In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijleer
Planning
Nieuws
Herhalen H3
Uitleg 3.6
Zelfstandig werken
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat de vierbelangrijkste kenmerken zijn van de Nederlandse democratie
Je kan uitleggen wat de Trias Politica inhoudt
Je kan deze begrippen in eigen woorden uitleggen:
grondwet
rechters
rechtstaat en mensenrechten
parlement
regering
parlementaire democratie
Slide 2 - Tekstslide
Wie of wat vormt of vormen het dagelijks bestuur van een gemeente?
A
De Burgemeester
B
De gemeenteraad
C
De Wethouders
D
Het College van B&W
Slide 3 - Quizvraag
Uit hoeveel leden bestaat het Nederlandse Parlement?
A
150
B
200
C
225
D
250
Slide 4 - Quizvraag
Welke partij is geen sociaal democratische partij?
A
PVDA
B
VVD
C
GroenLinks
D
SP
Slide 5 - Quizvraag
Van welke partij komt de volgende uitspraak: ‘Christelijke normen en waarden moeten de politiek bepalen’.
A
VVD
B
SP
C
SGP
D
PvDD
Slide 6 - Quizvraag
Volgens welke politieke stroming moet de overheid de kloof tussen arm en rijk verkleinen?
A
Sociaal Democraten
B
Liberalen
C
Christen Democraten
D
Populisten
Slide 7 - Quizvraag
Kenmerken van onze democratie
- Er is een grondwet
- Trias politica
- Het door de burgers verkozen parlement heeft de hoogste macht
Slide 8 - Tekstslide
Een parlementaire democratie
Parlement is een ander woord voor volksvertegenwoordiging. In Nederland bestaat het parlement uit de Eerste en de Tweede Kamer, samen ook wel Staten-Generaal genoemd.
De Tweede Kamer telt 150 leden en de Eerste Kamer 75 leden
Parlement = Staten-Generaal. Totaal 225 leden.
Elk Wetsvoorstel moet door het parlement worden goedgekeurd. Omdat het Parlement de hoogste macht heeft, noemen we Nederland een Parlementaire democratie.
Slide 9 - Tekstslide
De grondwet
Nederland is naast een democratie ook een rechtsstaat (een land waarin de rechten en plichten van burgers én de overheid in de grondwet zijn vastgelegd)
In de grondwet staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers en de overheid.
Rechten: Je hebt recht op... (privacy, meningsuiting, stemmen)
Plichten: Je bent verplicht om... (belasting, school, wet)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Verkiezingen
In Nederland hebben we geheime, vrije verkiezingen.
Niemand kan en mag jou dwingen op een bepaalde partij te stemmen.
Iedereen van 18 jaar en ouder (en de Nederlandse nationaliteit) mag stemmen.
Wie van jullie mag bij de volgende verkiezingen in 2025 al stemmen?
Vrije en geheime verkiezingen
Slide 12 - Tekstslide
Scheiding der machten (trias politica)
Om te voorkomen dat één persoon of één partij te veel macht krijgt is de macht verdeeld; De Trias Politica.
Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen = wetgevende macht
De ministers voeren de wetten uit = uitvoerende macht
De rechters beoordelen of iemand zich aan de wet heeft gehouden = rechterlijke macht
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Handtekeningen verzamelen.
Media-aandacht zoeken.
Lobbyen = contact met politici.
Demonstreren.
Lid worden van een partij.
Je spreekrecht gebruiken.
Eigen partij oprichten.
Burgerinitiatief starten.
Lid worden van een actiegroep.
Hoe kan je de politiek beïnvloeden?
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie
Slide 17 - Quizvraag
Wat staat er in een grondwet?
A
De rechten en plichten van de burgers.
B
De rechten en plichten van de overheid.
C
De plichten van de burgers & de overheid.
D
De rechten en plichten van de burgers & overheid.
Slide 18 - Quizvraag
In Nederland bestaat de trias politica. De trias politica betekent
A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort niet bij een parlementaire democratie?
A
De gekozen vertegenwoordigers vormen het parlement
B
Burgers hebben politieke grondrechten
C
De manier van besluitvorming is vastgelegd in de grondwet
D
De macht is in handen van één persoon of een kleine groep
Slide 20 - Quizvraag
Ik kan zelf invloed hebben op de politiek door:
A
Te stemmen
B
Te demonstreren
C
Handtekeningen te verzamelen
D
contact te zoeken met politici (lobbyen)
Slide 21 - Quizvraag
Aan de slag!
3.6:
2, 3, 4, 5, 7, 11, 13
Werk eerst 10 minuten stil en voor jezelf.
Daarna 10 minuten samenwerken & overleggen waar je niet uit kwam.