havo 4 pluriforme samenleving 9

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De groep

De invloed van de groep

Oefenen met de begrippen van dit hoofdstuk

Steek je hand op als je maatschappijleer leuk vindt

Keek jij om je heen voordat je je hand opstak?

ja

nee

Een docent vraagt of de schoolreis leuk was. Iemand roept meteen 'nee', waarna je klasgenoten instemmend knikken. Jij vond het wel leuk. Vervolgens vraagt de juf of jij het ook niet leuk vond. Wat zeg je?

Ik ben eerlijk

Ik ben eerlijk, maar breng het niet te enthousiast

Ik praat mee met de groep

Waarom is het moeilijk om tegen de groep in te gaan?

conformeren

Gedrag en gedachten aanpassen aan de groep

Asch groepsdruk en conformeren

Hoe sterker we ons identificeren met een groep, hoe sneller we neigen naar conformisme.

Hoe groter een groep, hoe sneller we conformeren.

Leg uit hoe imitatie (en dus conformeren) in verband staat met internalisatie.

sancties

Het gaat hier om

1. positieve formele sancties
2. negatieve informele sanctie
3. positieve informele sanctie
4. negatieve formele sancties

welke begrip hoort bij: De wereld indelen in hokjes waarin mensen, voorwerpen of situaties
automatisch een plaats krijgen.

Vooroordeel

Een oordeel over iemand of een groep mensen zonder dat iemand die

persoon/personen of zaak te kennen

Wat denk jij?

1. baas
2. actrice

Kinderen van 4 jaar hebben ook al vooroordelen

1. Juist
2. Onjuist

Mijn vooroordelen hebben invloed op hoe ik met mensen omga

1. Ja
2. Nee

Mensen die nooit meer van hun kamer komen is in Japan....

1. een dominante cultuur
2. een subcultuur
3. een tegencultuur

De jaren zestig van de vorige eeuw staan bekend als de jaren van de grote
veranderingen.
Door de ……………… kwam er een einde aan de …………………. Door deze ontwikkeling maakten veel kranten en sportverenigingen zich los van de kerk.
Welke woorden horen op de puntjes?

1. ontzuiling, ontkerkelijking
2. ontzuiling, individualisering
3. ontkerkelijking, verzuiling
4. individualisering, verzuiling

De middelen om het gedrag of denken van anderen te beïnvloeden.

Gelegitimeerde macht.

Het voordeel dat iemand ergens bij heeft.

macht

.gezag

belang