Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.1 Feiten en meningen
Lesdoel:
Je weet het verschil tussen objectief en subjectief.
Je kunt argumenten beoordelen.
Je kent de betrouwbaarheid van een tekst beoordelen.
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoel:
Je weet het verschil tussen objectief en subjectief.
Je kunt argumenten beoordelen.
Je kent de betrouwbaarheid van een tekst beoordelen.
Slide 1 - Tekstslide
Noem de vier tekstdoelen:
Slide 2 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat een informerende tekst is:
Slide 3 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit waaraan je een instruerende tekst herkent:
Slide 4 - Open vraag
Hoofdstuk 4
Slide 5 - Tekstslide
zie ook blz. 85 in boek A
Slide 6 - Tekstslide
Het is vandaag de hele dag al rotweer
A
feit
B
mening
Slide 7 - Quizvraag
Het regent al de hele dag
A
feit
B
mening
Slide 8 - Quizvraag
Gerlison vindt het de hele dag al rotweer
A
feit
B
mening
Slide 9 - Quizvraag
Argumenten beoordelen
Twee argumenten:
Objectieve argumenten
Subjectieve argumenten
Slide 10 - Tekstslide
controleerbaar
niet te controleren
gebaseerd op feiten, wetenschap, waarden en algemene normen
gebaseerd op vermoedens, overtuiging of waardeoordeel
je kunt bewijzen of het waar of niet waar is
niet te bewijzen, extra voorbeelden nodig voor geloofwaardigheid
objectief subjectief
Slide 11 - Tekstslide
Mijn opa heeft zijn hele leven gerookt en hij heeft geen kanker. Roken is dus helemaal niet ongezond.
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 12 - Quizvraag
Ik ga naar het strand, want het is een prachtige dag vandaag,
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 13 - Quizvraag
Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 14 - Quizvraag
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
A
objectief argument
B
subjectief argument
Slide 15 - Quizvraag
Het doel van een betoog is...
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Overhalen
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Betrouwbaarheid teksten
Deskundigheid auteur;
Datum van publicatie;
Objectiviteit;
Taalgebruik;
Feiten of meningen;
Gebruik van bronnen.
Slide 18 - Tekstslide
Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De schrijver of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.
Slide 19 - Quizvraag
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsberichten op www.nos.nl.
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar
Slide 20 - Quizvraag
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in de bladen Privé, Story of Weekend.
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar
Slide 21 - Quizvraag
Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
Nieuwsartikel van
De Speld:
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
4.1 Feiten en meningen
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
4.1 Feiten en meningen
November 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2
Hoofdstuk 4.2 en 4.3: Betoog
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Argumenten beoordelen
Maart 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Lezen 3F
Februari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Argumenten beoordelen
Februari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Hst 32 Argumenten beoordelen
Juni 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2. Drogredenen
Maart 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2