Reading and writing sentences (Word order)

Word Order: writing sentences
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Word Order: writing sentences

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordvolgorde Engels

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Word Order

What is the correct word order?
A
You there went last Monday.
B
You there last Monday went.
C
You went last Monday there.
D
You went there last Monday.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word Order

What is the correct word order?
A
Danny went to school yesterday.
B
Went Danny to school yesterday.
C
To school went Danny yesterday.
D
Danny to school went yesterday.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word Order in English

Which one is correct?
A
doet-waar-wanneer-wat-wie
B
wanneer-doet-wie-wat-waar
C
wie-doet-wat-waar-wanneer
D
wanneer-wie-doet-wat-waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Capital letters in English
Names / Days and months / Beginning of the sentence / ''I'' (ik)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PUNCTUATION

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is punctuation?
A
Correct grammar
B
Spelling
C
Using full stops, comma's, capital letters and more.
D
Word order of the sentences

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do NOT use these when you write in English:
'gonna', 'wanna', , 'cause', 'u'and 'lemme'.

Instead you say:

'going to', 'want to', 'because', 'you' and 'let me'.

Slide 9 - Tekstslide

Explain what shortened words are and give examples. Have students practice writing sentences with shortened words.
Lets practise!
  1. Create sentences using the following link:
    https://wheelofnames.com/qgt-qak

  2. Spin the wheel times (1 random words) for each sentence. Then try to make a sentence.

  3. Create at least 6 sentences.

  4. Show your sentences to the teacher.
Klaar?
  1. Ga naar SomToday > Vakken > Engels > Dagelijks oefenmateriaal.
  2. Oefen algemeen Engels (naar keuze).

OF

  1. Scan een van de QR-codes.
  2. Oefen nog een keer:
    woordvolgorde (L) / interpunctie (R)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies