Thema A: Wie je bent Les 2: Wie ben ik?

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 5,6

Je krijgt een blaadje

Op dit blaadje schrijf je vier woorden die laten zien wie je bent.

Welke woorden passen bij jou?

Bijvoorbeeld over uiterlijk, innerlijk, familie, hobby’s. Naam mag er niet op!

LESDOEL

WIE IK BEN!

Je leert wat identiteit is en waardoor jouw identiteit wordt bepaald..

de identiteit

je eigen persoonlijkheid, dat wat je onderscheidt van anderen

het individu

mens, los gezien van alle andere mensen
Ieder mens is een individu. Dat betekent dat ieder mens weer anders is.

Wie of wat bepaalt wie jij bent?

naam, ouders, gezin, familie, geloof, geboorteplaats, woonplaats, vrienden, school, hobby’s, uiterlijk, innerlijk/karakter, taal, mening, wensen.

Wat verandert niet en wat kan wel veranderen?

de familie

alle bloedverwanten zoals vader, moeder, opa, oma, broers, zussen, ooms, tantes,

de stamboom

schema, vaak in de vorm van een boom met takken, waarin de namen staan van je voorouders en waarin je kunt zien van wie je afstamt

Jij bent uniek

Jouw identiteit maakt wie je bent. Het maakt jou uniek en bijzonder.

Toch zijn er ook overeenkomsten met andere mensen.

Er zijn meer mensen met dezelfde naam, zelfde woonplaats, zelfde kleding, zelfde hobby’s.

wat maakt je eigen identiteit dan toch uniek maakt?

de hobby

iets dat je in je vrije tijd graag doet

het karakter

hoe je bent, innerlijke eigenschappen die je kenmerken

uniek

gezegd van iets moois of waardevols waar er maar één van is

het uiterlijk

buitenkant van iemand, hoe iemand eruit ziet

het innerlijk

binnenste van een mens, gedachten en gevoelens 

de toekomst

de tijd die nog komt

NAAR SNAPPET

Burgerschap:

 Thema A: Wie je bent
Les 2: Wie ben ik?

OPGAVE 1

https: