H8 Licht - Oefentoets

H6 Licht oefentoets
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Licht oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Kleuren
  • ROGGBIV
  • Rode lamp: alleen rode kleuren, rest grijs.
  • Wit licht: alle kleuren
  • UV en IR niet voor mensen te zien

Slide 2 - Tekstslide

Spiegels
  • Afstand voor de spiegel = afstand na de spiegel
  • Hoek van inval = hoek van uitval.
  • Beeld altijd 'gespiegeld' tekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Lenzen
Bolle lens:
Convergente werking, brandpunt is te zien, lichtstralen naar elkaar toe.
Holle lens:
Divergente werking, brandpunt is virtueel, lichtstralen van elkaar af.

Slide 4 - Tekstslide

Tekenen met lenzen
1. Lichtstraal door midden van de lens gaat ongebroken verder.
2. Lichtstraal loodrecht op de lens gaat door het brandpunt.

Kruispunt van deze twee lichtstralen is het beeld.

Beeld altijd op zijn kop!!!

Slide 5 - Tekstslide

Welke kleur licht wordt door een blauw filter doorgelaten?
A
geen licht
B
alle kleuren licht
C
alleen groen licht
D
alleen blauw licht

Slide 6 - Quizvraag

Je ligt op het strand. Waar wordt je bruin van?
A
alleen ultraviolet licht
B
alleen infrarood licht
C
zowel infrarood als ultraviolet licht
D
van alle kleuren

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de spiegelwet?
A
"letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"een spiegel is altijd vlak"

Slide 8 - Quizvraag

lichtstralen op een spiegel weerkaatsen door
A
diffuse terugkaatsing
B
spiegelende terugkaatsing
C
worden geabsorbeerd
D
Worden convergent teruggekaatst

Slide 9 - Quizvraag

Lichtstralen bewegen vanaf de bron...
A
naar rechts
B
naar links
C
naar boven
D
alle kanten op

Slide 10 - Quizvraag

Lichtstralen lopen in...?
A
rechte lijnen
B
kromme lijnen
C
in 1 richting
D
ronde lijnen

Slide 11 - Quizvraag

Een voorwerp weerkaatst licht in alle richtingen, daarom kunnen wij het zien. Dit noem je
A
terugkaatsing
B
lichtstralen
C
absorberen
D
spiegeling

Slide 12 - Quizvraag

Wat gebeurt er met lichtstralen die niet worden teruggekaatst?
A
Ze verdwijnen
B
Ze veranderen van kleur
C
Ze worden geabsorbeert
D
Dat gebeurt niet, al het licht wordt teruggekaatst

Slide 13 - Quizvraag

Wat is waar voor een positieve lens?
A
deze is hol
B
deze convergeert lichtstralen
C
deze is aan de randen breder dan in het midden
D
deze maakt altijd een reeel beeld

Slide 14 - Quizvraag

Succes met leren voor de toets!!

Slide 15 - Tekstslide