Voorvoegsels

Taal voorvoegsel
Doel: Je leert de betekenis van de voorvoegsel on-, ont- her-, ge-, be-, ver-,.

Je voegt het voor een woord.


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal voorvoegsel
Doel: Je leert de betekenis van de voorvoegsel on-, ont- her-, ge-, be-, ver-,.

Je voegt het voor een woord.


Slide 1 - Tekstslide

Voorbeelden 
  • onbekende
  • herdenken
  • gestreepte 
  • ongeluk 
  • hergebruiken 
  • gegoochel 

Slide 2 - Tekstslide

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

gekleurde
A
on
B
her
C
ge

Slide 3 - Quizvraag

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

onhandig
A
on
B
her
C
ge

Slide 4 - Quizvraag

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

herinrichten
A
on
B
her
C
ge

Slide 5 - Quizvraag

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

ontdooien
A
on
B
her
C
ge
D
ont

Slide 6 - Quizvraag

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

bespreken
A
on
B
be
C
ver
D
her

Slide 7 - Quizvraag

Welk voorvoegsel vind je in dit woord?

verdrinken
A
ver
B
her
C
ge
D
be

Slide 8 - Quizvraag

Pak je strategieschrift
Schrijf mee:

Een voorvoegsel zegt

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn ook alweer de voorvoegsels van vandaag?
A
ont-, be-, ge-, on-, ver-,
B
on-, her-, ge-
C
lijk-, bij-
D
ont-, be-, ge-, on-, ver-, her-,

Slide 10 - Quizvraag

Een voorvoegsel zegt iets over het woord dat ________________
A
ervoor staat
B
ernaast staat
C
eronder staat
D
erachter staat

Slide 11 - Quizvraag

Sleep het juiste voorvoegsel naar het woord waar het bij hoort. 
veilig
beleven
rust
on
her
ge

Slide 12 - Sleepvraag

rimpelde
tevreden
herkennen
ge
her
on

Slide 13 - Sleepvraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel ge-.

Slide 14 - Open vraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel her-.

Slide 15 - Open vraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel on-.

Slide 16 - Open vraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel ont-.

Slide 17 - Open vraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel ver-.

Slide 18 - Open vraag

Geef 2 woorden met het voorvoegsel be-.

Slide 19 - Open vraag