3AH - bron D p.c. met avoir - c.3 ed.6 - 13/1

BONJOUR
tout le monde!!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

1. Het hulp werkwoord avoir
2. Wat is de passé composé?
3. Voltooid deelwoord van werkwoorden op -er/-ir/-re
4. Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoorden.

Zoek bovenstaande onderdelen op in je boek en schrijf het op in je schrift! (blz.170-173)

Voorkennis
Wat weet je nog? 
timer
8:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Lundi 13 janvier
1.  But                                
2.  Grammaire D - passé composé
3. Travail individuel
4. Evaluation                   
But: ik kan de passé composé maken van de 3 regelmatige werkwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Hulp werkwoord avoir
ik heb                                        j'ai
jij hebt                                      tu as
hij heeft                                   il a
zij heeft                                   elle a
wij hebben                             on a/ nous avons
jullie hebben/ u heeft       vous avez
zij hebben (mnl)                   ils ont
zij hebben (vrl)                      elles ont

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een passé composé?
De passé composé is hetzelfde als in het Nederlands de V.T.T.
Oftewel: onderwerp + vorm van zijn of hebben + voltooid deelwoord.

Bijvoorbeeld: ik heb gelopen / wij hebben gefietst / zij zijn gegaan

In het Frans is de passé composé (V.T.T.): 
onderwerp + vorm van avoir of être + voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

De passé composé
bestaat uit 2 delen:

1: Hulpwerkwoord avoir of être

2: Voltooid deelwoord

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je een passé composé?
STAPPENSCHEMA

Slide 8 - Tekstslide

STAP 1
Kies of je de passé composé gaat maken met 
être of avoir

Slide 9 - Tekstslide

STAP 2
Maak het voltooid deelwoord 
Soms kun je het voltooid deelwoord niet zelf maken, dan moet je het uit je hoofd leren. Deze werkwoorden vind je op een aparte slide.

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord zelf maken:
  • Het werkwoord eindigt op -er: haal -er weg, zet er é voor in de plaats.
    Bijvoorbeeld: regarder  --> regarder --> regard --> regardé

  • Het werkwoord eindigt op -re: haal -re weg, zet er u voor in de plaats.
      Bijvoorbeeld: attendre --> attendre  --> attend  --> attendu

  • Het werkwoord eindigt op -ir: haal -ir weg, zet er i voor in de plaats.
  • Bijvoorbeeld: choisir  --> choisir  --> chois  --> choisi

Slide 11 - Tekstslide

De voltooide deelwoorden van de onregelmatige werkwoorden moet je uit je hoofd leren!
  • avoir --> eu    bijv. Tu as eu (jij hebt gehad)
  • être --> été     bijv. Nous avons été (wij zijn geweest)
  • faire --> fait    bijv. Elles ont fait (zij hebben gemaakt)
  • prendre --> pris bijv. Elle a pris (zij heeft genomen)

Slide 12 - Tekstslide

AVOIR
(HEBBEN)

Slide 13 - Tekstslide

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 14 - Sleepvraag

vous ...........

Slide 15 - Open vraag

Marc ........

Slide 16 - Open vraag

j' .......

Slide 17 - Open vraag

on ......

Slide 18 - Open vraag

nous .......

Slide 19 - Open vraag

Marc et Lisa .....

Slide 20 - Open vraag

PASSÉ COMPOSÉ
REGELMATIGE WERKWOORDEN

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Passé composé
Manger
j'ai
Parler
tu as
Danser
il a
Jouer
on a
Aimer
nous avons
mangé
parlé
dansé
joué
aimé

Slide 25 - Sleepvraag

Ik heb gereisd
(voyager)
A
J'ai voyager
B
Tu as voyagu
C
Tu as voyagé
D
J'ai voyagé

Slide 26 - Quizvraag

Hij heeft gekozen
(choisir)
A
il a choisi
B
tu as choisi
C
il a choisu
D
tu as choisir

Slide 27 - Quizvraag

Wij hebben gepraat
(parler)
A
Ils ont parlé
B
Nous avons parli
C
Nous avons parlé
D
Vous avez parlu

Slide 28 - Quizvraag

Wij hebben gepraat
(parler)
A
Ils ont parlé
B
Nous avons parli
C
Nous avons parlé
D
Vous avez parlu

Slide 29 - Quizvraag

Zij heeft gewacht
(attendre)
A
Elle a attendu
B
Elle a attendé
C
Tu as attendre
D
Nous avons attendi

Slide 30 - Quizvraag

(aimer) Marco....

Slide 31 - Open vraag

(remplir) Elles....

Slide 32 - Open vraag

(rendre) Tu....

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Passé composé
-er
j'ai
être
il a
avoir
on a
faire
nous avons
travaillé
été
eu
fait

Slide 35 - Sleepvraag

Avoir: jij hebt gehad

Slide 36 - Open vraag

Faire: hij heeft gedaan/gemaakt

Slide 37 - Open vraag

Être: U bent geweest

Slide 38 - Open vraag

Très bien!
Je bent klaar met de opdrachten in LessonUp.
Je werkt verder in je boek. Kijk voor de opdrachten in de volgende dia.


Slide 39 - Tekstslide

Travail individuel
Quoi
Exercices 15abcd
Comment
In je boek
Aide
Blz. 106/107
Prêt?
1. Kijk opdracht 15 na met de LessonUp corriger
2. Verbuga.eu (volgende dia in LessonUp
Devoirs
Leer de grammatica van deze les. 

Slide 40 - Tekstslide

Très bien!
Je bent klaar met de opdrachten in je boek. 
Oefen verder op: www.verbuga.eu (link in de volgende dia)

Tijd: Passé composé

Werkwoorden:  aimer, acheté, avoir, chercher, choisir, entendre, être, faire, finir, parler, prendre, remplir, rendre

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Link

Evaluation
But:  
ik kan de passé composé maken van de 3 regelmatige werkwoorden.

Slide 43 - Tekstslide

Evaluation
Zet de werkwoorden tussen haakjes in de passé composé.

(regarder)      Il ....  .... un film hier soir.
(rendre)          Nous ....   ..... le livre.
(choisir)          Tu ....   .... une belle jupe.

(être)              Elle .....  ..... à Paris.
(faire)             Vous ..... .... les devoirs.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide