In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Het microscopisch beeld van de nieren
De nieren van buiten naar binnen
Het microscopisch beeld van de nieren
Slide 1 - Tekstslide
Terug naar vorige les: hoe heten de twee grote onderdelen van de nier?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
In de nier zitten ongeveer 1 miljoen nefronen
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Vorige keer hebben we de bloedvaten bekeken van de nier. Er zijn grotere bloedvaten maar er zijn ook twee capillairen systemen. Deze bevinden zich rond de nefron.
A
Het capillair netwerk van de glomeruli en de peritubulaire capillairen
B
Het capillair netwerk van de someruli en de intratubulaire capillairen
C
Het capillair netwerk van de lomeruli en de intertubulaire capillairen
D
Het capillair netwerk van nomeruli en de extratubulaire capillairen
Slide 7 - Quizvraag
Glomerulaire filtratie = 1ste capillaire netwerk
peritubulaire capillairen= 2de capillaire netwerk
Slide 8 - Tekstslide
Deze 2 capillairen systemen kun je niet wegdenken van de primaire taak van de nier. Welke taak is dat?
- in direct contact met het onderliggende basaal membraan
- bekleding van de lichaamsholten, bloed- en lymfevaten, hart en luchtwegen
- dunne laag heeft fysiologische voordeel van snellere absorptie
Dit is belangrijk op plaatsen waar een grote doorlaatbaarheid nodig is van vloeistoffen en gassen (longen, spijsverteringstelsel en nieren).
Basaal membraan,
Belangrijk voor verankering en structuur voor omliggende celstructuren.
Is daarnaast ook een beschermende barrière tegen vreemde/schadelijke stoffen.
Slide 18 - Tekstslide
Eénlagig plaveiselcelepitheel
Slide 19 - Tekstslide
Eénlagig plaveiselcelepitheel
= parietaal vlak v. Kapsel van Bowman
Visceraal vlak van Kapsel van Bowman
Hier liggen de podocyten
Kapselruimte
HIer komt het filtraat in terecht.
visceraal versus parietaal
visceraal is het deel van een structuur dat contact maakt met de ingewanden
pariëtaal is het deel van die structuur dat gehecht is aan de lichaamswand
Vb. longvlies heeft een deel dat aan de longen gehecht is (=visceraal) en een deel dat aan de ribbenkast is gehecht (=parietaal)
Slide 20 - Tekstslide
Glomerulaire filtratie barrière
Vormt de barrière van het bloed en de urinaire ruimte
1. Endotheel cellaag
2.Glomerulair basaal membraan
3. Podocyten
Slide 21 - Tekstslide
1. Endotheelcellen
aan de binnenkant van de glomerulaire capillairen
meer permeabel voor plasma water en opgeloste stoffen dan bv. capillairen van de skeletspieren
niet voor Rode/witte bloedcellen bloedplaatjes
hebben relatief grote poriën = FENESTRA = 1ste filtratie barrière
1
Slide 22 - Tekstslide
2. Glomerulair basaal membraan
volgt meteen op de endotheel laag
= glycoproteïnen.
2
= Negatief geladen en dik
laten kleine ionen of negatief geladen
moleculen en vloeistof door
grote moleculen en positief geladen
moleculen, zoals eiwitten, worden
vastgehouden
Slide 23 - Tekstslide
3. Podocyten
volgt meteen op het glomerulair basaal membraan
3
Gevormd als een octopus rond de capillairen
3
3
Elke vinger = een verlenging van cytoplasma = 'foot proces'
tussen vingers = filtratie spleet
zorgen ervoor dat plasma eiwitten
niet in urine komen
Slide 24 - Tekstslide
Eénlagig plaveiselcelepitheel
= parietaal vlak v. Kapsel van Bowman
Podocyten
Visceraal vlak van Kapsel van Bowman
Kapselruimte
HIer komt het filtraat in terecht.
Slide 25 - Tekstslide
Bloed wordt gefilterd door de Glomerulaire filtratie barrière in het Lichaampje van Malpighi. Het gaat door een barrière bestaande uit ... onderdelen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quizvraag
Ultrafiltraat=
Het filtraat dat doorheen de Glomerulaire filtratie barrière (1,2 en 3) heen gaat en in het Kapsel van Bowman terecht komt
Slide 27 - Tekstslide
Wat kan men nog meer waarnemen op een microscopisch preparaat ?
ter hoogte van het lichaampje van Lichaampje van Malpighi
wat je ziet is afhankelijk van hoe je de coupe snijdt.
Slide 28 - Tekstslide
Andere kleuring:
Ter info: toluïdine blauw
Capillairtje van de glomerulus
De coupe is zo gesneden dat je het binnenste ziet van een capillairtje
Endotheel cel
1 ste deel van de glomerulaire filtratie barriere. Deze cellaag bevat porien genaamd fenestra. Door deze porien kan plasma water en opgeloste stoffen. Rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes kunnnen hier niet doorheen. Deze verlaten de glomerulus weer via het afvoerend slagadertje (efferente arteriole).
Rode bloedcellen
Bevinden zich in de capillairtjes van de glomerulus. Deze kunnen niet door de porien van de endotheelcellen.
klik op de duimspijkers
Podocyten
3de deel van de glomerulaire filtratie barriere. Deze epitheelcellaag (ja het zijn een soort epitheelcellen) zorgen ervoor dat plasma eiwitten niet uit het bloed gefilterd worden. Deze zijn namelijk kostbaar voor het lichaam. Een heel kleine hoeveelheid komt toch in de voor urine terecht, maar word later in de nier buisjes gereabsorbeerd in het bloed.
Mesangium
Deze bestaat uit mesangiale cellen en matrix. Het heeft als primaire functie om 'afval' uit het filtraat te houden. Een soort zeef dus.
Bij kleuring zijn ze altijd donkerder dan de podocyten.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Wat vormt de barrière tussen het bloed en de urinaire ruimte?
Slide 31 - Open vraag
Welke cellen kom je niet tegen als je naar het lichaampje van Malpighi kijkt?
A
éénlagig plaveiselcelepitheel
B
podocyten
C
endotheel cellen
D
kubisch epitheel
Slide 32 - Quizvraag
Er wordt 180 liter glomerulaire ultrafiltraat geproduceerd per dag. Toch plassen we geen 180 liter per dag uit (gelukkig!)
Slide 33 - Tekstslide
180 l --> 1-2 l urine
Slide 34 - Woordweb
RE-ABSORPTIE
OF TERUG RESORPTIE
= Het opnieuw opnemen van nuttige stoffen in het bloed
Slide 35 - Tekstslide
Proximale tubulus (PT)
wordt omgeven door de peritubulaire capillairtjes
Reabsorptie van zout, water en andere stoffen die het lichaam nodig heeft
ongeveer 65%--> vasculair systeem
Slide 36 - Tekstslide
Maar
het filtraat in de PT is isotoon tov het plasma in de peritubulaire capillairen
Slide 37 - Tekstslide
Het filtraat in de PT is isotoon tov het plasma in de peritubulaire capillairtjes (ptc). Wat wil dit zeggen?
A
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT hetzelfde is als die van ptc
B
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT hoger is als die van ptc
C
Dat de concentratie opgeloste stoffen in de PT lager is als die van ptc
D
geen van allen
Slide 38 - Quizvraag
0
Slide 39 - Video
Isotoon t.o.v. plasma hoe kan er dan reabsorptie (OSMOSE EN DIFFUSIE) naar de capillairtjes plaatsvinden?