HV2, spelling H2: Engelse werkwoorden

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Spelling H2: Engelse 
werkwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
Spelling H2: Engelse 
werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

- Ik kan Engelse werkwoorden correct spellen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

 H2 Spelling Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden
- De ik-vorm maak je meestal door -en van het werkwoord af te halen 
(speechen-ik speech, e-mailen - ik e-mail). 
Soms moet je alleen een -n verwijderen (racen - ik race, daten - ik date)

- Als het woord in het Engels aan het eind een dubbele medeklinker heeft, schrijven we in het Nederlands een enkele medeklinker (softballen-softbal). 
Let op: dit gebeurt niet als dit een andere uitspraak veroorzaakt (paintballen - paintball). Twijfel je? Gebruik het (online)woordenboek!

Slide 4 - Tekstslide





- In de tegenwoordige tijd enkelvoud schrijf je de ik-vorm of de ik-vorm+t 
(mixen - ik mix, jij mixt, brunchen - ik brunch, jij bruncht)

- In de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord gebruik je 'T eXFoKSCHaaP (ik game, ik heb gegamed, ik mix, ik heb gemixt)
 H2 Spelling Engelse werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 6 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.

Slide 7 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t (want: 'T eX FoKSCHaaP)

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 8 - Tekstslide

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)
A
gevolleybald
B
gevolleyballd

Slide 9 - Quizvraag

Engelse werkwoorden

Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete

Slide 10 - Quizvraag

Engelse werkwoorden

Ik heb al die oude contacten (vd)


A
gedelete
B
gedeleted
C
gedeletet

Slide 11 - Quizvraag

(Engelse werkwoorden)
Hij (daten-vt)
A
deette
B
date
C
datede
D
datete

Slide 12 - Quizvraag

Engelse werkwoorden

Zij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 13 - Quizvraag

Pak een blaadje en een pen
Schrijf de juiste vorm van de werkwoorden op. 
Je hebt 5 minuten.
Klaar? Vergelijk je antwoorden met degene naast je en zorg er samen voor dat alles goed staat. 

Slide 14 - Tekstslide

Kort dictee
1. Zorg ervoor dat je de bestanden (saven)!
2. Tim heeft namelijk alle bestanden (deleten)...
3. Zij (highfiven) altijd als ze me ziet.
4. (Daten) jij gisteren serieus met mijn broer??
5. Nee, ik heb met je neef (daten).
6. (Baseballen) je zus of (volleyballen) ze?
7. Vroeger hebben wij veel (waterpoloën)
8. In de vakantie hebben we heerlijk (relaxen).
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden dictee
1. Zorg ervoor dat je de bestanden savet
2. Tim heeft namelijk alle bestanden gedeletet... (deleten - delet- dus +t)
3. Zij highfivet altijd als ze me ziet. (ik-vorm+t)
4. Datete jij serieus met mijn broer?? (ik-vorm + te)
5. Nee, ik heb met je neef gedatet. (daten - dat - dus +t)
6. Baseballt je zus of volleybalt ze? (als het Engels klinkt, dubbel l laten staan)
7. Vroeger hebben wij veel gewaterpolood. (Waterpolo - dus +d)
8. In de vakantie hebben we heerlijk gerelaxt. (relaxen - relax - dus +t)

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 van Spelling H2 (blz. 66-67).
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 17 - Tekstslide