3.5 het parlement controleert

3.5 het parlement controleert
3.6 De parlementaire democratie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5 het parlement controleert
3.6 De parlementaire democratie

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling:
  • Politieke stromingen
  • Regering

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een politieke stroming?
A
Een politieke partij
B
Een groep mensen met dezelfde ideeën over het besturen van een land
C
Een aantal politieke partijen
D
Een groep mensen met dezelfde achtergrond

Slide 3 - Quizvraag

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, confessionalime, feminisme
B
Socialisme, liberalisme
C
Christen-democratie, liberalisme, sociaal-democratie
D
Communisme, confessionalisme, liberalisme

Slide 4 - Quizvraag

Regering
A
ministers en koning
B
de Tweede Kamer
C
de Eerste en Tweede kamer
D
De mensen die de koning controleren

Slide 5 - Quizvraag

150 parlementsleden direct door burgers gekozen.

75 parlementsleden indirect door burgers gekozen (via de verkiezingen voor de provincie).




De Tweede Kamer en de Eerste Kamer samen.

Slide 6 - Tekstslide

Het wetsvoorstel in het kort:
  1. probleem.
  2. minister maakt wetsvoorstel
  3. Tweede Kamer stelt vragen, mag wet aanpassen en stemt over de wet.
  4. Eerste Kamer stelt vragen en stemt over de wet.
  5. De koning moet zijn handtekening zetten onder de wet.
  6. De wet wordt gepubliceerd en is nu geldig in Nederland.

Slide 7 - Tekstslide

Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6

Slide 8 - Sleepvraag

De Tweede kamer
De Tweede kamer heef de volgende rechten: 
- Stemrecht 
- Recht van amendement (delen van wetsvoorstellen veranderen)
- Recht van initiatief (zelf wetsvoorstellen indienen) 
- Vragenrecht
- Motierecht
- Recht van Interpellatie (minister ter verantwoording roepen)
- Recht van enquête 


Slide 9 - Tekstslide

De grondwet

Grondwet
Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers én de overheid.

In de grondwet staan grondrechten / mensenrechten.

Slide 10 - Tekstslide

Grondrechten

Slide 11 - Woordweb

Grondrechten
- recht op gelijke behandeling 
- vrijheid van godsdienst  
- vrijheid van meningsuiting.
- persvrijheid
- recht op demonstratie
- recht op onderwijs

Slide 12 - Tekstslide

De Trias Politica

Slide 13 - Tekstslide

Hoogste macht bij parlement
  • Het parlement (de mensen op wie wij stemmen) moet elk wetsvoorstel goedkeuren.
  • Het parlement heeft daardoor meer macht dan de ministers.
  • Daarom noemen we onze democratie een parlementaire democratie.

Slide 14 - Tekstslide

Invloed op de politiek
  • Politici moeten rekening houden met de mening van de burgers:
  • Politici moeten ervoor zorgen dat ze de wensen van de burgers kennen om gekozen te worden.
  • Ze spreken met burgers die hun zorgen uiten.
  • Er zijn pressiegroepen als het LAKS, Greenpeace en Youth for climate die invloed kunnen uitoefenen door te lobbyen.

Slide 15 - Tekstslide

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 16 - Quizvraag

Pressiegroep
Politieke partij
PvdA
PvdD
Greenpeace
Bij1
Bond tegen het vloeken
Volt
ANWB
Amnesty International

Slide 17 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak de online samenvatting
Opdrachten volgens studiewijzer

Slide 18 - Tekstslide