. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Orgaanstelsels

Slide 6 - Tekstslide

Organen van dieren
zoogdieren:
dezelfde organen en orgaanstelsels 

Slide 7 - Tekstslide

Ook insecten hebben organen en orgaanstelsels
Organen van dieren

Slide 8 - Tekstslide

het skelet is een orgaanstelsel
A
niet waar
B
waar

Slide 9 - Quizvraag

Een dier bestaat uit vele verschillende organen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

een orgaan is een deel van een organenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 13 - Quizvraag

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend. Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het spierstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 15 - Quizvraag

2.2 Organen van planten

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven. 
  • Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.

Slide 17 - Tekstslide

Organen van planten
Organen van een plant: 
  • Wortels
  • Stengels
  • Bladeren
  • Bloemen
Je moet weten uit welke onderdelen de 
organen bestaan en wat hun functies zijn.

Slide 18 - Tekstslide

De bouw van wortels
Alle planten hebben wortels. Ze zien er alleen niet altijd 
hetzelfde uit. Vaak bestaan ze uit de volgende onderdelen:

  • Hoofdwortel 
  • Zijwortel
  • Wortelhaartjes

Alle wortels samen noem je een wortelstelsel

Het wortelstelsel is een orgaanstelsel. 

Slide 19 - Tekstslide

Bomen hebben vaak hele grote wortelstelsels!
Sommige planten, zoals deze uien, hebben geen hoofdwortel en zijwortels.

Slide 20 - Tekstslide

De functie van wortels
Wortels hebben drie belangrijke functies voor een plant:

  • Water en mineralen opnemen uit de bodem.

  • De plant stevig vastzetten in de grond. 

  • Reservestoffen opslaan. 

Slide 21 - Tekstslide

Stengels
Stengels zitten tussen de wortels en bladeren. Ze hebben twee functies:

  • Transport (vervoer) van stoffen. 
 
  • Stevigheid geven aan de plant.


Er bestaan houtachtige planten en kruidachtige planten.
Zie de volgende dia voor uitleg hierover.

Slide 22 - Tekstslide

De takken en stammen (de stengels dus) van bomen en struiken bevatten veel hout. Ze zijn heel stevig. Ze heten houtachtige planten.
De stengels van andere planten bevatten haast geen hout. Die noem je kruidachtige planten. Hun stengels zijn alleen stevig als de plant genoeg water heeft gekregen.

Slide 23 - Tekstslide

De bouw
van
bladeren







Een blad is een soort zonnepaneel.
Het vangt zoveel mogelijk licht op.

Slide 24 - Tekstslide

De functie van bladeren

Slide 25 - Tekstslide

Vaatbundels

  • Vaten
  • Vaatbundels
  • Vatenstelsels

Slide 26 - Tekstslide

Vatenstelsel
Alle vaten in een plant bij elkaar noem je het vatenstelsel. Dit is een orgaanstelsel van de plant. 
De functie van het vatenstelsel is transport. Dat transport gaat twee kanten op:
  • Water en mineralen gaan van de wortels naar de andere delen van de plant. 
  • Glucose (gemaakt door fotosynthese in de bladeren) gaat van de bladeren naar de andere delen van de plant.

Slide 27 - Tekstslide

Vaatbundels
Hiernaast zie je een foto van een stuk bleekselderij (een groente). Dit is de stengel. 
Je ziet de vaatbundels zitten, allemaal hele kleine buisjes die in een groepje bij elkaar liggen!

Slide 28 - Tekstslide

Welke stoffen halen planten met hun wortels uit de bodem?
A
Mineralen
B
Water
C
Water en mineralen
D
Water en koolstofdioxide

Slide 29 - Quizvraag

In welk orgaan van de plant vindt fotosynthese plaats?
A
In de bladeren
B
In de stengel
C
In alle groene delen van de plant
D
Weet ik niet

Slide 30 - Quizvraag

Welke plant zal het langst overleven als de bodem geen mineralen meer bevat?
A
B
C

Slide 31 - Quizvraag

Is het een houtachtige plant of een kruidachtige plant?
Kruidachtig
Houtachtig

Slide 32 - Sleepvraag

Aan het werk (Hoofdstuk 2)
Maak van basisstof 1 opdracht: 1, 2, 3, 5, 6, 7 en 9
Maak van basisstof 2 opdracht: 2, 5, 6, 7 en 9

Slide 33 - Tekstslide