SO H11 voortplanting om te gebruiken voor de versies
Wervelkolom
Zaadleider
Zwellichaam
Zaadbal
Bijbal
Zaadblaasje
Prostaat
eikel
Voorhuid
Urineleider
Blaas
Balzak
Penis
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Wervelkolom
Zaadleider
Zwellichaam
Zaadbal
Bijbal
Zaadblaasje
Prostaat
eikel
Voorhuid
Urineleider
Blaas
Balzak
Penis
Slide 1 - Sleepvraag
Wervelkolom
Zaadleider
Zwellichaam
Zaadbal
Bijbal
Zaadblaasje
Prostaat
eikel
Voorhuid
Urineleider
Blaas
Balzak
Penis
Slide 2 - Sleepvraag
De eikel is erg gevoelig voor seksuele prikkels.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Sperma bestaat uit zaadcellen en zaadvocht.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
De hypofyse zorgt ervoor dat de zaadbal zaadcellen maakt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Via de zaadleider verlaat sperma het lichaam.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Zet de route die een zaadcel aflegt tot aan een zaadlozing in de juiste volgorde.
zaadballen
bijballen
Zaadblaasjes
prostaat
Urinebuis
zaadleiders
Slide 7 - Sleepvraag
Wervelkolom
Endeldarm
Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Grote schaamlippen
Anus
Clitoris
Schaambeen
Blaas
Kleine schaamlippen
Vagina
Urineleider
Slide 8 - Sleepvraag
Wervelkolom
Endeldarm
Eileider
Eierstok
Baarmoeder
Grote schaamlippen
Anus
Clitoris
Schaambeen
Blaas
Kleine schaamlippen
Vagina
Urineleider
Slide 9 - Sleepvraag
Tijdens een zwangerschap vindt er innesteling plaats. Wat gebeurt er bij de innesteling?
A
Een bevruchtte eicel begint zich te delen en wordt een bolletje cellen
B
Een bolletje van delende cellen gaat vast zitten in het baarmoederslijmvlies
C
Een bolletje van delende cellen verplaatst zich naar de baarmoeder
D
De eicel wordt bevrucht door een zaadcel
Slide 10 - Quizvraag
Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik. Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dunst?
A
Aan het begin van de menstruatie
B
Enkele dagen na de eisprong
C
Direct na afloop van de menstruatie
D
Enkele dagen voor de eisprong
Slide 11 - Quizvraag
Maarten zegt dat de eierstokken onder invloed van hormonen uit de hypofyse eicellen laten rijpen.
Guido zegt dat alle onrijpe eicellen al vanaf de geboorte bij een vrouw aanwezig zijn.
Wie heeft er gelijk?
Guido zegt dat alle onrijpe eicellen al vanaf de geboorte bij een vrouw aanwezig zijn.
Wie heeft er gelijk?
A
Alleen Maarten
B
Beide gelijk
C
Alleen Guido
D
Beide ongelijk
Slide 12 - Quizvraag
Een eicel wordt na de ovulatie niet binnen 24 uur bevrucht. Wat gebeurt er met deze eicel?
A
De eicel sterft en wordt afgebroken in de baarmoeder
B
De eicel sterft en wordt afgebroken in de eileider
C
De eicel sterft en wordt afgebroken in de eierstok
D
De eicel gaat terug naar de eierstok zodat deze bij een volgende ovulatie nogmaals gebruikt kan worden
Slide 13 - Quizvraag
Een SOA is te voorkomen door gebruik te maken van:
A
De pil
B
Spiraaltje
C
Het condoom
D
Sterilisatie
Slide 14 - Quizvraag
Hoe komen de zaadcellen bij een eicel?
Zet in de juiste volgorde
Vagina
eileider
Baarmoeder
Baarmoedermond
Slide 15 - Sleepvraag
Koppel de voorbehoedsmiddelen aan de juiste uitspraak
Voorkomt innestelen bevruchte eicel
voorkomt een rijpe eicel
voorkomt dat een zaadcel bij een eicel kan komen
Slide 16 - Sleepvraag
Zet de fases van de bevalling in de juiste volgorde.
Nageboorte
Uitdrijving
Ontsluiting
Slide 17 - Sleepvraag
Een twee-eiige tweeling is een tweeling die ontstaan is uit?
A
één eicel en één zaadcel
B
twee eicellen en twee zaadcellen
Slide 18 - Quizvraag
Hoeveel chromosomen hebben een eicel en een zaadcel
A
22
B
23
C
44
D
46
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heten de chromosomen die bepalen of je jongen/meisje bent.
Slide 20 - Open vraag
Alex is erg goed in gewichtheffen
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk
C
Aanleg
Slide 21 - Quizvraag
Deze chromosomen zijn van een:
A
Man
B
Vrouw
Slide 22 - Quizvraag
Een mens heeft 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen heb je van je moeder?
A
46
B
23
C
22
D
45
