Herhalen thema 4 basisstof 3 en 4

Herhalen thema 4

Basisstof 3 vruchtbaar worden
Basisstof 4 zwanger worden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalen thema 4

Basisstof 3 vruchtbaar worden
Basisstof 4 zwanger worden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen B3 - Vruchtbaar worden
4.3.6 Je kunt uitleggen hoe zaadcellen en eicellen worden gevormd.
4.3.7 Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Zaadcellen
Je ziet hier de balzak. 
In deze huidplooi liggen de teelballen (en bijballen). 
Teelballen maken zaadcellen + testosteron.
Zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen

Slide 3 - Tekstslide

Zaadleiders vervoeren zaadcellen van de bijballen naar de zaadblaasjes en prostaat. 
Zaadblaasjes: voedingsstoffen + vocht
Prostaat: vocht
Wanneer is het 'sperma'?

Slide 4 - Tekstslide

Waar komt sperma uit?

Bij de prostaat komen de zaadleiders en urinebuis samen. Sperma kan door de urinebuis de penis uit bij een zaadlozing.

Slide 5 - Tekstslide

Zaadcel of Spermacel
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen, om een eicel te zoeken om te bevruchten.
! een spermacel kan zo'n 3 dagen overleven in een vrouw
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 


Slide 6 - Tekstslide

Sperma is:
A
Zaadcellen
B
Zaadcellen en vocht uit de prostaat
C
Zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes
D
Zaadcellen en vocht uit prostaat en zaadblaasjes

Slide 7 - Quizvraag

vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 8 - Tekstslide

Baarmoeder
Eicel
Vagina
Eileider
Eierstok
Baarmoedermond
Baarmoederwand
Baarmoederhals

Slide 9 - Sleepvraag

Rijpe eicellen....
A
aanwezig vanaf de geboorte
B
ontstaan vanaf de puberteit

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vaak wordt een eicel rijp?
A
Een keer per week
B
Een keer per maand
C
Een keer per jaar
D
Twee keer per maand

Slide 11 - Quizvraag

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 12 - Quizvraag

Menstruatiecyclus

Slide 13 - Tekstslide

Een (mensturatie)cyclus duurt ongeveer 28 dagen...

Er wordt in één van de eierstokken een eicel rijp




Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 16 - Tekstslide

Menstruatie
Er zijn verschillende middelen te koop voor het opvangen van menstruatiebloed.

Slide 17 - Tekstslide

Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie

A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Waar wordt een rijpe eicel eventueel bevrucht?
A
in de baarmoeder
B
in de eierstok
C
in de eileider
D
in de vagina

Slide 19 - Quizvraag

Slijmvlies laat los
Baarmoederslijmvlies verdikt
Vruchtbare dagen
Menstruatie
Ovulatie
Slijmvlies verdikt verder, eicel sterft

Slide 20 - Sleepvraag

Een menstruatiecyclus duurt gemiddeld.....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 22 - Quizvraag

eisprong
menstruatie
rijpen eicel

Slide 23 - Sleepvraag

Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.

Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie

Slide 24 - Sleepvraag

Vindt tijdens de zwangerschap gewoonlijk menstruatie plaats? En ovulatie?

A
Geen menstruatie en geen ovulatie
B
Alleen menstruatie vindt plaats
C
Alleen ovulatie vindt plaats
D
zowel ovulatie als menstruatie

Slide 25 - Quizvraag

Leerdoelen B4 - Zwanger worden
4.4.8 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
4.4.9 Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
4.4.10 Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
4.4.11 Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 26 - Tekstslide

Zwellichamen en een erectie
Zwellichamen kunnen vollopen met bloed en zetten uit (erectie).

Bouw zwellichamen is vergelijkbaar.

Clitoris erectie is minder zichtbaar.

Slide 27 - Tekstslide

Zaadcellen/eicellen

Slide 28 - Tekstslide

Bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 29 - Tekstslide

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling in baarmoederslijmvlies
De bevruchting

Slide 30 - Tekstslide

Zwangerschap

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Bescherming
vruchtvliezen en vruchtwater:
om de foetus heen zitten de vruchtvliezen
binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater

Slide 33 - Tekstslide

Echografie en prenataal onderzoek
- Pre = voor, Nataal = de geboorte

- Echo bij 10 en bij 20 weken voor zichtbare afwijkingen
- Combinatietest voor downsyndroom
- NIPT voor erfelijke afwijkingen



Slide 34 - Tekstslide

Ovulatie
Bevruchting
Klievingsdeling
Innesteling

Slide 35 - Sleepvraag

Wat is de functie van vruchtwater?
A
Dit zorgt voor een constante temperatuur in de baarmoeder
B
Beschermt embryo tegen uitdroging
C
Beschermt embryo tegen stoten
D
A, B en C

Slide 36 - Quizvraag

Placenta
Embryo
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 37 - Sleepvraag