repro 3 4.1 5 en 6

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Regering =

1. Minsters + Tweede kamer
2. Eerste Kamer + Tweede Kamer
3. Koning + Ministers
4. Koning + Tweede Kamer

De ministers en staatssecretarissen noem je samen het

Nederland is in drie bestuurslagen verdeeld. Welke?

1. De provincie, het Rijk en de EU.
2. De gemeente, de Eerste Kamer en het parlement.
3. Het Rijk, de provincie en de gemeente.
4. Het Rijk, het ministerie en de provincie.

Volksvertegenwoordigers?

1. Tweede Kamerleden
2. Lijsttrekkers
3. Eerste Kamerleden
4. Alle gekozen politici

Een volksvertegenwoordiger is iemand die....

1. voor jou kiest wat je moet doen
2. namens het volk beslissingen neemt
3. staat aan het hoofd van een partij en kiest niet
4. aan het hoofd van een provincie staat

In de provincie kies je de:

1. Commissaris van de koning
2. Tweede Kamer
3. Gedeputeerden
4. Provinciale staten

Het dagelijks bestuur van de provincie is....

1. Provinciale Staten
2. Gedeputeerde Staten

Minister president

Eerste kamer

Tweede kamer

Ministers

	Wetgevende macht	Uitvoerende macht	Voorzitter dagelijks bestuur
Rijk			Minister president
Provincie	Provinciale Staten		Commisaris van de Koning
Gemeente

Kabinet

Burgemeester

Parlement

Gemeenteraad

Gedeputeerde Staten

College van B&W

parttime baan

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer

Het kiesstelsel in Nederland is dat van ...........................................

evenredige vertegenwoordiging

1. coalitievorming nodig
2. geen coalitie nodig, want al meerderheid

Evenredige vertegenwoordiging

Meerderheidsstelsel

Nederland

VS

Een partij die 10% van de stemmen haalt, krijgt ongeveer 10% van de zetels

De partij die de meerderheid van de stemmen haalt in een gebied, krijgt alle zetels van dat gebied

Er zijn vaak maar 2 of 3 grote partijen

Er zitten veel (ook kleinere) partijen in het parlement

Er moeten vaak compromissen gesloten worden