§ 3.2 fase van water'

Hoofdstuk 3 water
Water is onmisbaar. Mensen, dieren en planten kunnen niet leven zonder water. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 water
Water is onmisbaar. Mensen, dieren en planten kunnen niet leven zonder water. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
§ 3.2 fasen van water
§ 3.3 smeltpunt en kookpunt

Proef 1 van § 3.3 temperatuur meten

Slide 2 - Tekstslide

§ 3.2 Fasen van water

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water bevriest (stolt) of ijs smelt. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert. 
Je kunt beschrijven wat stoom is. 

Slide 4 - Tekstslide

Let op: Waterdamp zelf is niet zichtbaar. 
Vast
Vloeibaar
Gas

Slide 5 - Tekstslide

Smelten
Een vaste stof word een vloeistof.

Chocola smelten. 

Slide 6 - Tekstslide

Stollen
Een vloeistof wordt een vaste stof. 
Ook wel bevriezen (water). 

Denk aan kaarsvet! Als een kaars afkoelt, wordt het weer vast. 

Slide 7 - Tekstslide

Verdampen
Een vloeistof wordt een gas!

(Let op, stoom wat je ziet is geen waterdamp!) 

Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Slide 8 - Tekstslide

Condenseren
Een gas wordt vloeistof!


Denk aan de spiegel in de badkamer als je gedoucht hebt

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Online maken en leren opdracht 1 t/m 14
Lees eerst de tekst, maak dan de vragen. 
Ieder voor zich, fluisteren mag.
Hulp nodig? Vraag je docent
Klaar? § 3.3 doorlezen

(Niet af? Huiswerk)




timer
14:00

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water bevriest (stolt) of ijs smelt. 
Je kunt beschrijven wat er gebeurt als water verdampt of condenseert. 
Je kunt beschrijven wat stoom is. 

Slide 11 - Tekstslide

§ 3.3 Smeltpunt en kookpunt

Slide 12 - Tekstslide

§ 3.3 Smeltpunt en kookpunt

  • Uitleg § 3.3
  • Zelfstandig werken   

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Onthouden! § 3.2
De fase is de toestand van de stof op dat moment.
Er zijn drie fasen: vast, vloeibaar en gas.
Bij een fase-verandering verandert de fase van een stof.
De vier fase-veranderingen zijn:
smelten: veranderen van vast naar vloeibaar
stollen: veranderen van vloeibaar naar vast
verdampen: veranderen van vloeibaar naar gas
condenseren: veranderen van gas naar vloeibaar

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen waarvoor je een thermometer gebruikt.
  • Je kunt de eenheid van temperatuur noemen.
  • Je kunt de onderdelen van een vloeistofthermometer benoemen en uitleggen hoe een vloeistofthermometer werkt.

Slide 16 - Tekstslide

Thermometers


Soms wil je de temperatuur precies weten. Je gebruikt dan een thermometer. Met een thermometer meet je de temperatuur.

Er zijn verschillende soorten thermometers (afbeelding 1).
Een koortsthermometer meet de temperatuur tussen 36 en 42 graden Celsius.
Een oventhermometer meet tot wel 300 graden Celsius.
Een buitenthermometer meet tussen - 40 en 50 graden Celsius. 

Slide 17 - Tekstslide

Celsius

De weervrouw op televisie zegt: “Het wordt morgen 18 graden.” Bij natuurkunde zeg je: “Het wordt morgen 18 graden Celsius.” Graden Celsius is de eenheid van temperatuur. Je mag graden Celsius afkorten met °C. Bijvoorbeeld: het is 18 °C.
Graden Celsius komt van een wetenschapper uit de achttiende eeuw. De achternaam van die wetenschapper was Celsius. Hij maakte als eerste een thermometer van 0 tot 100 graden. Daarom noem je de eenheid van temperatuur nu graden Celsius.

Afbeelding 2: Een thermometer heeft een stijgbuis en een vloeistofreservoir.

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag
online mk opdracht 1 tm 7
Lees eerst de tekst, maak dan de vragen. 
Ieder voor zich, fluisteren mag.
Hulp nodig? Vraag je docent
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven welke temperatuur het smeltpunt en vriespunt van water hebben.
  • Je kunt uitleggen waarom het smeltpunt en vriespunt voor water hetzelfde zijn.

Slide 20 - Tekstslide

Kookpunt
  • Temperatuur waarbij een stof gaat verdampen
  •  Voor water: 100 °C 
  • Stofeigenschap

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Smeltpunt/vriespunt
  • Temperatuur waarbij water smelt/bevriest.
  • Vriespunt water = 0  °C
  • Stofeigenschap

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag
Online maken opdracht 1 tm 12
Lees eerst de tekst, maak dan de vragen. 
Ieder voor zich, fluisteren mag.
Hulp nodig? Vraag je docent

Klaar? § 3.1 en § 3.2 ook? Even iets voor jezelf doen.
Niet af? Huiswerk

Slide 25 - Tekstslide

Onthouden !
Temperatuur meet je met een thermometer.

Een vloeistofthermometer bestaat uit:
• een stijgbuis met daarnaast een schaalverdeling;
• een reservoir.
De eenheid van temperatuur is graden Celsius (°C).
De temperatuur van smeltend ijs is 0 °C.
De temperatuur van kokend water is 100 °C.
Het smeltpunt van water is 0 °C.
Het smeltpunt van water en het vriespunt van water zijn hetzelfde (0 °C).
Het kookpunt van water is 100 °C.



Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
online mk en lr § 3.3 opdr 1 tm 12 

Slide 27 - Tekstslide